Eenzaamheid is een probleem dat altijd heeft bestaan. Het is van alle leeftijden en komt voor onder alle lagen van de bevolking. Meer dan een miljoen Nederlanders voelt zich sterk eenzaam. Nog eens één op de drie Nederlanders voelt zich matig eenzaam. De ene persoon loopt meer risico om zich eenzaam te voelen dan de ander, maar iedereen kan ermee te maken krijgen. Eenzaamheid kan in lichte of sterke mate voorkomen, af en toe gevoeld worden of langdurig aanhouden. Eenzaamheid kan veel impact hebben op jouw leven en de kwaliteit ervan. Dan is het belangrijk er iets aan te doen. Wij geven je graag een aantal tips om beter om te gaan met eenzame gevoelens.

Wat is eenzaamheid?

Eenzaamheid is een gevoel. Je bent pas eenzaam als jij dat zo ervaart. Eenzaamheid is iets anders dan alleen zijn, maar kan er wel mee samenvallen. Je kunt alleen zijn en je daar helemaal prima bij voelen.

‘Eenzaamheid is het fysiek ervaren van een tekort in patronen van verbinding met andere mensen‘

Door neuropsychologisch onderzoek van de laatste twintig jaar weten we inmiddels dat het gevoel van eenzaamheid een directe fysieke ervaring is, net zoals honger of dorst. Het gevoel buitengesloten te zijn, het gevoel van eenzaamheid, prikkelt exact hetzelfde hersengebied als wanneer iemand fysieke pijn heeft. Daaruit volgt dat eenzaamheid een fysiek verschijnsel is. We hebben verbinding met anderen nodig om ons gezond te ontwikkelen. Als kind, maar net zo goed in ons volwassen leven. Eenzaamheid is eigenlijk een signaal dat er iets ontbreekt aan onze verbinding met andere mensen. Als je je eenzaam voelt, is een menselijke basisbehoefte niet vervuld.

Verschillende soorten eenzaamheid

Er bestaan verschillende soorten eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid mis je verbondenheid met anderen, je mist een hechte, intieme band. Emotionele eenzaamheid komt vaak voort uit de kwaliteit van het contact: je ervaart dit contact bijvoorbeeld als moeizaam of oppervlakkig.

Bij sociale eenzaamheid ervaar je een tekort aan betekenisvolle relaties met anderen. Je hebt dan minder sociaal contact dan je wenst.

De laatste jaren is er ook veel aandacht voor een andere vorm van eenzaamheid, namelijk existentiële eenzaamheid. Dit wordt omschreven als een verloren en zwervend gevoel, geen eigen plek of rol in het leven kennen, een gevoel van zinloosheid. Bij existentiële eenzaamheid gaat het meer over een gemis aan zingeving dan over je sociale contacten.

Wanneer iemand weinig of geen betekenisvolle ondersteunende contacten heeft spreken we van sociaal isolement. Sociaal isolement is niet hetzelfde als eenzaamheid, maar kan er wel mee samenvallen. Sociaal isolement is een situatie; eenzaamheid is een gevoel.

Feiten, cijfers en oorzaken

Eenzaamheid kan allerlei oorzaken hebben. Groepen die een hoger risico hebben op eenzaamheid zijn ouderen (75+), mensen in armoede, mensen met een chronische aandoening, mantelzorgers, mensen met een migratie-achtergrond, laaggeletterden en LHBTI’ers.

Eenzaamheid komt vaker voor onder alleenstaanden dan onder mensen met een partner. Maar je kunt je ook eenzaam voelen wanneer je een relatie hebt, bijvoorbeeld doordat jij je niet begrepen voelt door jouw partner, of omdat je (bijna) geen connectie met hem of haar voelt.

Iemand verliezen die dichtbij je staat kan een grote impact hebben en je kunt je er eenzaam door voelen. Verlies hoeft niet te betekenen dat iemand is overleden. Ook als een dierbare ver weg verhuist, of als je elkaar niet meer spreekt door een ruzie of een echtscheiding, is er sprake van een verlieservaring.

Ook de omstandigheden kunnen zorgen voor eenzaamheid. Misschien heb je niet de financiële middelen om mee te doen aan sociale activiteiten, of zorg jij als mantelzorger voor een ziek familielid en houd je daarnaast weinig tijd voor jezelf over. Misschien ben jij jouw baan verloren door ontslag of pensioen en mis je daardoor de contacten met jouw collega’s. Gepest worden kan een grote impact op iemand hebben. Vooral wanneer je niemand hebt om over het pesten te praten kun jij je eenzaam voelen.

Daarnaast kunnen persoonlijke eigenschappen ervoor zorgen dat jij moeilijker contact maakt. Denk bijvoorbeeld aan een gebrek aan zelfvertrouwen, onvermogen anderen te vertrouwen, sterke verlegenheid, of emotionele instabiliteit.

Eenzaamheid komt relatief vaak voor bij mensen met psychische klachten, zoals een angststoornis, depressie of autisme. Als je hierdoor weinig buiten komt of minder makkelijk contact maakt, kan dat eenzaamheid veroorzaken. Maar ook de angst voor of het ervaren van onbegrip kan ervoor zorgen dat jij je niet durft te verbinden met anderen. Je durft bijvoorbeeld niet met anderen te delen hoe het echt met jou gaat of waar jij je mee bezighoudt. Je houdt een deel voor de buitenwereld verscholen, omdat je bang bent dat je niet begrepen wordt.

Gevolgen van eenzaamheid

Eenzaamheid kan op zichzelf staan, maar gaat relatief vaak samen met psychische klachten. Uit een onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat wanneer jij je eenzaam voelt, je een hoger risico hebt op het ontwikkelen van een ernstige stemmings-, angst- of middelenstoornis dan mensen die niet eenzaam zijn. Andersom voelen mensen die psychische klachten hebben zich vaker eenzaam dan mensen zonder psychische klachten. Eenzaamheid kan een negatieve uitwerking hebben op je immuunsysteem, waardoor je vatbaarder bent voor infecties. Ook veroorzaakt eenzaamheid vaak ongezonde gedragingen, zoals het gebruiken van middelen, meer eten en weinig bewegen.

Hoe kun je beter omgaan met eenzaamheid?

