Veerkracht helpt jouw kind vooruit te komen wanneer het te maken krijgt met tegenslagen. Wist je dat je als ouder hier van grote positieve invloed op kunt zijn? Er zijn meerdere dingen die je jouw kind kunt leren of die je bij jouw kind kunt stimuleren, zodat dit vermogen wordt vergroot. Benieuwd naar hoe je dit kunt aanpakken? In dit artikel geven wij je meerdere concrete adviezen.

Maar eerst: wat is veerkracht?

Psychologen omschrijven veerkracht als het vermogen om persoonlijke crisissen goed het hoofd te kunnen bieden en er relatief snel weer van te herstellen. Onderzoekers vermoeden dat iedereen in meer of mindere mate geboren wordt met deze vaardigheid en over mogelijkheden beschikt om veerkracht te ontwikkelen of te vergroten.

Volgens positief psychologen bezit een veerkrachtig iemand de volgende eigenschappen:

  • optimisme;
  • hoopvol zijn en problemen kunnen oplossen;
  • in jezelf geloven, maar niet blaken van zelfvertrouwen;
  • emoties zelf kunnen reguleren en gebruiken;
  • betekenis zien in tegenslagen;
  • humor gebruiken;
  • ervaring hebben met een sterk koesterende autoriteit in de jeugd;
  • sociale steun gebruiken, je voordeel doen met vrienden en familie;
  • beschikken over een set adaptieve verdedigingsmechanismen;
  • kunnen leren, vergeven en doorgaan.

Hoe kun je veerkracht bij je kind vergroten?

Je kunt je kind niet beschermen tegen tegenslagen. Wat je wel kunt doen, is je kind vaardigheden helpen ontwikkelen om beter met tegenslagen om te gaan. Hierdoor heb je als ouder een positieve invloed op de copingstijlen en de mentale gezondheid van jouw kind. Kinderen zijn van nature al behoorlijk veerkrachtig. Wat kun je verder doen om de veerkracht van je kind te vergroten?

  1. Ontwikkel een groeimindset. Veerkracht is belangrijk om met tegenslag om te gaan en een groeimindset kan helpen veerkracht te vergroten. Probeer te ontdekken wat al bestaande sterke kanten en kwaliteiten van je kind zijn. Reik je kind overtuigingen aan die uitgaan van de eigen controle en mogelijkheid tot groei. Leer je kind dat het zichzelf kan verbeteren, geef uitleg over leerprocessen en laat zien hoe je een groeimindset toepast. Onderzoek samen met je kind welke strategieën helpen om problemen te overwinnen en te floreren. Hoe leert jouw kind? Hoe lukt het om zelfbeheersing te behouden? Hoe overwint het de problemen? En hoe bedenkt je kind creatieve oplossingen?
  2. Ontwikkel probleemoplossende vaardigheden. Leer je kind om een probleem zowel analytisch, creatief als praktisch te benaderen. Analytisch betekent dat je vragen stelt als: wat zijn de feiten? Hoe erg is het? Ben ik wel degene die het moet oplossen? Creatieve vragen zijn bijvoorbeeld: Wat zou er gebeuren als ik het tegenovergestelde deed van wat ik nu doe? Wat is er grappig aan deze situatie? Wat zou een belachelijke oplossing zijn? Voor het zoeken naar een praktische oplossing moet je proberen om je emoties aan de kant te zetten, en de gegeven realiteit accepteren.
  3. Oefenen met zeggenschap. Zeggenschap is het tegenovergestelde van hulpeloosheid en daarmee een belangrijke voorwaarde voor veerkracht. Het maakt je actief in plaats van passief, waardoor je zelf initiatief neemt en richting aangeeft in plaats van te worden meegesleurd. In tijden van crisis is zeggenschap het belangrijkste wat je helpt om weer op te staan. Je kunt je kind laten oefenen met zeggenschap door bewust keuzes te maken of een bepaalde afloop te beïnvloeden. Waar het om gaat, is dat je kind er steeds van bewust is dat het zelf een keuze kan maken.
  4.  Stimuleer gezonde en voedende relaties en vriendschappen. Positieve sociale relaties vormen de basis voor veerkracht. Mensen van wie je houdt kunnen je steun en toeverlaat zijn in moeilijke tijden. Intieme relaties maken je sterk en veerkrachtig omdat je je gesteund voelt en een vangnet hebt. Als jouw kind zich onderdeel voelt van een groter geheel, is het beter in staat negatieve gebeurtenissen te plaatsen en ermee om te gaan.
  5.  Leren zorgen voor jezelf. Goed zorgen voor jezelf betekent dat je in de beste conditie bent om het leven en zijn uitdagingen aan te kunnen. Leer je kind het belang van goed slapen, gezond eten en op een gezonde manier een uitlaatklep te vinden voor stress. Regelmatig oefenen met diepe ontspanning helpt je kind om meer rust te ervaren. Ga samen op zoek wat bij je kind past op het gebied van sport en hobby’s. Ook grenzen leren stellen, durven nee zeggen en grenzen leren verleggen versterkt de veerkracht van je kind.
  6.  Fouten maken mag.  Breng je kind bij dat het maken van fouten een kans is om te leren. Na een mislukking of fout, moet je namelijk weer opstaan en doorgaan. Blijf zelf altijd zo kalm mogelijk en vraag wat er gebeurd is en of je kind zelf een oplossing ziet. Zoek er anders samen naar en werk er met kleine stapjes naar toe. Zo leert je kind een uitweg of oplossing bedenken. Lachen als er iets helemaal misloopt, zaken in een ander perspectief plaatsen, inzien dat een mislukking niet het einde van de wereld betekent. Ook dat zijn belangrijke vaardigheden om de veerkracht van je kind te versterken.
  7. Leren omgaan met gevoelens. Het is ontzettend belangrijk om je kind te leren hoe je op een gezonde manier omgaat met emoties. Door je kind vanuit verbinding en veiligheid te helpen om woorden te geven aan gevoelens en problemen, zal je kind waarschijnlijk zelf tot mooie conclusies en oplossingen komen. Leer dat het oké is om over gevoelens en problemen te praten in plaats van deze op te kroppen. Help te accepteren dat dingen soms zijn zoals ze zijn en dat je kind goed is zoals het is, maar nog veel mag en kan leren. Laat merken dat het oké is om even down te zijn bij een tegenslag, maar dat het er ook op aankomt dat je jezelf weer kunt herpakken. Geef hierin zelf het goede voorbeeld.
  8. Creëren van geluksmomentjes. Heilzame ervaringen kunnen helpen veerkrachtiger te worden; ze vormen als het ware een buffer voor tegenslagen. Maar wat vooral veerkrachtiger maakt, is je meer bewust zijn van alle goede dingen in je leven. Leer je kind om stil te staan bij waar het gelukkig van wordt en deze ervaringen uit te breiden.
  9. Oefenen met moed. Moed is een diepe vastberadenheid wanneer je voor uitdagingen komt te staan. Het helpt je je angsten te ervaren, zonder je erdoor te laten tegenhouden. Overdonderd raken door uitdagingen is het tegenovergestelde van veerkracht; moed tonen maakt je juist veerkrachtiger. Je kunt oefenen met moed door in situaties die je kind als spannend of eng ervaart samen terug te denken aan al die keren waarin je kind moedig was. Laat je kind dat vastberaden gevoel terughalen, laat het diep doordringen en go for it!
  10. Ontdek het positieve in tegenslag. Leer je kind om zichzelf de volgende vragen te stellen: Wat heb ik geleerd? Waarom kan ik dankbaar zijn voor het gebeurde? Welke nieuwe kracht heb ik daardoor ontwikkeld? Hoe heb ik mijn zelfvertrouwen ontwikkeld? Ben ik meer empathisch geworden? Als je kind dit kan, heeft het de hoogste vorm van veerkracht bereikt.

