Assertiviteit is een begrip uit de sociale psychologie dat gaat over de manier waarop je omgaat met andere mensen in sociale situaties. Een assertieve houding betekent opkomen voor jezelf en je eigen mening, rechten en standpunten zónder je gesprekspartner agressief te benaderen. Dit is voor veel mensen een uitdaging, maar gelukkig is dit een vaardigheid die je kunt leren!

Hoe zit assertief gedrag eruit?

Er wordt vaak gesproken over assertiviteit, maar hoe uit zich dit dan? Hier wat voorbeelden:

  • Op een vriendelijke maar duidelijke manier zeggen wat je wel en niet wilt of vindt, in plaats van te zeggen wat een ander mogelijk zou willen horen.
  • Verzoeken durven weigeren en nee durven zeggen
  • Emoties durven uiten, jezelf durven zijn en kwetsbaarheid tonen
  • Kritiek durven geven en ontvangen
  • Complimenten kunnen geven en ontvangen
  • Je eigen keuzes maken zonder je druk te maken over de mening van anderen
  • Voor jezelf spreken door vanuit de ik-vorm te spreken
  • Goed luisteren en de ander aankijken
  • Conflicten niet uit de weg gaan, maar durven aangaan
  • Bij je standpunt blijven, ook al vindt de ander dat misschien niet leuk om te horen
  • Niet de hele tijd jezelf verontschuldigen
  • Iets doen wat je graag wilt maar eigenlijk niet durft
  • Vertellen wat je dwarszit zonder dit te bagatelliseren als de ander er heftig op reageert

Training: Vergroot je assertiviteit

Wil je leren om beter voor jezelf op te komen? Om duidelijk aan te geven wat je wel en niet wilt? Volg dan deze 12-wekelijkse online training!

Assertiviteit is geen persoonlijkheidskenmerk

Assertiviteit is een communicatievorm, geen persoonlijkheidskenmerk. Het is een kwestie van win-win situaties creëren om je relaties te verbeteren. In de psychologie bestaat hier een gangbare theorie voor. Volgens deze theorie zijn er 4 verschillende communicatiestijlen:

  • Passief: wanneer je passief communiceert, ga je alle conflictsituaties uit de weg. Je kropt vervelende gedachten en omstandigheden liever op, dan dat je ze bespreekbaar maakt. Je hebt dan te maken met een lose-win situatie, waarbij de ander wint en jij verliest.
  • Agressief: wanneer je agressief communiceert, creëer je een win-lose situatie. Je walst dan over anderen heen om je eigen gewin te halen. Je ‘wint’ weliswaar, maar goed voor je relaties is het niet.
  • Passief-agressief: wanneer je passief-agressief communiceert combineer je bovenstaande twee stijlen. Je bent vaak aan het uitstellen, wegstoppen, smoesjes aan het verzinnen en slecht aan het communiceren in het algemeen. Niet alleen naar anderen, maar ook naar jezelf toe. Een lose-lose situatie dus.
  • Assertief: de assertieve vorm van communiceren komt in de hedendaagse psychologie als beste communicatievorm naar voren. Je bent helder in je communicatie, spreekt je gedachten uit, bent direct naar jezelf en naar anderen en neemt verantwoordelijkheden voor je acties. Je bent eerlijk en oprecht en respecteert zowel de ander, als jezelf: jij blij, de ander blij, iedereen blij. Win-win

Alhoewel dit niet opgaat voor alle denkbare situaties en plaatsen, is dit in het Westen meestal de beste communicatievorm. Het veronderstelt dat je elkaar respecteert, kritiek kan verdragen en er een hoge mate van gelijkwaardigheid is in het contact.

Zó ontwikkel je assertief gedrag

Tip 1. Ga uit van je eigen kracht en waarde

Het is belangrijk om te beseffen dat je evenveel waarde hebt als een ander. Iedereen is gelijk voor de wet en je bent niet meer of minder waard dan een ander. Dus is het ook zo dat je in een conflictsituatie evenveel rechten moet hebben om je te verdedigen. Welke onterechte dingen of onrechtvaardigheden je ook verteld worden, vertrouw op jezelf.