Je soms eenzaam voelen hoeft helemaal niet erg te zijn. Pas als eenzaamheid je gaat belemmeren in jouw functioneren en jij je er ongelukkig door voelt, gaat het een groter probleem vormen. Welke stappen kun je nu zelf zetten zetten? Hieronder lees je een aantal tips:

Tip 1. Probeer de oorzaak te achterhalen

Waardoor voel jij je eenzaam? Zijn er bijvoorbeeld bepaalde situaties waarin het gevoel van eenzaamheid sterker is dan normaal? Wat mis je op die momenten in de contacten die je hebt? Het achterhalen van de kern van jouw eenzaamheid kan jou helpen om een oplossing te vinden.

Tip 2. Realiseer je dat eenzaamheid een gevoel is dat je kunt veranderen

Het is goed om je te beseffen dat eenzaamheid een gevoel is; je bent niet eenzaam, je voelt je eenzaam. In plaats van te blijven hangen in dit vervelende gevoel, kun je beter kijken waar je invloed op kunt uitoefenen zodat je stappen kunt ondernemen om het eenzame gevoel te verminderen.

Tip 3. Blijf dingen ondernemen

Misschien zijn er bepaalde dingen die je nu niet doet, omdat je niet weet met wie je het moet ondernemen. Maar het is belangrijk dat jij de dingen blijft ondernemen die belangrijk voor jou zijn! Dat is misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Begin daarom met kleine stapjes en breid dit steeds verder uit. Ga bijvoorbeeld eens in je eentje ergens een kop koffie drinken of een biertje, maak een wandeling of ga naar een concert. Juist wanneer je dingen blijft ondernemen, creëer je kansen om nieuwe contacten op te doen.

Tip 4. Investeer in zelfliefde

Lief zijn voor jezelf is één van de eerste stappen die je kunt maken om het eenzame gevoel te verminderen. Wanneer je niet tevreden bent met jezelf, kan dit bijdragen aan een eenzaam gevoel en jou belemmeren bij het maken van contact. Leer jezelf waarderen. Richt je meer op jouw goede eigenschappen dan te focussen op wat je anders zou willen zien. Vergelijk jezelf niet steeds met anderen, jij bent zoals je bent en dat is goed zo! Vind je het spannend om contact met iemand te leggen of jezelf te zijn, omdat je bang bent voor afwijzing? Onderzoek waar dit gevoel vandaan komt.

Tip 5. Investeer in het opbouwen van relaties

Het kost nu eenmaal tijd om waardevolle relaties op te bouwen met anderen. Je zult daar dan ook zelf tijd in moeten investeren. Grijp alle momenten aan om sociale contacten op te doen. Zoek bijvoorbeeld plekken op waar je mensen tegenkomt die dezelfde interesses hebben als jij. Je kunt via verschillende kanalen contacten opdoen, bijvoorbeeld via de sportschool, internet of een buurthuis.

Tip 6. Praat erover en stel jezelf kwetsbaar op

Het kan helpen om je te realiseren dat eenzaamheid er vaak bij hoort in het leven. Je bent niet alleen: ruim drie miljoen Nederlanders voelen zich regelmatig eenzaam. Hoewel er bij (jong)volwassenen nog altijd een taboe op dit onderwerp heerst, is het goed om je gevoelens bespreekbaar te maken. Is er een vriend, collega, familielid of buurvrouw aan wie je kwijt kunt hoe je je voelt? Grote kans dat je te horen krijgt dat diegene zich ook wel eens eenzaam voelt, wat jou weer kan sterken in je eigen emoties.

Eenzaamheid kan veel impact hebben op jouw mentale en fysieke gezondheid. Heb je het idee dat je er ondanks onze tips toch zelf niet uitkomt en wil je actief aan de slag met het verminderen van jouw eenzaamheid? Samen met een psycholoog kun je op zoek naar de oorzaak van jouw eenzaamheid en werken aan een oplossing. Want zoals eerder gezegd: eenzaamheid is een gevoel waar je (vaak) wat aan kunt veranderen.

 

Depressie is een keuze. Je kunt ervoor kiezen om gelukkig te zijn door je mindset anders in te stellen. Door structureel meer aandacht te geven aan wat goed gaat en wat goed is in het leven, zul je je beter voelen. Wees dankbaar voor wat je hebt en geniet van wat er is, in plaats van alleen te focussen op wat je niet hebt. Als je depressief bent, moet je dus gewoon je mindset veranderen! Je moet gewoon harder je best doen, positiever denken en jezelf aanpakken.

Helaas zijn er mensen die geloven in deze misvattingen over depressie. En om deze misvattingen de wereld uit te helpen, zetten wij in dit artikel enkele feiten over depressie op een rij!

Wat is depressie?

Iedereen voelt zich wel eens down, somber of verdrietig als het leven tegenzit; je zakt voor een examen, wordt ontslagen of er overlijd iemand. Deze gevoelens zijn normaal en gaan meestal vanzelf weer over. Maar somberheid of ‘in een dip zitten’ is iets anders dan een depressie of depressieve klachten hebben. Een depressie is namelijk een stemmingsstoornis en is het gevolg van een complexe samenloop van biologische, psychologische en situationele factoren. Depressie wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie gezien als een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd en is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van arbeidsongeschiktheid. Iedere 30 seconden pleegt er ergens op de wereld iemand zelfmoord door depressie.

Wat zegt de wetenschap over depressie?

Het is niet eenvoudig om dé oorzaak van een depressie op te sporen. Depressie is vrijwel altijd het gevolg van een combinatie van factoren op meerdere gebieden tegelijk. In de wetenschap gaat men uit van een bio-psycho-sociaal model: een combinatie van erfelijkheid, persoonlijke eigenschappen en wat iemand meemaakt in zijn leven. Sommige mensen hebben aanleg, anderen zijn door omstandigheden beïnvloed, maar meestal is het van alles wat.

Genetische gevoeligheid

Depressie is een ingewikkelde aandoening waarin genen een rol spelen. Maar wat voor rol is dat? Het duidelijkste antwoord tot nu toe komt van een grote groep internationale onderzoekers, het Psychiatric Genomics Consortium. Zij vonden 44 genetische varianten die het risico op depressie vergroten. Dertig daarvan waren nog nooit eerder gevonden. In 2018 zijn de resultaten van dit grote genetisch onderzoek gepubliceerd in Nature Genetics.