Heb jij een relatie met iemand met ADHD en zit het jullie relatie soms in de weg? Niet getreurd! Elke relatie heeft of krijgt te maken met verschillende uitdagingen. Om ervoor te zorgen dat jullie relatie kan floreren, is het belangrijk dat je de ADHD van je partner goed begrijpt. Zo zijn er een aantal dingen waarmee je rekening kunt houden bij het omgaan met je partner. In dit artikel bespreken we eerst welke impact ADHD kan hebben op jullie relatie. We sluiten daarna af met een aantal tips die jullie kunnen gebruiken om jullie relatie te laten floreren.

Hoe uit ADHD zich bij jouw partner?

Jouw partner heeft ADHD. Dat houdt in dat hij of zij iedere dag weer worstelt met aandachts- en concentratieproblemen, impulsiviteit en/of hyperactiviteit. ADHD symptomen kunnen tot veel frustraties leiden, vooral als je nog niet begrijpt waar bepaald gedrag vandaan komt. Wellicht herken je enkele van onderstaande zaken bij jouw partner:

  • moeite hebben met het uitvoeren van vervelende taken en routineklussen;
  • moeite hebben om de werkdag te structureren;
  • afspraken vergeten of niet nakomen;
  • de tijd te optimistisch inschatten;
  • er niet tegen kunnen als de plannen onverwachts gewijzigd worden;
  • overgevoeligheid door een hyperactief zenuwstelsel. Je partner heeft moeite om zich af te sluiten voor zintuiglijke prikkels en reageert op alles wat hij of zij ziet, ruikt, hoort en voelt;
  • moeite hebben om je tijdens een gesprek te blijven concentreren;
  • moeite hebben om de eigen behoeften op passende wijze te uiten;
  • moeite hebben om signalen van jou te interpreteren en zorgzaamheid te tonen;
  • moeite hebben met sociale contacten, zowel in kleinere als grotere groepen;
  • moeite hebben met ‘small talk’;
  • zich snel bekritiseerd voelen.

De invloed van ADHD op romantische relaties

Elke relatie heeft zijn eigen uitdagingen. In sommige gevallen doet ADHD daar een schepje bovenop, maar dat is niet altijd het geval! ADHD hoeft helemaal geen probleem te vormen in jullie relatie. Sterker nog, voor velen zorgt het juist voor de passie en spontaniteit die ze zoeken. Er zijn echter ook situaties waarin de balans in relaties onder druk staat door ADHD, zoals:

  • Er is binnen de relatie een gebrek aan erkenning (door één of beiden) over het feit dat ADHD een rol speelt in de relatie.
  • De partner met ADHD had aan het begin van de relatie heel veel aandacht voor de ander. Deze ‘hyperaandacht’ is plotseling gestopt. Hierdoor voelt de ander zich onzeker, verwaarloosd of eenzaam.
  • De partner zonder ADHD voelt zich erg verantwoordelijk en neemt veel praktische taken in het huishouden op zich. Dit kan leiden tot een negatieve verhouding in de relatie of tot een ouder-kind dynamiek. De ander probeert om de partner met ADHD te verzorgen of te ‘repareren’.
  • Als reactie op het gebrek aan aandacht en het niet uitvoeren van bepaalde taken is de ander agressiever geworden naar de partner met ADHD.
  • Beide partners sporen elkaar voortdurend aan in de hoop iets van de ander gedaan te krijgen.
  • Woede, frustraties en beschuldigingen staan de behoefte aan intimiteit in de weg. De seksuele relatie is daardoor tijdelijk of blijvend stilgevallen.
  • De ander verwijt, bewust of onbewust, de partner met ADHD hun onbevredigend leven.
  • Beiden verliezen het vertrouwen in henzelf en in de relatie.

Hoe kan ik omgaan met een partner met ADHD?

Omgaan met ADHD is niet altijd even makkelijk, zowel niet voor jou als voor jouw partner met ADHD. Toch hoeft het geen blok aan jullie been te zijn en kunnen ook jullie genieten van een relatie waarin liefde en verbondenheid op de voorgrond staan. Hoe kun je ervoor zorgen dat jullie relatie floreert en jullie samen sterker worden? Zo pak je dat aan:

  1. Herken de ADHD. Zoals in elke relatie is het belangrijk om elkaar te leren begrijpen. Je doet er goed aan om je te verdiepen in de kenmerken van ADHD. Als je meer inzicht hebt in wat ADHD voor jouw partner betekent, kun je in het dagelijkse leven makkelijker herkennen wat door de ADHD veroorzaakt wordt. Als je weet waar bepaalde problemen vandaan komen, kun je er makkelijker begrip voor opbrengen en beter inschatten hoe je er mee om kunt gaan. Je kunt je aansluiten bij een GGZ groep voor partners en familieleden van iemand met ADHD. Thema’s die vaak aan bod komen zijn zelfzorg, je grenzen bewaken en het zoeken van steun.
  2. Heldere en open communicatie. Voor een gezonde relatie is het belangrijk dat jullie samen open gesprekken voeren. Geef daarin aan waar je behoefte aan hebt en wat je graag anders wilt. Probeer je wensen op een positieve manier te formuleren en voorkom beschuldigingen en verwijten. Bespreek dat jullie beiden verantwoordelijk zijn voor jullie gedrag. Het is belangrijk dat jouw partner verantwoordelijkheid neemt voor de ADHD en voor de impact van de ADHD op jullie relatie. Dat kan inhouden dat je partner professionele hulp zoekt. Als je veel last hebt van bepaalde dingen, geef dan duidelijk je grenzen aan en leg uit wat het met jou doet en wat je voelt. Het is dan aan je partner of deze daar rekening mee houdt of niet. Accepteer dat je je partner niet kunt veranderen en dat je geen controle hebt over het gedrag van je partner. Je kunt wel nagaan welk aandeel jij zelf hebt in de conflicten en wat je aan je houding of gedrag kunt veranderen.
  3. Erken je emoties en zorg voor jezelf. Voor een gezonde relatie is het essentieel dat je alle emoties accepteert. Je partner zal misschien vaak boos of verdrietig zijn, of zich gefrustreerd voelen over problemen die voortkomen uit de ADHD. Neem je partner serieus en probeer tot steun te zijn. Nog belangrijker is het dat je je eigen emoties erkent en toelaat. Geef dus ruimte aan gevoelens van boosheid, verdriet, frustratie, angst en twijfel. Je hoeft je niet voortdurend aan te passen, sterk te houden en rekening te houden met je partner omdat deze ADHD heeft. Daarnaast is het belangrijk dat je compassie en begrip hebt voor jezelf. Zoek steun als je dat nodig hebt en zorg goed voor jezelf.
  4. Zoek naar praktische en constructieve oplossingen. In plaats van je te ergeren of je partner af te wijzen kun je beter samen zoeken naar praktische en constructieve oplossingen. Probeer het gedrag van je partner zoals te laat komen, een afspraak vergeten of laksheid in het huishouden niet als opzettelijk te zien. Zorg voor routine en structuur in de dagindeling. Het kan helpen om een planbord te gebruiken waar belangrijke afspraken op staan. Spreek af om de taakverdeling in het huishouden zo in te richten, dat jullie allebei klussen doen die bij je passen. Voor je partner zullen dat waarschijnlijk taken zijn die niet op een vaste tijd gedaan hoeven te worden. Of wissel bepaalde saaie taken juist af, om sleur te voorkomen. Beperk het bieden van ondersteuning. Geef je partner het vertrouwen dat hij of zij dingen zelf kan, zodat jullie niet in een ouder-kind rol terecht komen.
  5. Zoek steun. Komen jullie er ondanks deze tips samen niet uit, zoek dan hulp. Een professionele hulpverlener kan jullie helpen om copingstrategieën te ontwikkelen. Ook kan er onderzocht worden of je partner er baat bij heeft om medicatie te gebruiken.