Tip 2. Vraag om wat je wilt

Ga er niet vanuit dat mensen je gedachten kunnen lezen of precies weten wat je behoeften zijn. En wees niet bang om te vragen om wat je wilt. Misschien krijg je het niet altijd, maar nee heb je en ja kun je krijgen.

Tip 3. Spreek in de ik-vorm

Maar weinig mensen zijn hier goed in, maar het is erg belangrijk: in de ik-vorm praten. Op deze manier ben je je altijd bewust van je eigen gevoelens en kunnen anderen zich makkelijker in jou verplaatsen. Door in de ik-vorm te praten, voorkom je dat je anderen veroordeelt of bekritiseert.

Tip 4. Wat anderen van je denken, gaat jou niets aan

Als je de hele tijd bezorgd bent over wat anderen van jou denken, zal je minder snel geneigd zijn om je gevoelens en gedachten te uiten. En dat is juist zo belangrijk bij assertiviteit! Door niet teveel aan anderen te denken, zal je makkelijker je mening of voorkeur kenbaar maken.

Tip 5. Wees duidelijk

Het is belangrijk om zo concreet mogelijk duidelijk te maken wat je voelt en denkt zonder de ander te kwetsen.

Tip 6. Geloof wat je zegt

Door achter je eigen woorden te staan en met passie te spreken, zullen mensen je hun onverdeelde aandacht geven. Spreek met energie en ondersteun je woorden met daarbij passende lichaamstaal. Zo komt je boodschap heel wat krachtiger over.

Tip 7. Vat het niet persoonlijk op

Om assertiever te worden moet je het probleem rationeel en zakelijk kunnen beschouwen en daarna een helder antwoord formuleren. Mensen met een gebrek aan assertiviteit zien de woorden van de ander al snel als een persoonlijke belediging en voelen zich hierdoor gekwetst. Dit is een verkeerde uitgangspositie: het gaat niet om een spel van aanvallen en verdedigen, maar om duidelijk maken wat je voelt. Vaak zijn woorden ook nooit zo hard en persoonlijk bedoeld als ze overkomen.

Tip 8. Let op je lichaamshouding

Je lichaamshouding is belangrijk: houd in een lastig gesprek je rug recht, je kin omhoog en kijk recht in de ogen van je gesprekspartner. Luister goed naar wat de ander zegt en beweeg je zo ontspannen mogelijk.

Tip 9. Oefening baart kunst!

Heel belangrijk bij het aanleren van assertiviteit is het oefenen van je verbale kwaliteiten. Een tip is om een gesprekspartner te zoeken om zo open mogelijk mee te praten over gevoelens en over andere dingen. Dit is een goede oefening om verbaal sterker te worden en tegelijk een training in communicatie.

Wil jij graag een training volgen om jouw assertiviteit verder te ontwikkelen? Neem dan vooral een kijkje naar deze online training die wij jou in samenwerking met Psychologie aanbieden!

 

Zelfvertrouwen hebben, dat willen we allemaal wel! Maar wat is zelfvertrouwen eigenlijk precies, wat is de oorzaak van een gebrek aan zelfvertrouwen en wat kun je doen om meer zelfvertrouwen te krijgen?

Wat is zelfvertrouwen?

Binnen de psychologie is er een stroming die zegt dat zelfvertrouwen een balans is tussen vaardigheid en waardigheid. Zelfvertrouwen is aan de ene kant een realistische kijk op je eigen kunnen: het vertrouwen dat je zelf taken en hindernissen aankunt. Wanneer je door te oefenen bepaalde vaardigheden vergroot, vergroot dit ook je zelfvertrouwen. Je weet dan dat je iets goed kunt en twijfelt hier niet over. Daarnaast heeft zelfvertrouwen alles te maken met jezelf waarderen en respecteren, los van het feit of je iets goed kunt. Kortom, zelfvertrouwen heeft te maken met jezelf accepteren zoals je bent, met je sterke en minder sterke kanten!