Je moet het eigenlijk zo zien: genetische factoren maken een mens kwetsbaar, maar dit hoeft niet te betekenen dat je dan ook altijd depressief wordt. Genen geven je alleen een bepaalde gevoeligheid voor depressie. Er is meestal nog een trigger nodig, bijvoorbeeld een scheiding, om die gevoeligheid tot uiting te laten komen. Omgekeerd is het zo dat als iemand depressief is, bij ongeveer een derde van deze mensen genetische factoren aanwezig zijn. Iedereen draagt genvarianten met zich mee die het risico op zware depressies vergroten. Het aantal kan alleen erg verschillen tussen individuen. De één slaat zich makkelijk door een scheiding heen, terwijl de ander wegzakt in een depressie. Die laatste persoon is genetisch waarschijnlijk gevoeliger voor tegenslagen.

Het opsporen van de verantwoordelijke genen bleek in het verleden lastig, omdat elk gen op zichzelf maar zo’n klein effect heeft. Pas als je het genoom van een heleboel mensen analyseert, komen grote aantallen genetische variaties bovendrijven. Het Psychiatric Genomics Consortium nam daarom de gegevens van zeven grote studies samen. De genen die zij aantroffen lijken veelal verantwoordelijk te zijn voor de werking van zenuwcellen in een paar specifieke hersengebieden.

Online zelftest depressie

Voel jij je al langer dan twee weken somber en heb je verminderde interesse of plezier in het uitvoeren van bijna alle activiteiten? Doe dan onze online depressie test om te achterhalen of je last hebt van een depressie.

Hersenactiviteit

Hersenonderzoek laat zien dat hersenen van mensen die een depressie hebben, verschillen van gezonde hersenen. Bij mensen met een depressie blijken een aantal hersengebieden actiever te zijn dan bij mensen die niet depressief zijn, terwijl andere gebieden juist inactiever zijn. Tegelijk is er een afwijkend patroon van hersenactiviteit aangetoond in rust en tijden het uitvoeren van taken. Dit zou kunnen betekenen dat de structuur en het functioneren van de hersenen een rol speelt bij het ontwikkelen van een stemmingsstoornis.

Biochemische factoren

Aangenomen wordt dat een verstoring van het natuurlijke evenwicht van bepaalde neurotransmitters depressieve klachten kan veroorzaken. Belangrijke neurotransmitters in de hersenen zijn serotonine, noradrenaline en dopamine. Deze stoffen spelen een rol bij emoties, eetlust en concentratievermogen. Daarnaast speelt de stof brain-derived neurotrophic factor, afgekort BDNF, ook een belangrijke rol. BDNF is één van de belangrijkste neurotrofe stoffen die betrokken is bij hersenziekten in het algemeen en depressie in het bijzonder.
Biochemische factoren staan niet op zichzelf. Overactiviteit van de zogenaamde stress-as wordt beschouwd als een belangrijk mechanisme achter het ontstaan van depressies. Overactiviteit van deze stress-as (de stressrespons of stressreactie ‘vechten of vluchten’ wordt gecoördineerd door de organen hypothalamus, hypofyse en bijnier) lijkt een belangrijke schakel in het proces van endocriene ontsporing. Bij een geringe prikkeling, een lichte spanning, slaat het stress-systeem dan al op hol.

Organische factoren

Maar ook andere stoffen in het lichaam kunnen een rol spelen en de kans op depressie vergroten, zoals medicijnen, alcohol en drugs, maar ook ontstekingen. Er zijn ziektes die bij sommige mensen – zeker als ook andere factoren een rol spelen – depressieve gevoelens aanwakkeren. Bijvoorbeeld afwijkingen aan de schildklier- en bijnierschors, diabetes, hart en vaatziekten of de ziekte van Parkinson.

Dat hormoonschommelingen aan de basis kunnen liggen van een heel scala aan emotionele klachten is wat minder bekend. Meer dan 50% van de vrouwen heeft hier tijdens de overgang in meer of mindere mate last van. Onverklaarbare huilbuien of angsten, opstandigheid, minder geduld, nervositeit, melancholie, depressieve gevoelens, het komt allemaal voor.

Promovenda Floor van Heesch van de Universiteit Utrecht ontdekte dat bepaalde depressiviteit rechtstreeks te herleiden is tot een overactief immuunsysteem. Mensen met een auto-immuunziekte zoals reuma, multiple sclerose of de ziekte van Crohn, hebben een hoger risico op een depressie. Uit onderzoek blijkt dat bij deze patiënten een depressie geen psychologische oorzaak hoeft te hebben maar in direct verband gebracht kan worden met het overactieve afweersysteem.

Ingrijpende gebeurtenissen

Als iemand vroeg in het leven ingrijpende dingen meemaakt, kan dat leiden tot (langdurende) gevoelens van somberheid. Mensen die als kind lichamelijk of geestelijk zijn verwaarloosd, mishandeld of misbruikt kunnen bijvoorbeeld op volwassen leeftijd depressief worden. Of als ze al vroeg een belangrijk iemand, zoals een ouder, hebben verloren en daar erg onder geleden hebben. Ook bij schokkende gebeurtenissen of grote veranderingen later in het leven kan neerslachtigheid overgaan in een depressie, zoals door het overlijden van een dierbare of het verlies van werk of gezondheid. Een verhuizing kan verkeerd uitpakken, wanneer iemand bijvoorbeeld zijn oude sociale contacten gaat missen of niet kan wennen aan zijn nieuwe omgeving. Maak je iets ernstigs mee, zoals een inbraak, beroving of een ongeluk en je hebt niet het gevoel dat je ertegen bestand bent (weinig zelfvertrouwen), dan kan de combinatie van externe gebeurtenissen en persoonlijke eigenschappen tot depressie leiden. Zeker als je dan ook nog erfelijk belast bent.

Persoonlijke eigenschappen

Depressie heeft ook te maken met de manier waarop je in het leven staat. Zie je altijd de optimistische kanten ergens van of ben je iemand die zich zorgen maakt over wat er allemaal mis kan gaan? Zo’n instelling heeft iets met je karakter te maken en kun je niet zomaar veranderen. Persoonlijke eigenschappen die de kans op een depressie verhogen zijn:

  • veel piekeren en negatief denken
  • neuroticisme
  • een streng geweten, dat de eigen persoon afkeurt
  • gebrekkig vermogen om problemen op te lossen
  • onvoldoende veerkracht om verdriet en teleurstelling te verwerken
  • moeite om steun te vragen
  • perfectionisme, hoge eisen stellen aan zichzelf
  • faalangst
  • weinig zelfvertrouwen

Tot slot

Een positieve mindset kan je zeker helpen om moeilijkheden te overwinnen of om sterker te worden. Bij depressie is er echter veel meer aan de hand dan een negatieve mindset. Depressie is een stemmingsstoornis, waarbij mensen ernstig psychisch lijden en ernstige beperkingen ervaren in het functioneren op belangrijke levensgebieden. Depressie is geen keuze maar een ziekte, die dodelijk kan zijn. Als jijzelf of iemand in jouw omgeving depressief is, blijf er dan niet alleen mee rondlopen, maar zorg dat je via je huisarts passende professionele hulp krijgt.