Toont jouw kind soms perfectionistisch gedrag? Geen zorgen! Dat is helemaal oké. Maar waar ligt de grens en wat moet je doen als het perfectionistische gedrag van jouw kind uit de hand begint te lopen? We worden namelijk niet geboren als perfectionist, maar de neiging hiertoe ontstaat al wel op jonge leeftijd. Ongezond perfectionisme kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van je kind. Je doet je kind dus een groot plezier door op jonge leeftijd te werken aan het ‘tegengaan’ van perfectionisme. Hoe? Dat lees je in dit artikel.

Maar eerst: wat is perfectionisme?

Over het algemeen kan perfectionisme worden opgevat als het streven naar onberispelijkheid of de overtuiging dat alles wat minder dan perfect is, niet goed genoeg is. Enkele veelvoorkomende thema’s die vaak worden opgenomen in definities van perfectionisme zijn:

  • De overtuiging dat perfectie noodzakelijk of haalbaar is;
  • Een obsessieve neiging om extreem hoge eisen te stellen aan jezelf of anderen;
  • De neiging om zelfkritisch of overdreven kritisch te zijn ten opzichte van anderen;
  • Een obsessieve behoefte om perfectie te bereiken of om fouten te vermijden;
  • Een angst om te falen of een overtuiging dat falen onaanvaardbaar is.

Joachim Stoeber, professor in de psychologie aan de universiteit van Kent, onderscheidt 2 soorten perfectionisme: aangepast (adaptief) en niet-aangepast (maladaptief) perfectionisme, ook wel gezond en ongezond perfectionisme genoemd. Gezond perfectionisme hangt samen met hoge eisen stellen aan jezelf en streven naar uitmuntendheid, maar wel in combinatie met het vermogen om fouten en tegenslagen te accepteren als een normaal onderdeel van het leer- en groeiproces. Ongezond perfectionisme wordt daarentegen gekenmerkt door een obsessieve behoefte om perfectie te bereiken en een onvermogen om fouten of niet-perfecte resultaten te accepteren.

Hoe weet ik of mijn kind last heeft van ongezond perfectionisme?

Het is niet altijd even makkelijk om (ongezond) perfectionisme te herkennen bij je kind. Vooral als je er zelf als ouder misschien ook last van hebt. Maar door goed te luisteren en aandacht te besteden aan hoe jouw kind zich in (bepaalde) situaties gedraagt en hoe hij of zij zich uit, kun je snel goede inzichten krijgen. Je kunt perfectionisme bij je kind herkennen aan de volgende kenmerken:

  • een hoog stressniveau;
  • een sterke competitiedrang;
  • hoge eisen stellen aan zichzelf;
  • zelfkritisch zijn en zich snel schamen;
  • kritisch zijn op anderen;
  • zelden tevreden zijn over de dingen die je maakt of doet;
  • werkjes niet af krijgen omdat het nooit goed genoeg is;
  • een neiging tot faalangst bij het uitvoeren van taken;
  • gevoelig zijn voor kritiek;
  • moeilijke taken uitstellen;
  • moeilijk keuzes kunnen maken;
  • moeilijk met fouten kunnen omgaan;
  • focussen op wat minder goed lukt;
  • mislukkingen moeilijk kunnen loslaten.

De gevaarlijke gevolgen van perfectionisme

Ongezond perfectionisme remt je kind af, gaat vaak gepaard met faalangst en kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van je kind. Uit onderzoek blijkt dat er een verband bestaat tussen perfectionisme en de volgende symptomen:

  • gevoelens van schaamte, schuld, tekortschieten of zelftwijfel;
  • moeilijk kunnen ontspannen of genieten van vrijetijdsactiviteiten;
  • moeite hebben om gezonde relaties aan te gaan en te onderhouden;
  • moeite om taken of projecten af te ronden omdat het niet aan de eigen hoge normen voldoet;
  • verhoogde niveaus van (faal)angst, depressie en stress;
  • slapeloosheid;
  • chronische vermoeidheid;
  • chronische hoofdpijn;
  • een verstoorde spijsvertering;
  • nek- en rugklachten;
  • dwangstoornissen;
  • eetstoornissen;
  • verslaving;
  • burn-out klachten;
  • zelfbeschadiging;
  • zelfmoordgedachten.

Dat is nogal een pittige lijst. Als ouder wil je er natuurlijk alles aan doen om te voorkomen dat jouw kind hieronder lijdt. Tijdig het perfectionistische gedrag van je kind aanpakken is dus een noodzaak.

 Hoe kun je perfectionistisch gedrag bij je kind tegengaan?

Door ongezond perfectionistisch gedrag bij je kind zo veel mogelijk tegen te gaan, help je jouw kind gezonder, succesvoller en gelukkiger in het leven te staan. Je kunt dit doen door een omgeving te creëren waarin de focus niet ligt op prestaties en waarin ruimte is voor falen en onvolmaaktheid. Het is belangrijk dat je kind voelt en weet dat jouw liefde en zorg niet afhangen van prestatie. Zo pak je het aan:

  1. Investeer in het aanleren van sociale en emotionele vaardigheden. Het is misschien wel de belangrijkste taak als ouder om kinderen te leren hoe ze contact kunnen maken en goed kunnen opschieten met vriendjes. Goed ontwikkelde sociale en emotionele vaardigheden maken je kind waarschijnlijk gelukkiger en leuker om mee om te gaan en vergroten de kans op maatschappelijk succes.
  2. Leer je kind het belang van zelfzorg. Het is goed om je kind bij te brengen dat evenwicht en balans belangrijker zijn in het leven dan perfectie en resultaten. Leer je kind om prioriteit te geven aan zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid. Dit kun je bijvoorbeeld doen door je kind te leren om grenzen te herkennen en te respecteren. Leer je kind om vaker af te remmen in plaats van zichzelf te pushen en rust en ontspanning in te bouwen. Zorg er voor dat je kind ook een lichtere en speelse kant ontwikkelt.
  3. Leer je kind omgaan met tegenslagen. Het is belangrijk dat je kind al jong leert dat teleurstellingen bij het leven horen. Probeer je kind niet teveel te beschermen door het weg te houden bij problemen en tegenslagen. Kinderen leren het beste door zelf de gevolgen te ervaren. Laat je kind zien hoe je zelf met tegenslag omgaat en wat je daar van leert. Leg uit hoe je iets kan verwerken dat fout ging, bijvoorbeeld door het in een dagboek op te schrijven, erover te praten of om jezelf te lachen. Laat blijken dat je trots bent op de moeite die je kind ergens in heeft gestoken, ook als het anders uitpakte dan verwacht.
  4. Moedig een groeimindset aan. Help je kind te begrijpen dat iedereen fouten maakt en dat je van fouten en kritiek waardevolle lessen kunt leren die je helpen om te groeien. Je kunt bij het maken van fouten tegen je kind zeggen: ‘Ik ben trots op de moeite die je erin hebt gestoken’. Zo laat je weten dat jouw liefde en zorg niet afhankelijk zijn van prestatie. Moedig je kind aan om uitdagingen aan te gaan, om nieuwe dingen te proberen en risico’s te nemen. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer iemand zichzelf uitdaagt, hoe meer de hersenen zich ontwikkelen.
  5. Leer je kind het belang van zelfcompassie. Dingen gaan nu eenmaal niet altijd zoals je dat zou willen in het leven. Je krijgt te maken met verlies, loopt tegen je eigen grenzen aan en voldoet niet aan je eigen idealen. Compassie hebben voor jezelf betekent dat je je menselijkheid accepteert en respecteert. Leer je kind daarom vriendelijk en begripvol te zijn in plaats van zichzelf te veroordelen en te bekritiseren voor allerlei tekortkomingen.
  6. Zoek steun. Als je kind worstelt met perfectionisme in een mate die aanzienlijke stress of angst veroorzaakt, zoek dan hulp. Een professionele hulpverlener kan helpen om copingstrategieën te ontwikkelen en onderliggende problemen op te lossen die kunnen bijdragen aan perfectionisme.