“Ik heb het nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan”-  Pippi Langkous

Hoe ontstaat een gebrek aan zelfvertrouwen?

Zelfvertrouwen ontwikkel je in de kinderjaren. Sommige mensen zijn van nature zekerder van zichzelf dan anderen. Naast je temperament spelen je ouders en leeftijdsgenoten een belangrijke rol bij de ontwikkeling van zelfvertrouwen. Geven zij aandacht en liefde en word je met respect behandeld, dan ontstaat een positief zelfbeeld. Misschien ben je erg beschermend opgevoed, werd je gepest op school of heb je veel kritiek gekregen op je prestaties of gedrag. Hierdoor kun je aan jezelf gaan twijfelen en dingen uit de weg gaan, waardoor je zelfvertrouwen afneemt of zich niet genoeg ontwikkelt. Misschien heb je niet geleerd om een eigen mening te vormen en zelf dingen te ondernemen. Dit kan zich op latere leeftijd uiten in weinig initiatief durven nemen of iets niet te zeggen, omdat je bang bent iets stoms te zeggen. Hierdoor behaal je geen succeservaringen en krijg je geen bevestiging dat je iets echt wel kunt. Je zelfvertrouwen neemt nog meer af en dit resulteert in nog minder positieve ervaringen. Je komt in een negatieve spiraal terecht.

Training: Vergroot je zelfvertrouwen

Wil je graag meer zelfvertrouwen hebben? Met deze online training leer je in 12 sessies hoe je steviger in je schoenen kunt staan!

Zelfvertrouwen vergroten

Om je gerust te stellen: het is heel normaal om af en toe onzeker te zijn! Maar een gebrek aan zelfwaardering is een risicofactor voor gezondheidsproblemen zoals depressie, zelfmoord(pogingen), eetstoornissen, gepest worden en problemen op het werk. Als je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt, kun je dit natuurlijk niet zomaar even veranderen. Je zult actief aan de slag moeten! Met de onderstaande tips kun je de komende tijd concrete stappen zetten om je sterker en zelfverzekerder te voelen.

1. Leer je bewust te worden van je gedachten en je denkfouten

Wat je gedachte is bij een situatie, maakt hoe je je voelt. Dit leert de cognitieve therapie ons. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn en deze gedachten te leren herkennen, zodat je ze kunt veranderen. Dus oefen daarmee. Bedenk de komende tijd iedere dag een situatie waarin je je onzeker voelde:

  • Wat was de situatie, wat gebeurde er? (Gebeurtenis)
  • Wat deed je? (Gedrag)
  • Wat voelde je toen? (Gevoel)
  • Wat dacht je? (Gedachte)

2.Leer helpende gedachten formuleren

Wanneer je een gebrek aan zelfvertrouwen hebt, zal je waarschijnlijk regelmatig niet-helpende gedachten hebben, zoals ‘ik kan het niet en ben een mislukkeling’ of ‘ik heb die presentatie volledig verpest en sta voor gek’. Deze gedachten zijn niet realistisch. Het is belangrijk om dit soort gedachten te leren ombuigen om een meer realistisch beeld van de werkelijkheid te krijgen en je zelfvertrouwen te ontwikkelen. Een voorbeeld van een helpende gedachte is ‘Oké die presentatie ging niet denderend, maar dat is geen ramp en de volgende keer gaat het vast al beter’. Betrap je jezelf op zo’n niet-helpende gedachte? Oefen er dan direct mee om er helpende gedachte van te maken.

3. Oefen met zelfcompassie

Zelfkritiek is één van de belangrijkste oorzaken van depressie. Probeer je vaker bewust te worden van je kritische stem, gun je zelf eens wat vaker rust en ontspanning en wees net zo begripvol naar jezelf toe als naar een goede vriend of vriendin.