Over het algemeen vinden we de kindertijd de mooiste periode van het leven: blij en onbezorgd genieten, leven in het moment en niet te veel denken aan de dag van morgen. Vanaf de pubertijd voelt het vaak helemaal niet meer zo. Je begrijpt niet waarom de wereld is wat het is, en waarom mensen doen wat ze doen. Het kan lastig voelen om gewoon ‘in de wereld te zijn’.

Soms ontstaat dit gevoel omdat je erg begaan bent met alles wat leeft. Of omdat je moeite hebt met wat jouw omgeving van je vindt en verwacht (bijvoorbeeld omdat je denkt dat je ouders onbewust proberen een evenbeeld te creëren van hun ideale plaatje). Of omdat je op school weinig aansluiting hebt met leeftijdsgenootjes of leerkrachten, of de sfeer in de klas vervelend is. Misschien vraag je je af waarom je nog huiswerk zou moeten maken, naar school zou moeten gaan, nieuwe vrienden zou moeten maken of je bezig zou moeten houden met het opbouwen van je toekomst. Je voelt je misschien alleen, bang, boos of verdrietig of ervaart een gevoel van betekenisloosheid. Hoe komt dat toch?

Zingevingsvragen

Waar word ik gelukkig van?
Wat wil ik bereiken in mijn leven?
Wat vind ik echt belangrijk?
Waar hoor ik thuis?
Waarom ben ik hier?
Bestaat er een God?
Ik heb alles, waarom voel ik me dan toch niet gelukkig?
Waarom is er zoveel lijden op de wereld?

Zingevingsvragen worden soms veroorzaakt door een belangrijke gebeurtenis of verandering in je leven, of als je tegenslag meemaakt, waarbij de hoop op verbetering verdwijnt. Het is dan moeilijk om te leren omgaan met de veranderde omstandigheden en de gevoelens van paniek, angst, eenzaamheid, kwetsbaarheid en machteloosheid die daarbij komen kijken. We maken allemaal wel eens onverwachte gebeurtenissen mee die ons leven op zijn kop zetten. Door de coronacrisis maken we dit nu collectief mee. Veel mensen vragen zich nu af: waar ben ik mee bezig, wie ben ik uiteindelijk en waar moet het met mezelf, met mijn relatie, met de wereld naar toe?

Wat zegt de wetenschap over geluk?

Ook de wetenschap doet onderzoek naar zingeving en geluk. De uitkomsten van al die onderzoeken zijn altijd te herleiden tot twee conclusies: mensen die gelukkig zijn hebben veel zelfstandigheid en ze hebben goede sociale contacten. Uit een 75 jaar durend Harvard onderzoek kunnen we drie belangrijke lessen leren over geluk. De studie waarin 724 mannen van hun tienerjaren tot hun oude dag zijn bestudeerd, is wellicht het langstlopende onderzoek naar het leven van volwassenen dat ooit is gedaan!

1. Het belang van hechte relaties

Misschien wel de belangrijkste conclusie uit dit onderzoek, is dat geluk niet schuilt in diploma’s en een flitsende carrière. Het meest gelukkig zijn mensen die een hechte band hebben met familie, vrienden en hun omgeving. Daar kan geen goed gevulde bankrekening tegen op. Opvallend is dat mensen die hechte relaties hebben vaak ook gezonder zijn. Wanneer je iemand in je leven hebt die je kunt vertrouwen, kalmeert je zenuwstelsel en blijven je hersenen langer jong. Ook ervaar je minder emotionele en fysieke pijn. Volgens het onderzoek zien eenzame mensen hun gezondheid sneller achteruit gaan en sterven ze ook jonger.

2. Kwaliteit boven kwantiteit

Een tweede opvallende conclusie uit het Harvard onderzoek is dat geluk niet afhangt van het aantal relaties dat je hebt. Veel belangrijker dan kwantiteit is kwaliteit. Je kunt beter één relatie hebben waarbinnen je de ruimte voelt om je kwetsbaar op te stellen en dingen te delen, dan vijf relaties waarbij dat niet kan.

3. Tevredenheid in relaties

Wat ook uit het onderzoek naar voren kwam, is dat een stabiele relatie gelukkig maakt. Het is niet alleen gezelliger met zijn tweeën, een partner biedt ook ‘preventieve geestelijke gezondheidszorg’. Een groot voordeel van een vaste relatie is ook dat je meer lichamelijk contact hebt. Telkens wanneer je op een liefdevolle manier wordt aangeraakt, maakt je lichaam het hormoon oxytocine aan. Dit stofje zorgt ervoor dat er minder van het stresshormoon cortisol wordt aangemaakt. Ook voel je je tevredener, verlaagt oxytocine je bloeddruk en vergroot het gevoelens van verbintenis. Heb je op dit moment geen relatie? Gun jezelf zo nu en dan een massage, want ook dat stimuleert de aanmaak van oxytocine.

Wat kun je zelf doen om ‘uit de knoop’ te raken?

Bestudeer andere denkers

Allereerst is het goed om te beseffen dat het heel normaal is dat je als puber dit soort vragen hebt! De puberteit is nu eenmaal een periode waarin er veel op je afkomt en je veel ontwikkelingen doormaakt. Je bent echt niet de eerste, en zeker niet de laatste persoon op aarde die veel nadenkt en dit soort vragen stelt. Sterker nog, filosofen, psychologen, theologen en andere denkers hebben hier boeken over geschreven die jou misschien wat kunnen helpen.

Maak het bespreekbaar

Als jouw omgeving niet herkent dat je met dit soort vragen worstelt, kun je behoorlijk klem lopen in je zoektocht naar antwoorden. Niet iedereen vindt het natuurlijk even makkelijk om zijn diepste gevoelens en gedachten te uiten, maar het kan erg opluchten om het bespreekbaar te maken met iemand in jouw omgeving.