Bij depressiviteit denk je misschien al snel aan mensen die niet goed functioneren in het dagelijkse leven. Maar wist je dat er ook een vorm van depressie bestaat die voor de buitenwereld veelal onopgemerkt blijft? Dan hebben we het over de zogeheten ‘hoogfunctionerende depressie’. In dit artikel leggen wij uit wat de kenmerken zijn en geven we een aantal tips om er mee om te gaan.

Wat is hoogfunctionerende depressie?

In de DSM-5 – het handboek voor psychiatrische aandoeningen – zijn meerdere soorten depressies opgenomen met elk zijn eigen kenmerken. Hoogfunctionerende depressie is echter een vorm van depressie die nog niet als aparte categorie is opgenomen. Hierdoor is het lastig te karakteriseren en te herkennen. Carol Landau, klinisch professor in de psychiatrie aan de Universiteit van Brown, doet al jarenlang onderzoek naar deze vorm van depressie. Landau beschrijft het als een fenomeen waarbij het aan de buitenkant lijkt of iemand alles goed voor elkaar heeft en normaal functioneert, terwijl diegene zich van binnen verdrietig en ongelukkig voelt. Iemand met een hoogfunctionerende depressie is zo intelligent, creatief en gedreven in het hanteren van de depressie, dat het voor de buitenwereld vaak onopgemerkt blijft.

Kenmerken hoogfunctionerende depressie

Dus hoe kun je een hoogfunctionerende depressie herkennen? Het gaat vaak om de volgende kenmerken:

  • het afhouden van sociale contacten en afstandelijkheid in relaties;
  • een verandering in slaappatronen;
  • je zorgen maken en angstig zijn;
  • snel geïrriteerd zijn;
  • lichamelijke gezondheidsproblemen;
  • het maken van ironische of ongepaste grappen;
  • geen enthousiasme meer beleven aan dagelijkse bezigheden;
  • zelfmedicatie met alcohol, drugs, eten of gamen;
  • je hebt een succesvolle type A persoonlijkheid;
  • depressie komt in je familie voor.

Maar hoogfunctionerend is toch beter dan laagfunctionerend?

Op het eerste gezicht lijkt het dat hoogfunctionerende depressie makkelijker is om mee om te gaan dan andere vormen van depressie. Deze mensen hebben tenslotte al een goede basis: zij zijn in staat om actief mee te doen aan de maatschappij, hebben werk en een sociaal netwerk. Landau zegt hierover: ‘Mensen zeggen vaak dat ‘hoogfunctionerend’ zijn beter is dan ‘laagfunctionerend’ zijn, maar dat is niet juist. Het belangrijkste is dat iemand met een depressie hulp krijgt en dat is nou net waarin een hoogfunctionerend persoon zichzelf tekort doet’. Mensen met hoogfunctionerende depressie laten zich niet snel kennen. Vroege signalen van depressie worden vaak weggewuifd en niet serieus genomen.

Michelle Craske, hoogleraar psychologie en psychiatrie aan de Universiteit van Californië benadrukt dat je jarenlang last kunt hebben van hoogfunctionerende depressie en het meestal tot meer functionele beperkingen leidt dan het geval is bij acute periodes van ernstige depressie. Eerder onderzoek wees al op een verband tussen een laag zelfbeeld, energiegebrek, prikkelbaarheid en afnemende productiviteit die bij deze vorm van depressiviteit komt kijken, en een toenemend aantal zelfmoordpogingen. Daarnaast lopen mensen ook juist een groter risico op langere depressieve periodes met ernstiger symptomen.

Een verband tussen ambitie, perfectionisme en depressie

Landau doet al jarenlang onderzoek naar hoogfunctionerende depressie. Volgens haar komt deze vorm van depressie met name voor bij perfectionistische vrouwen, die al veel prestaties en successen op hun naam hebben staan. Veel ambitieuze mensen kunnen ondanks hun depressie toch op een hoog niveau blijven presteren. Volgens Landau denken deze mensen dat succes hen gelukkig zal maken. Volgens haar zit het probleem juist in de dualiteit van deze motivatie. Zij zegt: ‘De wens iets te zijn is onlosmakelijk verbonden met de angst om juist niets te zijn. Hoe groter deze wens, des te groter de angst.’ Bij elk behaald doel leggen ambitieuze mensen de lat weer hoger en het wordt er niet beter op als ze alles wat ze willen uiteindelijk bereiken. ‘Er is dan nog nooit zo veel te verliezen geweest en er is niets meer om bevestiging voor te krijgen. Het in stand houden van het succes wordt dan een druk waar mensen makkelijk onder kunnen bezwijken’.

Hoe ga je om met een hoogfunctionerende depressie?

Het is nog behoorlijk onduidelijk hoe hoogfunctionerende depressie het beste behandeld kan worden, mede omdat het nog niet is opgenomen als ‘officiële’ variant. Het voorschrijven van antidepressiva is omstreden, omdat voor veel mensen de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Wat kun je zelf doen als je een hoogfunctionerende depressie hebt? Wij hebben een aantal tips op een rijtje gezet:

  • Breng veranderingen aan in je levensstijl. Hoewel het naar is om depressief te zijn, kun je deze periode in je leven ook proberen te zien als een signaal dat er iets moet veranderen. Het kan een idee zijn om je ambities eens kritisch onder de loep te nemen en nieuwe prioriteiten te stellen. Je kunt onderzoeken of je je beter gaat voelen als je minder gaat werken of een ander type baan nemen met minder verantwoordelijkheden. Het kan goed voor je zijn om rustiger te gaan leven. Ga in je vrije tijd andere activiteiten ondernemen om erachter te komen waar je blij en ontspannen van wordt.
  • Zorg ervoor dat je goed slaapt. Voldoende slaap is essentieel voor een goede mentale gezondheid. Depressieve klachten kunnen getriggerd worden, in stand gehouden worden en verergeren als je te weinig slaapt.
  • Meditatie. Uit hersenscans van mensen met aanhoudende depressies blijkt dat de gebieden die met mijmeren en reflecteren te maken hebben overactief zijn. Bepaalde vormen van meditatie kunnen een hulpmiddel zijn om overactieve netwerken in het brein te temmen. Je hoeft hier de deur niet voor uit. Er zijn diverse apps die je voor dit doel kunt gebruiken zoals Headspace of de Insight Timer App.
  • Wordt je meer bewust van je innerlijke wereld. Zolang iemand met een hoogfunctionerende depressie maar gewoon in zijn dagelijkse ritme blijft en op de automatische piloot doorgaat met leven, lijkt er vrij weinig aan de hand te zijn. Vaak als deze routine wegvalt of iemand het rustiger aan gaat doen, worden depressieve symptomen zichtbaarder. Het kan goed zijn om je bewuster te worden van je innerlijke wereld. Wellicht duw je veel gevoelens en gedachten weg door steeds maar bezig te blijven. In contact staan met je gevoel is een essentieel onderdeel van omgaan met depressie. Lichaamsgerichte therapie, ontspannings- en ademhalingsoefeningen, muziek en creatieve en expressieve activiteiten kunnen hierbij een hulpmiddel zijn.
  • Zelfacceptatie en zelfcompassie kunnen een krachtig tegengif zijn voor perfectionisme. Probeer warm en begripvol tegen jezelf te zijn wanneer je lijdt, faalt of je tekort voelt schieten in plaats van je gevoelens te negeren of jezelf onder te dompelen in zelfkritiek. Door compassie te hebben en te beoefenen voor alle verschillende aspecten van wie je bent, kun je leren om je tekortkomingen te ervaren en te accepteren. Kristin Neff is een expert op dit gebied.
  • Zoek sociale steun. Voor iemand met een hoogfunctionerende depressie kan het moeilijk zijn om ondersteuning te krijgen. Omdat de symptomen het gedrag niet significant beïnvloeden, worden subtiele patronen in emoties en gedachten vaak over het hoofd gezien. Vrienden, collega’s en familieleden hebben vaak niet in de gaten dat het niet goed gaat. Het kan helpen om een aantal mensen in je netwerk in vertrouwen te nemen en te vertellen waar je last van hebt en wat je nodig hebt. Je kunt ook een professionele hulpverlener zoeken bij wie je zelf kunt aankloppen als het nodig is. Goed functionerend of niet, iedereen met een psychische aandoening verdient professionele hulp en ondersteuning van dierbaren!