4. Confronteer jezelf met je angsten en ga die uitdagingen aan

Als je ergens tegenop ziet of denkt dat je iets niet kunt, ga het dan niet uit de weg en doe het toch. Hoe vaker je dit oefent, hoe makkelijker het wordt. Begin niet te moeilijk en stel haalbare doelen op, zodat je dit met een succes kunt afsluiten. Hierdoor ervaar je dat je iets echt wel kunt en dat je het een volgende keer wéér kunt. Wanneer je dit steeds vaker ervaart, zal je zelfvertrouwen groeien.

5. Stel realistische maar uitdagende doelen

Probeer niet alles te kunnen. Als je de lat voor jezelf steeds te hoog legt, leidt dit alleen maar tot teleurstelling. Geniet daarom ook van de dingen die je al wél kunt. Probeer daarnaast af en toe eens iets te doen wat nét te moeilijk voor je is. Hoe meer ervaring je opdoet met het slagen in uitdagingen, hoe meer zelfvertrouwen je opbouwt.

6. Durf te falen

Bedenk bij alles wat je doet of voor het eerst probeert, dat het normaal is dat je iets niet gelijk kunt. En weet dat het oké is om af en toe fouten te maken. Sterker nog, door fouten te maken leer je het beste!

7. Probeer nieuwe dingen uit

Stap geregeld eens uit je comfortzone om iets nieuws te proberen om zo nieuwe ervaringen op te doen, vaardigheden te ontwikkelen of inzichten te verwerven.

8. Investeer in persoonlijke groei en ontwikkeling

Neem je de komende tijd voor om een creatieve hobby op te pakken, een cursus of opleiding te gaan volgen, je aan te sluiten bij een vereniging, meer boeken te lezen of ga vrijwilligerswerk doen. Wie weet wat voor verborgen talent je in je hebt zitten!

9. Breng je positieve eigenschappen en kwaliteiten in beeld

Iedereen heeft bepaalde talenten, kwaliteiten of mooie karaktereigenschappen. Schrijf de komende tijd eens wat positieve dingen over jezelf op en vraag een aantal mensen in jouw nabije omgeving wat ze waarderen aan jou. Schrijf dit ook op je lijstje!

10. Noteer je successervaringen en geef jezelf complimenten

Maak daarnaast eens lijstjes van de dingen die gelukt zijn in een week in plaats van wat je allemaal nog moet doen. Je vergroot je zelfvertrouwen als je je richt op de positieve dingen in het leven.

11. Investeer in relaties en vriendschappen

Een gevoel van verbondenheid met anderen versterkt je zelfrespect en zelfvertrouwen. Als deze behoefte niet wordt vervuld, kan dat leiden tot afzondering, vervreemding, eenzaamheid of depressie.

12. Zorg goed voor jezelf

Als je goed voor jezelf zorgt, erken je dat jouw behoeften net zo belangrijk zijn als die van anderen. Daarmee vergroot je je eigenwaarde en ontwikkel je meer zelfvertrouwen.

13. Ga meer bewegen en sporten

Door regelmatig te sporten zal je zelfvertrouwen groeien doordat je er beter uit gaat zien, je grenzen verlegt en doelen behaalt, en een fitter en sterker lichaam krijgt.

14. Ga om met succesvolle en positieve mensen van wie je energie krijgt

Als je omgaat met mensen die je bewondert, word je gestimuleerd om zelf succes tot stand te brengen en meer zelfvertrouwen te ontwikkelen.

15. Vergelijk jezelf niet steeds met anderen

Wees dankbaar voor wat je hebt en besef dat veel mensen op deze wereld het een stuk minder goed hebben. Jezelf vergelijken met anderen bij wie het gras altijd groener lijkt, heeft nooit eerder tot meer zelfvertrouwen of gelukgevoelens geleid.

16. Wees je bewust van je lichaamstaal

Een gesloten houding, het vermijden van oogcontact en hangende schouders zijn tekenen van onzekerheid. Wil je een zelfverzekerde uitstraling? Houd dan je rug recht, trek je schouders naar achteren, maak oogcontact en lach met je hele gezicht.