Experimenteer met wat je leuk vindt

De positieve psychologie leert ons dat erachter komen waar je echt blij van wordt, wat je leuk vindt om te doen een eerste ingang is naar zingeving. Vanuit wat je leuk vindt om te doen of waar je blij van wordt, ontstaat een positieve impuls om je leven vorm te geven. Je handelt dan vanuit een innerlijk streven naar de verwezenlijking van een doel. En onderzoek heeft aangetoond dat het hebben van een levensdoel de belangrijkste factor voor later succes is. Dus maak eens een lijstje met activiteiten en bezigheden die je kunt ondernemen en ga hiermee experimenteren!

Wees mindful

We weten uit de wetenschap dat mindful in het leven staan goed is voor je geluk. Mindfulness betekent dat je je aandacht volledig richt op datgene wat je in het hier en nu aan het doen bent. Dingen als je kamer opruimen, huiswerk maken en avondeten voelen voor velen als verplichtingen. Klussen en tuinieren zijn ook niet voor iedereen een hobby, net zoals boodschappen halen voor de bejaarde buurvrouw. Probeer eens om dit soort dagelijkse activiteiten niet als verplichting maar als bron van betekenis in je leven te zien. En probeer alles wat je doet in plaats van even snel snel snel, eens langzamer en met volle aandacht te doen.

Ervaar positieve emoties door….

Als je een wandeling maakt door de natuur, probeer dan eens om je aandacht volledig te richten op de schoonheid ervan. Luister naar de geluiden van vogels, ruik de geur van bloemen of verdiep je in de verschillende soorten bomen of insecten die je onderweg tegenkomt. Probeer eens te beseffen hoe bijzonder het is dat er überhaupt leven is op deze planeet en dat jij bestaat! Wees dankbaar voor wat er nog wel is en voor wat je nog wel hebt, in plaats van je te richten op wat er ontbreekt. Een andere manier om meer positieve gevoelens te ervaren, is door je creativiteit te gebruiken. Denk bijvoorbeeld eens aan tekenen, schrijven, knutselen, naaien, muziek luisteren of maken, fotograferen, schilderen, fotoboeken maken en postkaarten maken (en sturen).

….en kom in de flow

Misschien kom je door dit soort bezigheden wel in een flow terecht, dat is een geestestoestand waarin je geluk ervaart omdat je positief en intensief met iets bezig bent. Je gaat dan helemaal op in dat wat je op dat moment aan het doen bent en je vergeet de tijd.

Doe iets voor anderen

Iets voor anderen doen maakt niet alleen de ander gelukkiger, onderzoek laat zien dat prosociaal gedrag ook goed is voor jouw eigen welzijn en geluk! Je kunt een kaartje sturen naar familie of oudere mensen die veel alleen zijn, iets leuks doen om een ander te verrassen of boodschappen halen voor oudere buren. Of wat dacht je van vrijwilligerswerk? Je kunt iets betekenen voor een ander en doet daarmee dus ook nog eens iets goeds voor de wereld, wat ook weer een goed gevoel geeft. Dus wat houdt je tegen, steek je handen uit de mouwen en ga ervoor!

Blijf bewegen

Recent onderzoek naar geluk tijdens deze coronacrisis geeft aan dat bewegen het grootste positieve effect heeft op geluk. Bewegen hoeft niet moeilijk te zijn. Zo kan je buiten altijd een wandeling maken of een rondje gaan fietsen. Dus trek die sportschoenen aan en leef je uit!

Geef door wat je leert en deel!

Wij zijn opgeleid om wat we weten voor onszelf te houden, wij sharen niet. Daarin schuilt een van de grootste kansen om geluk te creëren. Als ik met jou iets deel, dan help ik jou vooruit en dan bouw ik aan mijn sociaal netwerk. En net dat bouwen aan dat sociale netwerk zorgt ervoor dat ik niet in isolement eindig.

Merk je dat je voor je gevoel toch teveel vastloopt in het leven en praat je daar graag over met een (kinder)psycholoog? Dat kan! Ben je 16 jaar of ouder? Dan kun je je huisarts vragen om advies en eventueel een verwijzing. Ben je jonger dan 16 jaar? Vraag dan aan je ouders of ze je willen helpen hulp aan te vragen.

 

 

 

Wist je dat meerdere onderzoeken inmiddels hebben aangetoond dat voeding een rol speelt in de mate waarin je last kunt hebben van ADHD-symptomen? Onderzoek suggereert dat veranderingen in het voedingspatroon voor sommige mensen kan helpen de symptomen van ADHD te verminderen. In dit artikel geven we je een overzicht van de belangrijkste onderzoeksresultaten.

Wat zegt de wetenschap over voeding en ADHD?

Er is al jarenlang een discussie gaande of voeding een effect heeft op ADHD-symptomen. Aangezien sommige wetenschappelijke studies elkaar tegenspreken, is het zinvoller om naar meta-analyses en systematische reviews te kijken. Dit soort studies bevatten bevindingen van meerdere onderzoeken samen.
Uit deze studies is gebleken dat een gezond voedingspatroon dat veel fruit, groente en volkorenproducten bevat, ADHD-symptomen vermindert en dat een ongezond voedingspatroon (veel verzadigde vetten en suiker) symptomen verergert (Del-Ponte et. Al, 2019).

Uit onderzoek van Woo et. Al (2015) blijkt dat met name suiker, kunstmatige kleurstoffen en conserveermiddelen de kans op ADHD vergroten. Ook is het deze onderzoekers opgevallen dat kinderen met ADHD vaak tekorten hebben aan zink, magnesium, ijzer, koper en omega-3 vetten.

Uit de review van Millichap en Yee (2012) komt naar voren dat een dieet met veel suikers en vetten ADHD verergert, en dat een ADHD-vriendelijk eetpatroon de symptomen kan verlichten. De auteurs adviseren om suikers, toegevoegde stoffen, conserveringsmiddelen en allergenen te schrappen. Omega-3 kan juist toegevoegd worden. Het valt hen verder op dat kinderen met ADHD vaak zink en ijzer wordt gegeven.

Alle bovengenoemde studies komen ongeveer op dezelfde adviezen uit. Dat betekent dat het wetenschappelijk bewijs in dezelfde richting wijst. Het is dus zinvol om naar de rol van voeding te kijken als jij of je kind last heeft van ADHD. En of je nu ADHD hebt of niet, een voedingspatroon volgens de beschreven basisprincipes is veel gezonder. Je verkleint daarmee bijvoorbeeld de kans op diabetes, overgewicht en hart- en vaatziekten. Ook wordt de bloedsuikerspiegel er stabieler van.