Sinterklaas, kerst en oud en nieuw staan weer voor de deur. Veel mensen kijken met veel plezier uit naar gezellige tijden met hun familie gedurende de feestdagen. Maar als je een moeizame relatie hebt met je familie, dan kunnen de feestdagen juist pijnlijke en ingewikkelde gevoelens triggeren of oproepen. Wat kun je dan het beste doen? In dit artikel geven wij een aantal tips voor het omgaan met een vervelende familie tijdens de feestdagen.

Hoe ga je om met stress tijdens de feestdagen?

Wanneer je samen bent met je familie, dan worden patronen die in het gezinssysteem spelen vaak uitvergroot. Dit speelt een grote rol in waarom je op dat soort momenten misschien meer stress ervaart dan positieve gevoelens. Het samenzijn kan jeugdtrauma’s triggeren of je doen beseffen dat je nooit echt jezelf mag of kan zijn, of dat je het nooit goed doet. De sfeer kan afstandelijk en oppervlakkig zijn, waardoor het samenzijn als een verplichting voelt die moet worden uitgezeten.

Het kan zijn dat alles ogenschijnlijk gezellig verloopt, maar dat er onderhuidse spanningen voelbaar zijn die niet worden uitgesproken. Misschien praten je familieleden moeilijk over hun gevoelens, worden emoties vermeden en spanningen met passief agressieve reacties en sarcasme toegedekt. Het kan veel energie kosten als je familieleden buitensporige emotionele reacties en grensoverschrijdend gedrag laten zien en hier geen verantwoordelijkheid voor nemen, geen zelfreflectie of inlevingsvermogen tonen en de schuld altijd bij de ander leggen.

Als je toch graag wilt investeren in het onderhouden of verbeteren van de familiebanden, kunnen onderstaande tips je hopelijk helpen om deze dagen met je familie te overleven.

  1. Maak een prioriteit van self-care

Als je weet dat het samenzijn met familie tijdens de feestdagen je veel energie kost, dan is het aan te raden om vóór en ná zo’n sociale gelegenheid goed voor jezelf te zorgen. Zorg dat je voldoende slaapt, gezond eet en regelmatig beweegt. Plan meer rust en ontspanning in voor jezelf. Het is gezond om aandacht te geven aan wat jou energie geeft en wat je leuk vindt om te doen. Zorg ervoor dat je ontspannen aankomt bij je familie, zo ben je beter opgewassen tegen opborrelende irritaties. Zodra iedereen aanwezig is, kun je aangeven hoe jij het samenzijn graag zou willen ervaren en wat anderen van jou kunnen verwachten. Hiermee kun je misverstanden voorkomen en zorg je dat er niet over jouw grenzen wordt gegaan.

  1. Zorg voor een stappenplan of schema

Het organiseren van de feestdagen en het samenzijn met familie kan leiden tot een chaos in je hoofd en spanning in je lichaam. Zorg daarom ook tijdens de feestdagen voor een dagstructuur en houd je aan een planning. Voor elke feestdag kun je een planning maken en noteren wat je allemaal wilt doen, kopen en regelen. Plan ook lege tijd in en houd er rekening mee dat dingen vaak meer tijd kosten dan je denkt. Je zult merken dat een goede planning en het hebben van overzicht bijdraagt aan feestdagen zonder stress.

  1. Maak duidelijke afspraken en houd je hieraan

Om te voorkomen dat je te veel hooi op je vork neemt, kun je een eerlijke taakverdeling maken met familieleden. Zo zorg je ervoor dat iedereen wat bijdraagt. Je kunt jaarlijks afwisselen bij wie er wat wordt gevierd, zodat de rol van gastheer of gastvrouw rouleert en afspreken dat iedereen een gerechtje thuis voorbereid om mee te nemen. Je kunt tactisch zijn door te zorgen voor vooraf opgestelde zitplaatsen met naambordjes. Of wat dacht je van een stoelendans om van positie te wisselen? Zo voorkom je dat je de hele avond met hetzelfde familielid zit opgescheept.

  1. Realistische verwachtingen

Je kunt een hoop van te voren plannen, maar niet wat er die dag gaat gebeuren en hoe je familie zich gedraagt. Er zullen altijd dingen niet gaan zoals jij dat had gewild. Het scheelt al veel wanneer je jezelf niet verplicht om van de feestdagen te genieten. Wees realistisch over wat je van je familie kunt verwachten. Als je zwager altijd gaat schelden als hij dronken is of je schoonmoeder altijd kleinerende opmerkingen maakt, zal dat door een diner bij kaarslicht waarschijnlijk niet veranderen. Wanneer je van tevoren al weet wat jou triggert, bedenk dan vooraf al een andere manier om hier anders mee om te gaan. Als je weet dat de spanning echt hoog zal oplopen met bepaalde familieleden, kun je er ook voor kiezen om het bezoek kort te houden of helemaal niet te gaan.

  1. Accepteer wat je voelt, of juist niet voelt

Tijdens het samenzijn met familie kun je worden overvallen door allerlei gevoelens, zoals irritatie, frustratie, boosheid, schuld, schaamte, jaloezie, verdriet, of angst. Accepteer wat je voelt en veroordeel jezelf hier niet voor. Je hebt er meer aan om in ieder geval naar jezelf toe eerlijk te zijn over wat je voelt, dan deze gevoelens te ontkennen of te onderdrukken. Focus je op je ademhaling en richt de aandacht op je lichaam, blijf bij jezelf in het hier en nu. Alcohol kan ontspannend werken waardoor je je familie beter kunt verdragen, maar er ook voor zorgen dat je eerder in conflict raakt. Ga hier dus voorzichtig mee om.

  1. Maak een de-escalatie plan

Als je extra je best moet doen om tijdens de feestdagen gezellig te zijn terwijl je elkaar niet zo aardig vindt, dan is de kans op een explosie groot. Probeer elkaar vriendelijk en met respect te bejegenen, elkaars verschillen te accepteren en kwets elkaar niet onnodig. Geef rustig maar duidelijk je grenzen aan als iemand iets zegt of doet wat je niet fijn vindt. Beheers jezelf als de spanning oploopt en schiet niet constant in de verdediging. Om een escalatie te voorkomen kun je het beste even de situatie verlaten en afleiding zoeken. Ga bijvoorbeeld even een rondje wandelen, doe een ademhalingsoefening of lucht je hart bij iemand. Heb je een partner die er ook bij is? Spreek dan vooraf een teken met elkaar af als je hulp nodig hebt. Als je merkt dat de spanning erg oploopt en je voelt dat het gaat escaleren, dan zet je het teken in en gaan jullie naar huis.

  1. Wat kun je leren?

Probeer je ervaringen met familie te zien als een manier om iets te leren in het leven, om te groeien als mens en wijzer te worden. Probeer te relativeren door te bedenken dat de meeste mensen niet hebben gekozen voor wat het leven hen toewerpt en dat het altijd erger kan. Wees dankbaar voor wat je hebt en probeer er iedere dag het beste van te maken. Door er op deze manier naar te kijken, kun je voorkomen dat je vervalt in zelfmedelijden of slachtofferschap.

  1. Kies voor jezelf

Vraag je af waar je zelf controle over hebt en wat je aan je situatie kunt veranderen. Je kunt er namelijk ook voor kiezen om de feestdagen helemaal in te vullen zoals jij dat wilt. Gun het jezelf om het helemaal anders te doen. Vraag je af wat jouw behoeftes en verlangens zijn en wat prettig is voor jou in plaats van hoe het zou horen of moeten. Ga activiteiten doen die je leuk vindt en die jou positieve energie geven. Spreek af met de mensen waar jij je fijn bij voelt en die het beste in jou naar boven halen. Misschien dat je als vrijwilliger iets kan doen voor anderen, waardoor je zingeving ervaart en je eigen pijn beter kunt relativeren. Realiseer je dat niets moet en voel je tot niets verplicht, want alleen zo realiseer je je eigen feestdagen zonder stress.