17. Kijk constructief naar kritiek

Probeer kritiek te zien als slechts een mening van de ander waar je het niet per se mee eens hoeft te zijn. Of gebruik het in je voordeel om jezelf verder te verbeteren!

18. Begeleid of help anderen

Door anderen te helpen of te begeleiden word je je bewust van wat je zelf al weet of kan. Bovendien geeft het een goed gevoel om eens iets voor een ander te kunnen betekenen.

19. Geniet van het proces!

Benadruk hoever je al bent gekomen en probeer te genieten van het proces, in plaats van te balen dat je nog steeds niet bent waar je uiteindelijk wilt zijn!

Wil je iets meer ‘hands on’ aan de slag gaan met het versterken van jouw zelfvertrouwen? Volg dan deze online training die we je aanbieden in samenwerking met Psychologie Magazine!

 

Copingstijlen kunnen je houvast geven wanneer je te maken hebt met stressvolle, moeilijke omstandigheden en tegenslagen. Ruzie met een goede vriendin, liefdesverdriet, ziekte, werkeloosheid of faillissement, een echtscheiding of overlijden, een verkeersongeluk of natuurramp. Sommige stressvolle omstandigheden zijn tijdelijk, andere zijn langdurig of chronisch. Deze omstandigheden kunnen een heel scala aan gevoelens oproepen zoals angst, verdriet, schuldgevoel, boosheid, wanhoop, machteloosheid of somberheid. Hoe ga je hiermee om? Steun zoeken bij vrienden, direct doorpakken, drank of drugs gebruiken om alles even te vergeten…we hebben allemaal ons eigen manier.

Wat is een copingstijl?

Psychologen noemen de manier waarop je geneigd bent om om te gaan met stressvolle omstandigheden en tegenslagen, je ‘copingstijl’. Coping is afgeleid van het Engelse begrip ’to cope with’ wat letterlijk betekent ‘kunnen omgaan met of opgewassen zijn tegen’. Het effect dat een probleem op je heeft, wordt grotendeels bepaald door je copingstijl en de manier waarop je reageert verschilt per situatie. Hoogstwaarschijnlijk heb je meerdere copingstijlen, al zal je waarschijnlijk één favoriete stijl hebben die bij jouw karakter past. Het hebben van verschillende copingstijlen kan nuttig zijn, omdat geen enkele copingstijl altijd effectief is. Sommige copingstijlen zorgen ervoor dat je je op de korte termijn beter voelt, maar lossen het probleem op de langere termijn niet op.

Training: Leer loslaten

Wil je leren hoe je vervelende gebeurtenissen makkelijker kunt loslaten? Bekijk onze online training Leer Loslaten!

Probleemgerichte coping en emotiegerichte coping

In de psychologie wordt over het algemeen een onderscheid gemaakt tussen probleemgerichte en emotiegerichte coping en tussen actieve en passieve coping. Bij probleemgerichte coping probeer je het probleem op te lossen, bij emotiegerichte coping probeer je de gevoelens die het probleem veroorzaakt te veranderen. Het kan helpen om je meer bewust te worden van de copingstijlen die je gebruikt. Als een bepaald probleem je blijft dwarszitten of als je maar niet verder komt met iets, probeer er dan eens op een andere manier mee om te gaan. Het kan interessant zijn om te zien welk effect dit heeft op jezelf en op anderen. Het veranderen van je gedragspatronen is over het algemeen niet makkelijk, maar door je meer bewust te worden van je eigen copingstijlen zet je een belangrijke eerste stap. In een bepaalde copingstijl kan gebruikgemaakt worden van een veelheid aan mechanismen. Een veelgebruikte indeling is:

1. Actief aanpakken en oplossen

Bij deze copingstijl analyseer je het probleem: je gaat na wat de verschillende mogelijkheden zijn om het op te lossen en maakt hieruit een keuze. Bij een complex probleem deel je het op in delen die je één voor één aanpakt. Vaak is dit een effectieve copingstijl, behalve wanneer het gaat om een probleem dat gewoon niet op te lossen is, zoals het overlijden van een dierbare vriend. Op zulke momenten is emotiegerichte coping van belang, zoals bijvoorbeeld de volgende stijlen.

