Roxanne, 21 jaar, meldt zich bij Mentaal Beter wanneer ze merkt dat jaloezie en controledwang de overhand neemt in haar relatie. Therapeut, Emmelien Hadders zet onder andere cognitieve gedragstherapie in en EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) om de klachten van Roxanne aan te pakken.

Wat was de aanleiding om hulp te zoeken bij Mentaal Beter?

Toen mijn relatie dreigde uit te gaan en ik op school steeds verder achter liep heb ik besloten dat er iets moest veranderen. Ik had, zo bleek later last van dwanggedachten. In het begin van mijn relatie was het nog vrij onschuldig, ik was heel erg gek op mijn vriend en daarmee ook bang hem te verliezen. Maar al snel nam dit extreme vormen aan, ik controleerde meerdere malen per dag zijn telefoon en al zijn acties of opmerkingen interpreteerde ik als een signaal dat het niet goed zat (hij zou weggaan of vreemdgaan).

Hoewel ik me kon bedenken dat deze gedachten zwaar overdreven waren lukte het mij niet om het los te laten. Als hij een half uur later thuis kwam gingen mijn gedachte wel eens zo ver dat hij met een ander in bed lag, ik kon het bijna zien gebeuren, zo heftig waren mijn gedachten. Op het moment dat hij dan thuis kwam was ik boos en verdrietig en hij snapte niet waarom. We hadden hierover vaak ruzie. Ook ging ik overal met hem mee naar toe, met het idee dat zolang ik bij hem was er niets kon gebeuren maar hierdoor zag ik mijn eigen vrienden bijna nooit meer en gaf hem geen ruimte.

Meer lezen over dwangstoornis?

Bekijk onze hulpvraag “OCS” en lees alles over de kenmerken, oorzaken en gevolgen van een dwangstoornis.

Hoe reageerde je vriend op de klachten?

Hij heeft, zeker in het begin, heel veel begrip getoond en mij telkens gerust gesteld. Maar na verloop van tijd nam hij meer afstand en accepteerde mijn controlerende gedrag niet meer. Hij snapte mijn jaloezie, wantrouwen en controlerende gedrag niet, hij is gek op mij, gaat niet vreemd en wil al helemaal niet bij mij weg gaan. Maar hoe vaak hij dit ook zei, het stopte mijn gedachten niet. Na verloop van tijd raakte zijn geduld op en nam hij meer afstand. Voor mij was dit een regelrechte ramp! Hij accepteerde het niet meer dat ik in zijn telefoon keek en wilde vaker zonder mij weg.

Wat heb je precies willen aanpakken in de therapie?

De dwanggedachten beheersten mijn leven. Ik kon nergens anders meer aan denken en liep daardoor tegen veel problemen aan en voelde me erg ongelukkig. Ik wilde weer vertrouwen krijgen in mijn vriend en andere gedachten hebben. Ook wilde ik graag mijn sociale leven weer oppakken.

Wat betekende de sessies voor je?

Mijn behandelaar Emmelien, kon ik al snel vertrouwen waardoor ik alles kon vertellen zonder uit schaamte dingen te hoeven verzwijgen. Het bleek dat mijn klachten ook kwamen doordat ik nare ervaringen had met andere vriendjes. Er is EMDR ingezet en daarna was het voor mij niet meer naar om aan deze gebeurtenissen te denken.Hoewel het best pittig was en ik ook veel opdrachten mee naar huis kreeg ging het al snel stukken beter. Ik heb geleerd hoe ik mijn gedachten kan onderzoeken en om meer helpende gedachten te formuleren. Dit maakte dat ik me ook anders ging gedragen en me beter voelde.

Hoe kijk je tegen de resultaten aan?

Mijn relatie gaat stukken beter en ik heb in mijn hoofd weer ruimte voor mijn vrienden en school. Ik ben enorm blij dat ik deze stap heb genomen. Hoewel ik soms nog wel rare gedachten heb kan ik hier nu goed mee omgaan en hou ik het onder controle. Mijn cijfers zijn goed, mijn relatie is top en ik geniet weer volop van het leven! Ik ben Emmelien erg dankbaar.

Wat wil je mensen met dezelfde klachten aanbevelen?

Blijf niet te lang met jezelf worstelen, ik wist dat mijn gedachten niet realistisch waren maar ik kon het zelf niet doorbreken. Neem de stap om hulp in te schakelen, het is heel spannend en eng maar je het stuk gaan van je relatie of de rest van je leven dwanggedachte is toch veel beangstigender.