 

 

Depressie wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie gezien als een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd en is wereldwijd de belangrijkste oorzaak van arbeidsongeschiktheid. Er bestaan nog veel misverstanden en fabels rondom depressie, in dit artikel lees je waarom deze niet waar zijn.

1. Je moet gewoon positief denken en jezelf eroverheen zetten

Een van de fabels rondom depressie is dat een depressie vanzelf overgaat als je leert om positiever te denken. Het klopt dat het hebben van negatieve gedachtepatronen kenmerkend zijn voor een depressie. Het is dan ook aan te raden om inzicht te krijgen in je gedachtepatronen en deze aan te pakken. Een therapievorm die hiervoor geschikt is is bijvoorbeeld Cognitieve Gedragstherapie. Negatief denken is echter een symptoom en geen oorzaak. Er is meestal meer nodig dan positief leren denken om te herstellen van een depressie.

2. Depressie wordt altijd getriggerd door stressvolle of traumatische gebeurtenissen

Veel mensen denken dat er iets onaangenaams moet gebeuren voordat iemand diep in de put raakt. Chronische stress, heftige gebeurtenissen en jeugdtrauma zijn belangrijke factoren die het risico op depressie kunnen verhogen. Toch krijgt lang niet iedereen na stress last van een depressie. Depressie is een (erfelijke) aandoening die ook zonder dat daar een duidelijke reden voor is kan komen opzetten.

3. Depressie is een teken van zwakte

Het idee dat ‘sterke’ mensen geen psychische problemen hebben is een van de grootste misvattingen over psychische stoornissen. Vaak wordt gedacht dat depressie een teken is van een gebrek aan wilskracht, aanstellerij of zelfmedelijden en dat het je eigen schuld is. Ook sterke mensen kunnen psychische problemen krijgen. Depressie is een aandoening die het gevolg is van een complex samenspel van biologische, psychologische en situationele factoren. Als de omstandigheden maar lang genoeg tegenzitten en er geen uitzicht op verbetering is, kan uiteindelijk iedereen depressief worden.

4. Iedereen is toch wel eens depressief

Hier hebben we een van de fabels rondom depressie die zo snel mogelijk de wereld uit geholpen kan worden. Iedereen is wel eens een tijdje somber of langere tijd verdrietig na het verlies van een dierbare, een baan of relatie. Een depressie is echter iets anders dan verdriet en rouw. We spreken pas van een depressie als er langer dan twee weken sprake is van somberheid en/of een verminderde interesse in allerlei (dagelijkse) activiteiten. Daarnaast moet er sprake zijn van minstens vier andere symptomen zoals vermoeidheid, weinig energie of lusteloosheid, verandering in gewicht of eetlust, rusteloos zijn of juist erg traag, minderwaardig of schuldig voelen, een verstoord slaappatroon, concentratieproblemen of besluiteloosheid, terugkerende gedachten aan de dood of aan zelfmoord.

Online zelftest depressie

Voel jij je al langer dan twee weken somber en heb je verminderde interesse of plezier in het uitvoeren van bijna alle activiteiten? Doe dan onze online depressie test om te achterhalen of je last hebt van een depressie.

5. Mensen met een depressie zijn altijd somber en kunnen niet blij zijn

Veel mensen die nog nooit een depressie hebben ervaren denken dat het een overweldigend gevoel van somberheid is. Mensen met een depressie kunnen behalve somberheid een heel scala aan emoties ervaren, waaronder angst, boosheid, verdriet maar ook vreugde. Het kan ook zijn dat iemand die in een depressieve toestand verkeert helemaal geen emoties ervaart. Sommige mensen die depressief zijn doen zich vrolijker voor dan ze zich in werkelijkheid voelen. Ze lijken normaal te functioneren, terwijl ze van binnen worstelen met een depressie.

6. Depressieve mensen zijn suïcidaal

Hoewel terugkerende gedachten aan de dood, zelfdoding of pogingen daartoe een van de symptomen zijn van een depressie, heeft niet iedereen hier last van. Wanneer dit wel het geval is, betekent het niet per definitie dat deze persoon niet meer wil leven. Vaak is het een signaal dat iemand wil dat er een einde komt aan het lijden, maar geen andere manier meer ziet om dit voor elkaar te krijgen. Hoe dan ook is het belangrijk dat je iemand die suïcidale uitingen doet serieus neemt en het gesprek aan gaat om te kijken hoe je kunt helpen.

7. Je kunt jezelf er overheen zetten

Veel mensen die nog nooit een depressie hebben doorgemaakt denken dat je jezelf er overheen kunt zetten door bijvoorbeeld positiever te denken, meer te sporten en gezond te leven, ontspannen of communiceren over je gevoel. Dit kan inderdaad helpen als je lichte tot matige depressieve klachten hebt maar bij een ernstige of langdurige depressie is er vaak meer nodig dan dat om een depressie te boven te komen. Depressie beïnvloedt de structuur en biochemie in de hersenen en kan niet worden gecorrigeerd door enkel wilskracht of een andere mindset. Een depressie kun je niet zomaar wegtoveren.

8. Depressie is makkelijk te herkennen

Depressie manifesteert zich niet alleen door somberheid, het beïnvloedt ook de toestand van het lichaam. Veel voorkomende lichamelijke symptomen zijn:

  • een afname of juist toename in eetlust en gewicht;
  • slapeloosheid of te veel slapen;
  • rusteloosheid of vertraging;
  • vermoeidheid/lusteloosheid;
  • een verminderd libido en onbegrepen lichamelijke klachten.

Vaak worden de symptomen van depressie toegeschreven aan andere ziekten. Als gevolg daarvan blijven mensen soms jarenlang lijden totdat ze uiteindelijk de juiste diagnose en behandeling krijgen. De ene depressie is de andere niet.

Wist je dat je verschillende soorten depressies hebt?

Van licht tot zwaar. Eenmalig of recidiverend. Een geagiteerde depressie, een reactieve depressie, een vitale depressie, een dysthyme stoornis, een seizoensgebonden depressie, een psychotische depressie, een prenatale depressie, een postpartum depressie en de manisch depressie. Lees meer

9. Depressie ondermijnt de eigen verantwoordelijkheid

Een van de andere fabels rondom depressie is dat te veel aandacht voor depressie leidt tot toenemende afhankelijkheid van professionele zorg en de eigen verantwoordelijkheid van mensen wegneemt. Iemand met een depressie heeft een ernstige aandoening waarvoor goede behandelingen beschikbaar zijn zoals leefstijlinterventies, Cognitieve Gedragstherapie, het KOP model, gesprekstherapie, interpersoonlijke therapie, lichttherapie, behandeling met medicatie of E-health. Deze behandelingen zijn juist gericht op het vergroten van de zelfredzaamheid en het versterken van de competenties van mensen.

Tot slot

“Als je niet zelf depressie hebt ervaren, zul je nooit het mysterie kunnen begrijpen van hoe ze het voor elkaar krijgt je kapot te maken. Dat is op geen enkele begrijpelijke manier te beschrijven aan iemand die het zelf niet heeft gevoeld.”- William Styron

Voel je regelmatig dat het nooit goed genoeg is wat je doet, je slecht en waardeloos bent of dat niemand van je houdt? Vind je dat je voor iedereen klaar moet staan maar neem je je eigen behoeften en gevoelens niet serieus? Dan heb je waarschijnlijk een sterke innerlijke kritische stem. Net als je innerlijke kind is ook deze kant van jezelf ontstaan in je jeugd. In dit artikel leer je hoe deze innerlijke kritische stem tot uiting kan komen en door welke jeugdervaringen dit veroorzaakt kan zijn. We leggen uit hoe je deze kant in jezelf kunt leren opsporen en veranderen.