Het fewfoods-dieet bij kinderen

In een studie van Wageningen University & Research en het ADHD Research Centre te Eindhoven (2017) werden de effecten van drie dieetinterventies op ADHD bij kinderen onderzocht: visolie, kleurstoffen en het fewfoods-dieet. Hieruit is gebleken dat ADHD-symptomen bij jonge kinderen sterk verminderen door het volgen van het fewfoods-dieet. Uit dit onderzoek is daarentegen ook gebleken dat de effecten van visolie en kleurstof op ADHD klein zijn.

Bij het fewfoods-dieet wordt onderzocht of het drukke gedrag veroorzaakt wordt door voedsel waar een kind overgevoelig voor is. Het idee is dat een kind eerst een week of vijf alleen maar voedsel eet waar (bijna) niemand allergisch voor is. Bijvoorbeeld lam, broccoli, bloemkool, spruiten, wortels, erwten, olijfolie, witte aardappelen, rijst, appels, peren of bananen. Daarna worden langzaamaan andere voedingsmiddelen erbij geven totdat er een effect wordt waargenomen. Dit hele onderzoeksproces kan 1,5 jaar duren. De therapie bestaat vervolgens uit het vermijden van bepaalde voedingsmiddelen die ADHD triggeren. Dit kunnen bij elk kind andere producten zijn.

Wil jij meer lezen over ADHD?

Bekijk onze hulpvraag “ADHD” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

Verder onderzoek nodig

De fewfoods-methode is niet eenvoudig, duurt heel lang en vraagt veel motivatie van ouders en kinderen. De auteurs adviseren om het dieet dan ook nog niet grootschalig toe te passen bij kinderen met ADHD. Verder onderzoek naar het mechanisme van het fewfoods-dieet is nodig. Er zijn nog veel vragen zoals: wat is de rol van de darm en van darmbacteriën (de microbiota), wat gebeurt er in de hersenen, zijn er wellicht biomarkers te vinden in bloed of urine?

Door verder onderzoek te doen kan de fewfoods-methode wellicht veel eenvoudiger worden en daardoor toegepast worden bij alle kinderen met ADHD. Kinderen waarbij ADHD getriggerd wordt door voeding zouden een op maat gemaakt voedingspatroon kunnen aanhouden of medicijnen kunnen krijgen die zich richten op de microbiota in de darm. Mogelijk kan in de toekomst door middel van laboratoriumonderzoek vastgesteld worden of iemand overgevoelig is voor voedingsproducten. Daardoor zou het volgen van het fewfoods-dieet overbodig kunnen worden.

Voorbeeld van een behulpzaam voedingspatroon

Als je ADHD hebt, kun je het beste zoveel mogelijk plantaardig eten en vooral suikers en koolhydraten vermijden. Je kunt kiezen voor een paleodieet, waarbij je vooral vlees, vis, groente, fruit, eieren en noten en zaden eet of een mediterraan dieet wat naast deze voedingsmiddelen ook bonen, plantaardige oliën en volle granen adviseert. Fruit en groente kun je gewoon de hele dag door nemen, ook als tussendoortje. Door kleine porties verspreid over de dag te eten, zorg je er ook voor dat je stofwisseling optimaal geactiveerd wordt. Eet voldoende vette vis en gevogelte en liever niet meer dan één keer per week rood vlees. Als je een groot tekort hebt aan bepaalde voedingsstoffen, zoals magnesium en ijzer, kun je eventueel (in overleg met de huisarts) voedingssupplementen nemen. Schrap bewerkt voedsel zoals snoepjes, koekjes, chips, fastfood en andere ongezonde snacks en voedingsmiddelen zoveel mogelijk van je menu. Deze producten bevatten veel ‘lege’ calorieën en maken de bloedsuikerspiegel wiebelig.

Conclusie

Het zal duidelijk zijn dat gezonde voeding ervoor kan zorgen dat kinderen, pubers en volwassenen beter functioneren en aanzienlijk minder last hebben van ADHD. Op termijn kan dit er wellicht voor zorgen dat er minder medicijnen nodig zijn bij de behandeling van ADHD.

Heb jij ook waardevolle onderzoeken gelezen over ADHD en voeding die niet zijn behandeld in dit artikel? Laat het ons weten!

 

We zijn nog nooit eerder zo rijk, veilig en welvarend geweest als nu. Tegelijkertijd is depressie een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd en de belangrijkste oorzaak van arbeidsongeschiktheid. Hoe kan het dat miljoenen mensen in deze welvaart leegte en ongelukkigheid ervaren? De opvattingen over wat een depressie precies is, lopen uiteen. De gangbare wetenschappelijke visie is dat een depressie het gevolg is van een complexe samenloop van biologische, psychologische en situationele factoren. Depressie wordt in onze westerse samenleving vooral gezien als een individueel probleem, als een (hersen)ziekte van het individu. Maar als zoveel mensen in amper één generatie dezelfde klachten ontwikkelen, kun je dan nog van individuele problemen spreken? Of heb je dan met iets anders te maken? In dit artikel wordt ingegaan op de rol die cultuur zou kunnen spelen bij depressie. Wat zegt depressie over onze cultuur en de manier waarop we vandaag in de wereld staan?

De rol van onze cultuur

Er is gelukkig steeds meer aandacht voor depressie en het onderwerp is beter bespreekbaar dan ooit. Toch hebben we nog amper grip op deze stoornis. En hoewel depressie veel voorkomt, tasten we wat betreft de aard en behandeling ervan nog altijd grotendeels in het duister. Volgens filosoof en psycholoog Bert van den Bergh komt dit omdat depressie vooral wordt benaderd als hersenziekte. Of als een cognitieve stoornis, waarbij men focust op de negatieve gedachtenspiraal bij mensen met depressieve klachten. De nadruk wordt daarbij gelegd op onze (neuro)biologische gevoeligheid, zonder dat we echt stilstaan bij de maatschappelijke factoren die op deze gevoeligheid inwerken. Nog minder wordt er volgens hem ingegaan op de culturele bronnen van deze impact. In zijn boek ‘De schaduw van de zwarte hond, depressie als symptoom van onze tijd’, verschenen in 2019, stelt Van den Bergh deze blinde vlek in de depressieduiding centraal. Hij geeft zo een andere blik op het gangbare begrip van deze ‘stemmingsstoornis’.