2. Verdoving zoeken

Bij deze copingstijl sla je emotioneel eigenlijk op de vlucht voor het probleem of de tegenslag. Je pakt het niet aan, maar zoekt een vorm van troost. Dat kan bijvoorbeeld door hard te werken of door drank, drugs, sigaretten of seks. Dit kan een effectieve copingstijl zijn als er bijvoorbeeld iets gebeurt dat je overweldigt, terwijl je er op dat moment niets aan kunt veranderen. Maar pas op met het overmatig gebruiken van genotsmiddelen, je kunt er verslaafd aan raken.

3. Vermijding

Het probleem wordt ontkend en vermeden. Je doet alsof het probleem er niet is en duikt ervoor weg. Je wilt het er niet over hebben of doet alsof er niets aan de hand is en steekt spreekwoordelijk je kop in het zand. Dit is niet altijd erg, maar is meestal niet de meest effectieve copingstijl.

4. Sociale steun zoeken

Je zoekt begrip, steun of troost bij anderen of je vraagt hulp om het probleem samen met anderen op te lossen. Het lucht vaak op als je je verhaal kwijt kunt bij iemand. Je belt bijvoorbeeld een vriendin op, misschien heeft zij ook goede ideeën over hoe je het beste kunt reageren in deze situatie. In het algemeen werkt deze copingstijl goed.

5. Machteloze passiviteit of depressief reactiepatroon

Je piekert, geeft jezelf de schuld en twijfelt aan jezelf. Je voelt je machteloos en hebt het idee dat je niets aan de situatie kunt doen en onderneemt dan ook helemaal niets.  Deze copingstijl lijkt op vermijding. Deze stijl kan ervoor zorgen dat problemen juist erger worden. Soms werkt het juist wel, omdat sommige problemen zichzelf nu eenmaal vanzelf wel oplossen.

6. Het uiten van je emoties

Deze copingstijl voelt voor jezelf vaak als een opluchting maar lang niet altijd voor je omgeving. Want misschien gooi jij je spanning, frustratie of boosheid eruit terwijl je je soms agressief of asociaal gedraagt. Maar dit is over het algemeen wel een betere manier om je emoties weer onder controle te krijgen dan door emoties te onderdrukken.

7. Geruststellende gedachten

Je houdt jezelf voor dat alles vanzelf wel goedkomt en dat anderen het nog veel zwaarder hebben, dat er ook positieve kanten aan de situatie zitten of dat een hogere macht het zo heeft bedoeld. Dit is over het algemeen een goede copingstijl, omdat je hiermee jezelf kalmeert. Wanneer in een bepaalde situatie juist snel actie vereist is, is het natuurlijk niet effectief.

Wil je leren hoe je vervelende dingen makkelijker kunt loslaten? Hoe je beter je eigen grenzen kunt aangeven en met meer zelfvertrouwen in het leven staan? Volg dan een van onze online trainingen!

 

Iedereen piekert weleens of ziet de dingen somber in. Bij piekeren is er sprake van een eindeloze stroom negatieve gedachten over het verleden of de toekomst die maar door je hoofd blijft gaan. Helaas leidt dit niet tot nieuwe inzichten of oplossingen. Het kost je eigenlijk alleen maar veel tijd en energie en kan bovendien leiden tot stress, angst, slapeloosheid of depressie. Het is daarom belangrijk dat je grip krijgt op je negatieve gedachten en gepieker. Met de onderstaande tips en technieken kun je de komende tijd concrete stappen zetten.