Stap 1: onderzoek je innerlijke kritische stem

Ervaringen uit je jeugd hebben een grote invloed op je gevoelsleven als volwassene. Wanneer andere mensen jou als kind het gevoel hebben gegeven dat je niet de moeite waard bent, nooit iets goed doet of dat niemand van je houdt, kun je een sterke innerlijke kritische stem ontwikkelen. Je behandelt jezelf dan eigenlijk op de manier waarop je vroeger werd behandeld. Vaak hebben je ouders hier een bijdrage aan geleverd, maar het kunnen ook andere familieleden, leraren of klasgenoten zijn geweest. Veel mensen hebben een innerlijke kritische stem die in alle situaties en levensgebieden voortdurend aanwezig is. Het kan ook zijn dat je er alleen in bepaalde situaties last van hebt. Het is belangrijk om de aard van jouw innerlijke kritische stem goed te leren kennen. De eisen en verwijten kunnen verschillend van inhoud.

Veeleisend

Krijg je vaak te horen dat je perfectionistisch bent of overdreven eisen stelt aan je school-, studie- of werkprestaties of aan je uiterlijk en gewicht? Heb je het gevoel dat je faalt wanneer je niet aan die hoge eisen kunt voldoen? Dan kan het zijn dat je ouders of andere belangrijke personen in je jeugd hoge eisen stelden.

Deze mensen zullen goede bedoelingen hebben gehad, maar er is iets misgegaan met hun waardering voor jouw prestaties. Misschien kreeg je alleen complimenten bij uitzonderlijke prestaties en kreeg je voor straf geen aandacht of liefde als je een keer slecht presteerde. Dan ga je al snel denken dat je alleen maar gewaardeerd wordt als je goed presteert. Het kan ook zijn dat je deel uitmaakte van een omgeving waarin je alleen maar naar steeds hogere prestaties werd gedreven, zoals in de topsport of muziekwereld. Misschien werden er geen expliciete prestaties van jou geëist maar waren de volwassenen in je omgeving een rolmodel die vooral hoge eisen aan zichzelf stelden en nooit tijd namen voor plezier en ontspanning.

Schuldgevoelens

Overdreven eisen stellen aan jezelf kan zich ook uiten in relatie tot anderen. Je kan denken dat je altijd voor anderen klaar moet staan, geen kritiek mag hebben, altijd aardig moet zijn en je verantwoordelijk voelen voor hun welzijn. Als dat niet lukt voel je je schuldig. Je bewaakt in relaties je grenzen slecht en uit je eigen wensen niet.

Dit patroon zie je vaak bij mensen met ouders met een psychisch probleem. Dat komt omdat je je als kind verantwoordelijk voelt voor de stemming en het welzijn van een depressieve of zieke ouder. Dit kan leiden tot parentificatie; je neemt dan als kind vooral op sociaal emotioneel gebied veel te vroeg de rol van volwassene op je. Je gedraagt je dan als het ware als de ouder van je ouder(s) en voelt je verantwoordelijk voor de oplossing van hun problemen. Hetzelfde kan gebeuren als je ouders gaan scheiden en jij de rol van adviseur, trooster of bemiddelaar krijgt, terwijl je daar veel te jong voor bent. Of je hebt al vroeg van andere familieleden afgekeken dat je je op een bepaalde manier moet gedragen om een familielid tevreden te stellen. Als je niet genoeg rekening hield met diens humeur en wensen, ontstond er een dreigende situatie of werd je geslagen.

Straffend

Bij een straffende innerlijke kritische stem gaat het niet om eisen en verwachtingen die je jezelf oplegt, maar om een innerlijke stem die jou afwijst. Het kunnen algemene uitspraken zijn die betrekking hebben op alles wat je doet en op hoe je bent. De boodschappen van deze straffende innerlijke stem kunnen verschillen maar waar ze op neer komen is dat je niet de moeite waard bent om van te houden.

Als je iets doet waar je vroeger straf voor kreeg, kun je last krijgen van schaamte en afschuw voor jezelf. Het gevoel dat jij eigen behoeften hebt en daar recht op hebt, is misschien totaal vreemd voor je. Je hebt het gevoel dat jouw behoeften en gevoelens ongepast zijn en je er niemand mee lastig moet vallen. Zelfs als iemand tegen je zegt dat die je graag mag of dat je belangrijk voor hen bent, kun je dat nauwelijks geloven. Als je hier last van hebt, heb je in je jeugd mogelijk geleden onder seksueel misbruik, emotioneel misbruik, emotionele verwaarlozing of fysieke mishandeling.

Wist je dat...

4 tot 14 % van de volwassen bevolking in Nederland een vorm van een persoonlijkheidsstoornis heeft? Jaarlijks hebben ongeveer 230.000 mensen in Nederland met persoonlijkheidsproblematiek te maken.

Stap 2. Je innerlijke kritische stem opsporen, dat doe je zo

Het is belangrijk om de aard van jouw innerlijke kritische stem goed te leren kennen en te weten wanneer die opspeelt. De volgende vragen kunnen je hierbij helpen. Een tip: geef deze kant van jezelf een naam, bijvoorbeeld Opjager, Superzorger of Straffer.

  • Wat zijn typische aanleidingen om last te krijgen van je veeleisende, beschuldigende of straffende stem?
  • Wat is de boodschap van die stem?
  • Welke gevoelens ervaar je?
  • Welke gedachten komen er in je op?
  • Wat voel je in je lichaam?
  • Welke beelden of herinneringen aan vroeger worden er opgeroepen?
  • Wat doe je en hoe reageer je op andere mensen?
  • Waar heb je eigenlijk behoefte aan?
  • Zorgt je huidige gedrag ervoor dat je krijgt wat je nodig hebt?
  • Wat is het effect op je zelfvertrouwen?

Stap 3. Leer je innerlijke kritische stem te veranderen

Wanneer je inzicht hebt gekregen in jouw innerlijke kritische stem, kun je dit deel van jezelf veranderen. Je kunt argumenten en feiten bedenken waarom die stem ongelijk heeft. Dat zal niet meevallen en kost veel tijd. Geef niet op en blijf hiermee oefenen. Je zult langzaamaan merken dat je je vrijer gaat voelen en je je beter kunt ontspannen. Je zult gaan beseffen wat je werkelijke behoeften zijn. De volgende oefening kan je hierbij helpen:

Oefening 1. Bedenk welke mensen in je leven andere dingen tegen je gezegd hebben dan wat jouw veeleisende, beschuldigende of straffende stem zegt. Als je iemand hebt uitgekozen, haal dan een vervelende situatie voor de geest waarin je last had van je innerlijke kritische stem en vertel die aan je ‘innerlijke helper’. Wacht dan af wat je ‘innerlijke helper’ antwoord. Accepteert deze je gevoelens en behoeften en is deze vriendelijk tegen je? Ga daarna in gedachten terug naar de situatie waarin je innerlijke kritische stem actief werd. Laat nu je ‘innerlijke helper’ in de situatie verschijnen. Hoe voelt dat en wat zegt die? Wat heb je nodig om de invloed van je innerlijke kritische stem verder te verzwakken?

Je zult merken dat je innerlijke kritische stem zachter gaat klinken. In crisissituaties in je leven kan deze sterker worden. Laat je er niet door ontmoedigen en ga verder op de ingeslagen weg naar meer zelfliefde.

 

Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Patronen doorbreken’. Wil je verder lezen? Bekijk dan hier ‘Je gedraagt je als een klein kind!’ en hier ‘Hoe overleef ik mijn overlevingsstrategie?’. In deze serie leren wij je om de oorsprong van je gedragspatronen te doorgronden, hun invloed op je dagelijkse leven te onderzoeken en jezelf zodanig te veranderen dat je je beter gaat voelen en beter voor jezelf kunt zorgen en opkomen. Verandering heeft tijd nodig dus laat je niet ontmoedigen door tegenslag, maar ga door op jouw ingeslagen weg naar meer liefde en compassie voor jezelf!