Depressie als afstemmingsstoornis

Volgens Van den Bergh is de zogeheten ‘depressie-epidemie’ het gevolg van een te grote kloof tussen hoe we werkelijk zijn en hoe we ons (moeten) laten zien. Er is te veel, er kan te veel en er moet te veel in onze ‘manische’ laatmoderne samenleving. Op sociale media zien we lachende gezichten en hoogtepunten, maar dat is lang niet altijd een reflectie van hoe we ons echt voelen. Er lijkt sprake van ‘verplicht optimisme’, waardoor er geen ruimte meer is voor de ‘melancholie’. Dit inzicht is cruciaal als we depressie beter willen begrijpen, behandelen of voorkomen. In de culturele context bezien is depressie geen stemmingsstoornis, maar een afstemmingsstoornis, zo zegt Van den Bergh.

Existentieel isolement

Van den Bergh vindt dat de DSM, het handboek van de psychiatrie, de plank nogal mis slaat als het gaat om de definitie van depressie. Als je goed luistert naar wat zich meldt in de ervaring van de depressie, dan gaat het niet om extreme somberheid, maar veel meer om existentieel isolement. Dit existentieel isolement ontbreekt in de DSM definitie van depressie. Volgens Van den Bergh is existentieel isolement de oorzaak van de huidige depressie-epidemie: het gevoel dat je anderen niet kunt bereiken, dat je eenzaam, geïsoleerd en opgesloten bent in je ervaring. Mensen die depressief zijn hebben het gevoel dat ze erbuiten staan, dat het ze niet meer raakt. Hun afstemming op anderen en op de wereld om hen heen is zwaar verstoord. De centrale stelling van Van den Bergh is: omdat wij in onze cultuur zo sterk focussen op het sterke, competitieve, op zichzelf staande individu als ideaal, komt deze cruciale afstemming in het gedrang.

Wil jij meer lezen over depressie?

Bekijk onze hulpvraag “Depressie” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

Het goede leven?

Volgens Van den Bergh nemen we allemaal deel aan een cultuur die depressogeen is, die ziek maakt. We kiezen in zekere zin voor een leven dat ons niet bevalt. Wat we tegenwoordig zien als het ‘goede leven’ is in feite een set etiketten en gedragsnormen die voorschrijven hoe je een succesvol mens moet zijn. We krijgen voortdurend de boodschap mee dat we onszelf moeten verwerkelijken, dat we moeten excelleren, dat we onze vrijheid moeten gebruiken en autonoom en succesvol moeten zijn. Die vrijheid is beknellend geworden. Bijna iedereen voelt de druk van die eisen, ze maken ons rijp voor depressie. ‘Wees succesvol, wees alleen en wees een winnaar’. We zijn ten diepste sociale wezens, al spiegelen we elkaar voortdurend voor dat ons leven een eigenhandig maakbaar project is.

Symptomen zoals slapeloosheid, concentratiestoornissen of niet meer kunnen genieten, kunnen we ook zien als signalen dat er iets in ons leven moet veranderen, dat we een andere koers moeten varen. Door de aandoening massaal te duiden als een hersenziekte, stelt Van den Bergh, brengen we tot zwijgen wat depressie ons echt wil vertellen.

Accepteer het lijden

Ook psychiater Dirk de Wachter, psychiater en filosoof Damiaan Denys en hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe wijzen naar de samenleving als verklaring voor de depressie-epidemie. Hoewel hun analyses op veel vlakken van elkaar verschillen, richten ze alle drie hun pijlen op de huidige tijdsgeest. Hun stelling is dat mensen tegenwoordig door het verdwijnen van religieuze verbanden niet meer in staat zijn om existentiële vragen te beantwoorden en lijden te verdragen. In een notendop: hun pleidooi is dat mensen maar beter kunnen accepteren dat ons bestaan nu eenmaal gepaard gaat met lijden.

Volgens De Wachter, Denys en Verhaeghe bestempelt de samenleving geluk tot bewijs van een goed en succesvol leven. Maar voortdurend gelukkig zijn is onhaalbaar. Door dat te ontkennen of nog erger, door je te behandelen alsof je een sukkel bent als het leven even niet meezit, creëert de samenleving juist psychisch lijden. Met dat lijden kunnen mensen in het dagelijks leven geen kant uit. Ze zoeken dan hun toevlucht bij een diagnose: hun ellende is het gevolg van een (psychische) ziekte. Je ongeluk is dan niet langer een teken van persoonlijk falen, maar van botte pech. En als zieke krijg je tenminste erkenning en hulp, steun of respijt.

Een zingevingscrisis?

De Wachter, Denys en Verhaeghe wijzen op hun eigen manier ook allemaal op het doorgeschoten individualisme in onze samenleving. Ondanks dat onze stralende buitenkant vaak anders doet vermoeden, ervaren veel mensen onderhuids een gevoel van eenzaamheid. De snelheid die we elkaar en onszelf opleggen, sluit ons af voor de ander en maakt dat we uiteindelijk de verbinding met onszelf verliezen. Daarmee beroven we uiteindelijk onszelf precies van wat ons gelukkig maakt: contact. Door de snelheid en vanzelfsprekendheid uit onze patronen en gewoonten te halen, kunnen we de aandacht voor de zaken die we daadwerkelijk van waarde vinden weer terugvinden.

Dit is wat de wetenschap zegt over waarom we ontvangen van kritiek zo lastig vinden.

De meeste mensen vinden het lastig om negatieve feedback of kritiek te krijgen. In het omgaan met kritiek speelt onzekerheid vaak een rol. We interpreteren kritische kanttekeningen als een aanval op onze persoon en voelen ons afgewezen. Een veelvoorkomende en natuurlijke reactie is dat je in de verdediging of ontkenning schiet, of kwaad wordt. Gelukkig kun je oefenen met reageren op kritiek, zodat het minder als een aanval zal voelen. In dit artikel leggen we uit waarom kritiek ontvangen zo lastig is en hoe je op een gezonde en assertieve manier met kritiek kunt omgaan.

Waarom is kritiek ontvangen zo lastig?