Alex, 40 jaar oud, getrouwd en twee kinderen, meldt zich bij Mentaal Beter Nijmegen. Bij de huisarts heeft hij enkele gesprekken gehad met een POH-GGZ, maar dit blijkt onvoldoende te helpen. Hij wordt doorverwezen naar Mentaal Beter in verband met vermoeidheidsklachten en gevoelens van depressiviteit. Therapeut Mayke de Jonge zette cognitieve gedragstherapie in om Alex te helpen bij het doorbreken van zijn depressie. Daarnaast werd de groepsbehandeling COMET ingezet. Wij vroegen hem naar zijn proces, zijn stappen daartoe en wat de therapie hem heeft opgeleverd.

Hoe wist je dat het tijd was om hulp te zoeken?

Ik merkte dat ik al langere tijd erg aan mezelf twijfelde, op verschillende vlakken. Ik vind het erg belangrijk om dingen goed te doen en zette me hier ook voor in. Ik vroeg mezelf echter constant af of ik het wel goed deed, had het gevoel van niet en had bovendien het gevoel dat iedereen alles beter kon dan ik. Ik twijfelde aan mezelf als vader en als werkgever. Het putte me uit, ik was ontzettend moe en alles kostte me veel energie. Het ging op een gegeven moment gewoon niet meer. Na een gesprek met mijn vrouw heb ik besloten dat ik hulp moest zoeken. Ik was moe, lusteloos en werd steeds passiever. Ik was er klaar mee me zo te voelen en vond dat ik er met iemand over moest gaan praten.

Was het lastig om die stap te nemen?

De stap zetten om hulp te zoeken vond ik niet zo moeilijk. Ik heb het nooit lastig gevonden om hulp of advies te vragen aan anderen. Ik twijfelde echter of er iemand zou zijn die mij hierbij goed zou kunnen helpen. Ik wist niet zeker of het zoeken van hulp me ook echt wel iets zou kunnen opleveren. Maar ik wilde dat wel proberen.

Wat vond je van het intaketraject?

Het hielp me heel erg dat ik vanaf het begin het gevoel had dat ik mijn therapeut kon vertrouwen. Ik had al snel het gevoel dat ik iets van haar kon leren, het klikte meteen. De gesprekken verliepen op een gelijkwaardig niveau qua communicatie, mijn therapeut kon goed relativeren en gebruikte humor. Daardoor had ik al snel vertrouwen in het traject bij Mentaal Beter en durfde ik het aan. Tijdens het intaketraject heb ik bovendien een afspraak gehad met een psychiater, wat ik een verhelderend gesprek vond en mij hielp mijn problematiek te begrijpen.

Meer lezen over depressie?

Alles te weten komen over depressie? Leer over de symptomen, oorzaken en de behandelmogelijkheden.

Hoe werd je probleem benoemd, klopte dit met wat je zelf merkte?

De diagnose dysthyme stoornis is bij mij vastgesteld. Zelf dacht ik eerder aan een burn-out, maar ik herkende wel de momenten van zwaarmoedigheid in mijn leven en de lijn in de beschreven kenmerken. Nog belangrijker echter dan de diagnose vond ik de voorgestelde behandeling die erbij hoorde. Daar kon ik me echt in vinden en dat leek me prima. Ik stond er helemaal achter om daarmee te beginnen.

Wat gebeurde er tijdens de behandeling?

Mijn behandeling begon met individuele gesprekken met Mayke de Jonge, hierbij werd cognitieve gedragstherapie als werkvorm gehanteerd. Ik kreeg ook huiswerk mee van mijn therapeute. Daarna ben ik gestart met COMET, een groepsbehandeling. Eerder had ik niet gedacht dat cognitieve gedragstherapie mij zou kunnen helpen en leek het me meer een trucje waar ik niet in zou trappen. Maar het bleek goed te werken en de gesprekken en interactie met mijn therapeut hebben me daarbij erg geholpen. Ik heb leren relativeren en de hoge eisen die ik aan mezelf stelde leren bijstellen. Ik heb geleerd mezelf te betrappen op oude gedachtepatronen en automatische gedachten. Deze komen nog wel op, maar ik ben me er nu bewust van, merk ze op en kan ze een andere kant op sturen. Ik herken mijn eigen patronen nu beter en kan ze doorbreken.

Hoe is het om in een groep behandeling te krijgen?

Na een aantal individuele gesprekken ben ik gestart met groepsbehandeling COMET als aanvulling op mijn behandeling. Ik vond het prettig dat het geen echte groepstherapie was, maar meer aan jezelf werken in een groep. Je hebt je eigen opdrachten, je eigen huiswerk en bent binnen de groep vooral gericht op jezelf. Bij COMET wordt ook gewerkt volgens de principes van cognitieve gedragstherapie, dat herkende ik dus vanuit de individuele gesprekken. In het begin moest ik wel wat wennen, omdat de groep verder uit jonge vrouwen bestond. Gaandeweg bleek dat echter prima te gaan. Het levert me veel op. De groep helpt eigenlijk nog meer om te leren relativeren en het is prettig om te merken dat je niet alleen bent. Bovendien verraste het mij te merken dat anderen ook worstelen met bepaalde thema’s, terwijl je dat op het eerste gezicht niet zou denken van die ander.