1. Leer je bewust te worden van je negatieve gedachten

In de cognitieve gedragstherapie krijg je zicht op je denkpatronen. Je onderzoekt hoe jouw gedachten samenhangen met je gevoelens en gedrag. Vervolgens leer je hoe je gedachten die ongewenste gevoelens geven om kunt buigen naar gedachten die gewenste gevoelens geven. Als mensen hun manier van denken kunnen veranderen, dan verandert dus ook hoe zij zich voelen. Negatieve gedachten komen vaak onbewust en automatisch bij je op. Deze verschillende gedachten leiden tot verschillende gevoelens, zoals boosheid, angst, schuld, schaamte, verdriet, onzekerheid of neutrale gevoelens. Het is belangrijk om je hiervan bewust te zijn en negatieve gedachten te leren herkennen, zodat je ze kunt veranderen. Dus oefen daarmee. Bedenk de komende tijd iedere dag een situatie waarin je een negatieve gedachte herkende:

  • Wat was de situatie, wat gebeurde er? (Gebeurtenis)
  • Wat dacht je? (Gedachte)
  • Wat voelde je toen? (Gevoel)
  • Wat deed je? (Gedrag)

2. Leer je negatieve gedachten uit te dagen

Deze negatieve gedachten kun je leren uitdagen en vervangen door helpende gedachten. Een helpende gedachte is positiever en realistisch en geeft je prettige of neutrale gevoelens. Bekijk nu de negatieve gedachten die je had in reactie op de situatie en kijk eens kritisch naar de gedachten die je het meest dwars zaten. Stel jezelf hierbij onderstaande vragen:

  • Hoe weet ik dat dit zo is? Welke redenen heb ik om dit te geloven? Welke bewijzen of aanwijzingen zijn hiervoor?
  • Zijn er ook bewijzen tegen deze gedachten? Hoe zou een ander tegen deze situatie aankijken? Wat zou ik tegen een vriend of vriendin zeggen die dit aan mij vertelde? Is de manier waarop ik er nu over denk de enige mogelijke manier? Wat pleit tegen deze gedachte?
  • Stel dat wat ik denk inderdaad zou gebeuren of klopt, wat betekent dit dan voor mij? Waarom is het erg als dit zo zou zijn? Welke mogelijkheden zou ik dan hebben om met deze situatie om te gaan? Zou ik dit (uiteindelijk) kunnen verdragen?
  • Helpen deze gedachten mij te voelen en gedragen zoals ik dat wil?

3. Leer helpende gedachten te formuleren

Nu je je negatieve gedachten voor jezelf op een rijtje hebt gezet en hebt uitgedaagd, kun je helpende gedachten gaan formuleren. Helpende gedachten zijn positiever en realistischer en verklaren dezelfde gebeurtenis als de negatieve gedachte. Ze leiden tot prettige of neutrale gevoelens. Je kunt deze helpende gedachten op een kaartje schrijven en met je meedragen zodat je ze altijd tevoorschijn kunt halen op momenten dat je veel last hebt van negatieve gedachten.

Online training: Leer loslaten

Heb je moeite met loslaten? Deze online training helpt je om binnen 12 sessies de controle makkelijker los te laten.

4. Piekerelastiekje

Draag een elastiekje om je pols. Steeds als je merkt dat er een negatieve gedachte bij je opkomt of je begint te piekeren, trek je even aan het elastiekje zodat het tegen je pols aan tikt. Dit kan de stroom aan negatieve gedachten even doorbreken. Zo wordt je er ook meer van bewust hoe vaak je eigenlijk zit te piekeren.

5. De gedachten stop techniek

Met deze techniek probeer je de stroom aan negatieve gedachten die je hebt wanneer je piekert te doorbreken en je gedachten te richten op andere dingen. Wanneer je merkt dat je je zorgen aan het maken bent, zeg dan letterlijk en hardop “STOP” tegen jezelf. Zeg daarna hardop tegen jezelf “Op dit moment denk ik aan (de negatieve gedachte)…, maar eigenlijk wil ik aan iets anders denken, namelijk (de prettige gedachte)”. Oefen hiermee net zolang totdat je alleen nog maar in je hoofd “STOP” tegen jezelf hoeft te zeggen om je piekergedachten te doorbreken.