De afgelopen jaren zijn er tientallen studies verricht naar de vraag waarom het zo lastig is om kritiek te ontvangen. Hieronder vatten we de belangrijkste conclusies samen:

  1. Kritiek is een bedreiging (voor je overleving)

Je hebt vast wel eens gehoord van het ‘fight, flight or freeze’-mechanisme. Vanuit de oertijd zijn we gewend om gevaar uit de weg te gaan, ertegen te vechten of te bevriezen en niets te doen. Dat zijn nog steeds de drie primaire reacties wanneer we iets als een bedreiging zien. Dit mechanisme wordt in gang gezet door de amygdala. Het blokkeert de mogelijkheid om nog rationeel te denken en redelijk te reageren, en het zorgt ervoor dat er razendsnel stresshormonen vrijkomen. Dat gebeurt ook als we kritiek krijgen.

  • Fight (vechten):  in de tegenaanval gaan, proberen de kritiek te weerleggen of de ander in twijfel trekken
  • Flight (vluchten):  kritiek of kritiekgevers vermijden
  • Freeze (bevriezen):  terugtrekgedrag, zelfvertrouwen en zelfwaardering neemt af door de kritiek

Ons brein is er dus eigenlijk nog steeds van overtuigd dat we in de oertijd leven. Als je in de oertijd bij de groep hoorde, had je een betere overlevingskans. Je had jouw stam nodig om te kunnen overleven, voedsel te vergaren en je voort te planten. Afwijzing en sociale uitsluiting was het ergste wat je kon overkomen. Een kritische reactie heeft tegenwoordig natuurlijk niet meer zulke negatieve gevolgen als toen, maar toch ziet je brein kritiek nog steeds als een bedreiging. Afkeuring of afwijzing – zoals kritiek voor ons voelt – kan volgens je primitieve brein namelijk leiden tot sociale uitsluiting.

  1. Cognitieve bias: je brein vindt kritiek onterecht

Een tweede reden waarom het lastig is om kritiek te ontvangen, is dat je brein de neiging heeft om te denken dat het altijd gelijk heeft. Zo’n denkfout wordt in de psychologie een ‘cognitieve bias’ genoemd. Letterlijk vertaald is het ‘een afwijking van rationaliteit in oordelen, wat resulteert in het trekken van onlogische of irrationele conclusies over andere mensen en situaties’. In dit geval betekent dat dus: jij hebt gelijk, en de kritiek is onterecht.

  1. Negatieve informatie wordt uitvergroot

Een andere reden dat we kritiek liever uit de weg gaan, is dat negatieve informatie door het brein wordt uitvergroot en langer blijft hangen. Dit wordt de ‘negativity bias’ genoemd en maakt dat kritiek zo’n grote impact op ons heeft in vergelijking met complimenten. Het zorgt ervoor dat je sneller (je amygdala activeert stress in seconden) en heftiger (overlevingsmechanisme ‘aan’) reageert op kritiek. Dat verklaart waarom een negatieve opmerking een week lang in je hoofd blijft hangen, maar je een compliment zo vergeten kan zijn.

Maar hoe moet je dan wel omgaan met kritiek?

Wil je goed met kritiek kunnen omgaan, dan is het nodig dat je voor de kritiek openstaat en niet direct wegvlucht, vecht of bevriest. Probeer kritiek niet te zien als een nare opmerking naar jou toe gericht, maar als een advies waar je van kunt leren! Hieronder geven we een aantal tips om op een positieve manier met kritiek om te gaan en er zelfs je voordeel mee te doen!

Let op je ademhaling

De eerste stap om die primitieve reacties uit te schakelen, is door het te herkennen.  Let hiervoor op de signalen die je lichaam geeft. Adem je sneller dan normaal? Klopt je hart sneller? Voel je druk op de borst? Heb je een naar gevoel in je buik? Voel je je opgejaagd? Voel je een algemeen ongemak? Dit zijn aanwijzingen dat je midden in de stressreactie van je amygdala zit. Door vier seconden diep in te ademen (en rustig weer uit) schakel je dit stresssysteem direct uit. Hierdoor kalmeert het gedeelte in de hersenen dat de ‘vecht-of-vlucht’-respons aanstuurt. Laat de ander ondertussen rustig uitpraten en luister naar wat hij of zij zegt. Sluit je niet af voor wat de ander zegt. Elke vorm van kritiek, maar vooral een overload aan kritiek kan het lastig maken om je primitieve systeem in bedwang te houden.

Vraag om tijd

Als je voelt dat jouw grens bereikt is, kun je om tijd vragen zodat jij:

  • de amygdala kan kalmeren en de stressreactie kan uitschakelen;
  • negatieve feedback realistisch kan bekijken en plaatsen, in plaats van je gevoel (en reactie) te laten overheersen volgens de ‘negativity bias’;
  • opmerkingen kan evalueren in plaats van direct te verwerpen volgens de ‘cognitive bias’;
  • bewuste keuzes kan maken over je reactie en vervolgstappen en vragen kan formuleren.

Neem zelf het initiatief

Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar juist door zelf om feedback te vragen leer je beter om te gaan met kritiek. Zo oefen je het niet alleen, maar ben je er beter op voorbereid en houd je vooral zelf de controle. Je hebt dan namelijk zelf in de hand van wie, op welk moment, op welke plaats en wat voor soort feedback je krijgt.

  • Vraag de juiste persoon om feedback, iemand die jou eerlijke en constructieve antwoorden kan geven.
  • Stel zelf een plaats en tijdstip voor, waar jij je prettig bij voelt.
  • Stel een aantal (specifieke) vragen, waar wil je dat de ander je feedback op geeft?

Bekijk wat je met de kritiek kunt

Misschien wel de belangrijkste stap om met kritiek om te gaan, is voor jezelf helder krijgen wat je ermee kunt. Juist op deze manier kun je het omzetten naar iets positiefs. Soms is je fout toegeven en daar je excuses voor aanbieden het beste wat je kunt doen, maar meestal is het vooral belangrijk om te kijken naar oplossingen. Hoe kun je het een volgende keer anders doen, welke stappen kun je zetten om te groeien en wie kan jou daarbij helpen?

  • Analyseer de situatie en de kritiek. Wat heeft de ander gezegd en welke tips heb je gekregen?
  • Maak een concreet plan of afspraken waarmee je jezelf op dit punt kunt verbeteren.
  • Vraag eventueel de kritiekgever om advies of leg hem/haar je plan voor.
  • Vraag eventueel om een second opinion van iemand die jou verder kan helpen.

Tot slot: je hoeft niet altijd iets te doen met kritiek, zeker niet als de kritiek niet opbouwend is. Maak altijd voor jezelf de afweging of jij het nodig vindt dat je er iets mee doet en of de kritiek gegrond is.