Hoe gaat het nu met je? Merk je dat je vooruitgang geboekt hebt? Merkt jouw omgeving dat ook?

Het gaat nu steeds beter met me, ik merk duidelijk vooruitgang en verbetering. Ik zie dit terug in mijn thuissituatie, in interactie met anderen, op mijn werk. Eerder was ik erg onzeker over alles, ik kon mezelf erg opwinden en zorgen maken en vroeg mezelf steeds af of ik het wel goed deed allemaal. Nu kan ik de dingen veel beter relativeren en kost me dit geen energie meer. Ik heb ook steeds meer het gevoel dat ik de dingen eigenlijk wel goed doe en hoef hier minder aan te twijfelen. Het heeft me erg geholpen om te weten dat ik niet de enige ben die met deze dingen worstel. Mijn omgeving merkt ook op dat het beter met me gaat en ziet dit duidelijk terug in mijn gedrag. Ik hoor terug dat ik meer relaxt ben, minder gespannen en actiever.

Wat is je advies aan anderen in eenzelfde situatie?

Ik zou zeggen, zoek hulp en probeer het! Ga eens praten en kijken of de dingen in je leven zo een plek kunnen krijgen. Praten kan geen kwaad. Het is wel erg belangrijk dat je achter de voorgestelde aanpak kan staan. De hulp heeft bij mij prima uitgewerkt. En de groepsbehandeling is een belangrijke aanvulling, vooral om te merken dat je niet de enige bent die ergens mee worstelt. Dat is al erg belangrijk om te merken!

Wanneer het over autisme gaat, denken de meeste mensen vaak automatisch aan autisme bij jongens en/of mannen. Dit is niet geheel verrassend. Want naar verluidt gaat het in vier op de vijf keer om een jongen of man die autisme heeft. Vraag iemand een naam op te noemen van een bekend persoon met autisme en snel heb je een rijtje van bekende namen. Albert Einstein, Steven Spielberg, Bill Gates – allemaal mannen. Komt dit omdat er relatief weinig vrouwen zijn met autisme? Of weten we gewoonweg nog niet genoeg over autisme om het goed te kunnen constateren bij vrouwen?

De vele gezichten van autisme

Autisme heeft vele gezichten en wordt daarom officieel autismespectrum stoornis (ASS) genoemd. Aan de ene kant van het spectrum kunnen mensen met autisme veel moeite hebben met leren en/of praten. Aan de andere kant van het spectrum kunnen mensen met autisme normale of exceptionele vaardigheden hebben. Zoals bijvoorbeeld in wiskunde of muziek. Maar de kenmerken van autisme kunnen bij mannen en vrouwen onderling ook veel verschillen.

Wil jij meer lezen over autisme?

Lees hier meer over de kenmerken, oorzaken, gevolgen en behandelmogelijkheden van autisme.

Mannelijk tintje?

Tot nu toe heeft autisme voornamelijk een ‘mannelijk tintje’ gehad, maar dit is hoogstwaarschijnlijk niet geheel terecht. Doordat meisjes en vrouwen in het algemeen beter zijn in het observeren en imiteren van sociale interacties van hun ‘typische’ leeftijdsgenoten. Zouden zij beter dan hun mannelijke tegenhangers in staat zijn om hun autistische trekjes te verhullen voor anderen. Het vaststellen van een vorm van autisme bij meisjes en vrouwen kan hierdoor lastiger zijn. Maar ook de vragenlijst die dient te worden ingevuld tijdens het onderzoeken van de aanwezigheid van autisme bij kinderen, maakt het vaak lastig om autisme bij meisjes te constateren. Veel vragen die gaan over de interesses van het kind neigen naar jongensachtige interesses. Waardoor meisjes met ongewone obsessies onopgemerkt blijven.

Nieuwe manier van testen

Er is echter wel een groeiend bewustzijn dat de huidige manier van testen op autisme bij kinderen hoogstwaarschijnlijk veel meisjes over het hoofd ziet. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat hoe vroeger autisme geconstateerd kan worden, hoe beter de toekomstkansen voor kinderen met autisme – jongens én meisjes – zullen zijn.