6. Houd een piekerschriftje bij

Een heel andere strategie om met negatieve gedachten om te gaan, is om deze gedachten juist toe te laten. Je kunt een speciaal ‘piekerschriftje’ aanschaffen waarin je dagelijks je negatieve gedachten opschrijft. Het schrijven kan helpen om je gedachten te ordenen of om je hoofd leeg te maken. Je zult merken dat het denken over je problemen en zorgen een andere lading krijgt wanneer je ze opschrijft en dat je uiteindelijk minder gaat piekeren. Het kan helpen dit vlak voor het slapengaan te doen, om te voorkomen dat je in bed nog lang wakker ligt.

7. Stel een dagelijks piekermoment in

Een vergelijkbare strategie is het plannen van een vast dagelijks piekermoment waarop je bewust een kwartier lang je zorgen overdenkt. Het is belangrijk dat je na dit kwartier stopt en afleiding zoekt. Wanneer je buiten dit kwartier een piekergedachte opmerkt, schrijf deze dan op een ‘piekerlijstje’. Pas wanneer het volgende piekermoment is aangebroken mag je nadenken over de gedachten die je hebt opgeschreven. Je zult merken dat het denken over je problemen en zorgen een andere lading krijgt wanneer je het bewust doet en dat je uiteindelijk buiten het piekerkwartier minder gaat piekeren.

8. Defusie en acceptatie

Een andere manier om met negatieve gedachten om te gaan is defuseren. Het is een begrip dat afkomstig is uit de Acceptance and Commitment Therapie. Defuseren betekent eigenlijk dat je de gedachte ziet als gewoon een gedachte, als niet meer dan woorden die door je hoofd gaan. Het is een techniek waarbij je iets meer afstand creëert tussen jezelf en de gedachte. Je kunt bijvoorbeeld denken “ik merk nu dat ik de gedachte heb dat…” Deze techniek kun je gebruiken voor al je onplezierige gedachten, zoals ”ik merk dat ik de gedachte heb dat het me nooit gaat lukken” of “ik merk nu dat ik aan het nadenken ben over de zinloosheid van het leven”. Je maakt je gedachten minder belangrijk en zo maak je de kans kleiner dat je jezelf er volledig in verliest. Laat je gedachten gewoon komen en gaan, terwijl jij je energie richt op dingen doen die belangrijk voor je zijn. De gedachten zullen niet verdwijnen, maar je hebt er veel minder last van. Het hoofddoel van defusie is om onplezierige gedachten en gevoelens te accepteren. Dat betekent niet dat je ze leuk vindt, maar wel dat je stopt er tegen te vechten. Een strijd om van je gedachten en gevoelens af te komen, is een strijd die nooit gewonnen kan worden en die enorm veel tijd en energie kost.

9. Zoek afleiding

Wanneer je merkt dat je begint te piekeren of een negatieve gedachte opmerkt, ga dan iets doen. Dit leidt je af van je negatieve gedachten. Vooral bewegen kan goed helpen om piekeren en onrust tegen te gaan. Ga bijvoorbeeld sporten of wandelen. Maar ook schoonmaken, iets creatiefs doen, een vriendin bellen, muziek luisteren of gamen kan een goede vorm van afleiding voor jou zijn. Als je ’s nachts niet kunt slapen doordat je veel piekert, kan het helpen om een boek te lezen of meditatie- en mindfullnessoefeningen te doen. Ademhalings- en ontspanningsoefeningen zijn een goed hulpmiddel om ‘uit je hoofd’ te komen. Er zijn vele (gratis) apps die je hiervoor kunt gebruiken.

10. Praat erover

Het kan zijn dat je je zorgen maakt over je gepieker of over de inhoud van je negatieve gedachten. Misschien voel je je soms alleen of eenzaam. Als dat zo is, is het belangrijk dat je steun zoekt en je hart lucht bij vrienden, familie of collega’s. Aarzel niet om professionele hulp in te schakelen als je er zelf even niet meer uit komt.

Wil je leren hoe je negatieve zaken makkelijker kunt loslaten? Doe dan onze online training ‘Leer Loslaten‘. Deze training bieden we je aan in samenwerking met Psychologie Magazine.