Mensen met autisme kunnen onderling veel verschillen, maar één ding hebben zij met elkaar gemeen: moeite hebben met het communiceren met anderen. Mensen met autisme vinden het vaak lastig om non-verbale signalen (intonatie, gezichtsuitdrukkingen en gebaren) goed te interpreteren. Ook wordt er vaak van hen verwacht dat zij hun communicatiestijl aanpassen aan de situatie en aan anderen, maar je kunt het natuurlijk ook omdraaien. Onderstaande tips kunnen je daarbij helpen. Dit zijn uiteraard algemene tips, het is altijd goed om jouw manier van communiceren af te stemmen op de persoon met wie je communiceert.

Onze tien tips voor het communiceren met mensen met autisme:

1. Gebruik korte en directe zinnen.

2. Wees expliciet.  ‘Zo meteen’ is voor iemand met autisme nietszeggend. Gebruik liever een duidelijke tijdsaanduiding zoals ‘binnen vijf minuten’. Ditzelfde geldt voor het stellen van vragen. In plaats van te vragen: “Wat vind jij het leukste om te doen op school/je werk?”, vraag dan: “Ik heb drie werkzaamheden, welke zou jij het liefst willen doen?

3. Vermijd beeldspraak. Mensen met autisme nemen woorden vaak letterlijk. ‘Een knoop in je maag hebben’ zegt iemand met autisme niet zo veel. Zeg precies wat je bedoelt, dat doen zij ook.

Alles weten over autisme?

Bekijk onze hulpvraag “Autisme Spectrum Stoornis” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

4. Zorg ervoor dat jouw verbale en non-verbale boodschappen elkaar niet tegenspreken. “Ja” zeggen en tegelijkertijd je hoofd schudden geeft een verwarrend signaal af.

5. Houd voldoende fysieke afstand. Mensen met autisme zijn vaak hypersensitief voor zintuiglijke prikkels waardoor ze in paniek kunnen raken wanneer zij worden aangeraakt.

6. Geen idee waar je over zou kunnen praten? Dan is het praten over zijn hobby een goede keuze. Wees er echter op voorbereid dat hij hierover uren zou kunnen praten. Om het gesprek netjes af te sluiten kun je zeggen: ‘Ik weet nu genoeg over dit onderwerp, dankjewel.”

7. Probeer je niet gekwetst te voelen. Mensen met autisme zijn erg direct en hebben niet altijd door dat wat zij zeggen soms kwetsend kan zijn. Zij doen dit echter niet expres.

8. Geef complimentjes. Mensen met autisme hebben vaak last van onzekerheid wanneer ze in een situatie terechtkomen die ze niet goed kunnen inschatten. Het geven van complimentjes wanneer zij iets goed hebben gedaan, kan hen helpen te begrijpen hoe zij zich in een dergelijke situatie het beste kunnen gedragen.

9. Kijk uit met grapjes maken. Niet alle grapjes zullen goed worden begrepen.

10. Zorg voor rust in het gesprek. Het is het fijnst voor iemand met autisme om een rustige plek als ‘gespreksdecor’ te hebben. Hoe minder prikkels er aanwezig zijn, hoe beter hij zich kan concentreren op het gesprek.

Wat zijn de voordelen van autisme?

Autisme kan in het dagelijkse leven voor lastige situaties zorgen voor degenen die ermee te maken hebben. Mensen met autisme weten niet altijd even goed hoe zij zich in bepaalde situaties moeten gedragen en de mensen om hen heen kunnen daar ook veel moeite mee hebben. Toch is autisme niet alleen maar een lastige zaak. Integendeel zelfs, want autisme heeft ook zijn voordelen.

Veel mensen met autisme:

1. Zijn altijd oprecht
2. Kunnen zich goed concentreren
3. Hebben veel kennis van bepaalde zaken
4. Durven veel
5. Hebben buitengewoon organisatorische vaardigheden
6. Hebben een uitstekend visueel geheugen
7. Zijn erg leergierig
8. Zijn betrouwbaar en loyaal
9. Zijn erg opmerkzaam
10. Zijn zeer goed in technische zaken
11. Zijn goed met probleemanalyses
12. Hebben oog voor detail en nauwkeurigheid
13. Zijn goed in het planmatig en stapsgewijs werken
14. Zijn erg creatief
15. Zijn resultaatgericht en stellen zich verantwoordelijk op

Alles weten over Autisme?

Bekijk onze hulpvraag “Autisme Spectrum Stoornis” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

Deze kwaliteiten zorgen er zelfs voor dat mensen met autisme van grote waarde kunnen zijn in bepaalde functies. Denk hierbij aan functies als wetenschappelijk onderzoeker of programmeur. Maar ook creatieve beroepen als kunstenaar en grafisch ontwerper zijn beroepen waar mensen met autisme in kunnen uitblinken. Het gebeurt zelfs geregeld dat mensen met autisme beter presteren in sommige functies dan mensen zonder autisme.