Je man of vrouw voelen is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Voel jij je niet thuis bij het geslacht waarmee je geboren bent? Voel je je vaak een vreemde in je eigen lichaam? Dan kan het zijn dat er bij jou sprake is van genderdysforie. 

Wat is genderdysforie?

Genderdysforie houdt in dat je een sterk gevoel van onvrede of walging ervaart, omdat je het gevoel hebt dat jouw biologische geslacht niet overeenkomt met jouw genderidentiteit. Je kunt daarbij de wens hebben om lichamelijke aanpassingen te maken, zoals bijvoorbeeld het verwijderen of juist krijgen van borsten. Genderdysforie is géén geestesziekte, maar kan wel leiden tot psychische problemen. Het gevoel kan namelijk zó intens zijn, dat het kan leiden tot o.a. depressieve gevoelens en angstklachten.

Wat is genderidentiteit?

Met de term genderidentiteit verwijzen we naar ons gevoel van wie we zijn en hoe we onszelf zien en beschrijven. De meeste mensen identificeren zichzelf als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’, ook wel ‘binaire identiteiten’ genoemd. Hierbij gaat het om mensen wiens biologische kenmerken passen bij hun genderidentiteit. Maar er zijn dus ook mensen die ‘van oorsprong’ mannelijk of vrouwelijk zijn, maar zich daar niet mee kunnen identificeren. Je kunt dan van buiten bijvoorbeeld wel mannelijke geslachtsdelen en gezichtshaar hebben, maar je van binnen juist als vrouw voelen. Sommige mensen voelen zich zowel man als vrouw,  iets er tussenin of geen van beide.  De mate waarin iemand genderdysforie ervaart, kan sterk verschillen en het kan ook verschillende vormen hebben:

Transgenderisme – sommige mensen voelen zich zowel man als vrouw en zijn ontevreden met het geslacht dat ze hebben en de rol die daarbij hoort. Ze hebben de wens om (gedeeltelijk) tot het andere geslacht te horen en zo te leven, maar er is geen wens tot een volledige geslachtsaanpassing.

De term transgenderisme heeft in het Nederlandse taalgebied betrekking op mannen die (gedeeltelijk) als vrouw leven en vrouwen die (gedeeltelijk) als man leven, zonder een volledige geslachtsaanpassing te willen ondergaan. In het Engels heeft de term ‘transgenderism’ betrekking op alle verschijnselen, waarbij je geheel of gedeeltelijk de rol van het andere geslacht aanneemt.

Transseksualiteit – wanneer er wel een wens bestaat tot volledige geslachtsaanpassing, spreken we van transseksualiteit.

Travestiesoms heeft iemand alleen de wens zich te kleden als het andere geslacht, terwijl het gevoel zowel man als vrouw te zijn ontbreekt. In dat geval spreken we van travestie.

Genderdysforie en genderidentiteit

In veel gevallen hebben mensen met genderdysforie het sterke en blijvende verlangen om een leven te leiden dat past bij hun genderidentiteit. Dit kun je doen door specifieke kleding en/of make-up te dragen, of door je gedrag aan te passen. Maar in sommige gevallen willen mensen met genderdysforie graag hormonen slikken en/of een operatie ondergaan, om dat ‘gat’ tussen hun biologische geslacht en genderidentiteit zo klein mogelijk te maken.

Geslachtsaanpassing

Sinds 1975 bestaat in Nederland voor transseksuelen de mogelijkheid om een gehele of gedeeltelijke lichamelijke geslachtsaanpassende behandeling (transitie) te laten uitvoeren. Dit wordt gecoördineerd en uitgevoerd door een ‘genderteam’ van een ziekenhuis. Zij bieden een traject dat bestaat uit diagnostiek, begeleiding en medische behandeling. Meestal doorloop je eerst een uitgebreid diagnostisch traject bij een gespecialiseerde psycholoog of psychiater. Als het nodig is, kunnen een hormoonbehandeling en geslachtsaanpassende chirurgie worden uitgevoerd.

Onderzoek laat zien dat transseksuelen die een geslachtsaanpassende hormoonbehandeling of chirurgische behandeling hebben ondergaan, een verbeterde kwaliteit van leven en een afname van psychische klachten ervaren. Na de transitie is er vaak nog wel behoefte aan nazorg, omdat met de lichamelijke transitie het verhaal van integratie in de maatschappij als man of vrouw nog niet klaar is.

Wat zijn de gevolgen van genderdysforie?

Veel mensen met genderdysforie worstelen al vanaf hun vroege jeugd met hun genderidentiteit. Het opgroeien met genderdysforie kan een grote belemmering zijn in je ontwikkeling. Als je het gevoel hebt dat je niet past in de standaard tweedeling man-vrouw, kan dat leiden tot gevoelens van vervreemding, problemen met de ontwikkeling van je identiteit en emoties en je gevoel van eigenwaarde.

Identiteitsverwarring en negatief zelfbeeld

De meeste mensen identificeren zichzelf als ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’, ook wel ‘binaire identiteiten’ genoemd. Als je voor je gevoel niet past in deze tweedeling, kan dat gevoelens van verwarring geven over je eigen identiteit. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen ‘wie ben ik?’, ‘wat ben ik?’, ‘wat betekenen mijn verlangens en gedrag?’ en ‘hoe moet ik verder?’. Veel mensen met genderdysforie hebben een afkeer van hun eigen lichaam en een laag gevoel van eigenwaarde.

Stigma, uitsluiting en eenzaamheid

Mensen met genderdysforie worden vaak geconfronteerd met discriminerende reacties, uitsluiting of pestgedrag. Ze gaan daardoor sociaal contact uit de weg en komen in een sociaal isolement terecht. Tweederde van de Nederlandse transgenders geeft aan dat ze eenzaam zijn, vergeleken met een derde van de algemene Nederlandse populatie.

Psychische problemen

Genderdysforie staat meestal niet op zichzelf. Het aantal mensen met genderdysforie dat daarnaast ook psychische problemen heeft zoals depressie en angst, is dan ook groot. Ongeveer de helft van de transgenders in Nederland heeft psychische problemen, vergeleken met 14% van de algemene bevolking. Maar liefst twee derde van hen heeft ooit zelfmoord overwogen, en 21% heeft ooit een zelfmoordpoging gedaan – dit is tien keer zo veel als in de algemene bevolking. Ook zelfbeschadiging, middelenmisbruik of lichamelijke verwaarlozing komen voor. Autisme komt zes keer vaker voor dan bij de algemene bevolking.

Gevolgen voor de naaste omgeving

Ook voor de partner, familieleden of vrienden van mensen met genderdysforie kunnen de gevolgen ingrijpend zijn. Zij kunnen verrast worden door de ‘nieuwe’ identiteit en gevoelens van onbegrip, boosheid of rouw ervaren. Hierdoor kunnen er problemen ontstaan in het gezin, de familie of relatie.

Wat kun je zelf doen?

Wanneer je worstelt met genderdysforie kan dat zwaar zijn. Je kunt je onbegrepen, anders of alleen voelen of het gevoel hebben dat je nergens bijhoort. Daarom hebben wij een aantal tips voor je verzameld die het hopelijk wat makkelijker voor je maken:

  1. Praat erover met naasten 

Deel je gevoelens met mensen die je vertrouwt. Dit kan spannend zijn, maar het kan ook erg opluchten om je gevoelens en gedachten met iemand te delen.

  1. Lotgenotencontact en internet forums

Het kan je helpen om ook met mensen te praten die soortgelijke gevoelens en gedachten hebben. Je kunt informatie uitwisselen en elkaar steunen in het proces. Wie weet houd je er leuke blijvende sociale contacten aan over! Wil je liever eerst praten met iemand die je niet kent? Kijk dan op Genderpraatjes.nl. Hier kun je chatten of bellen met vrijwilligers.

  1. Dagboek

Een dagboek bijhouden kan helpen om je gedachten en gevoelens van je af te schrijven en beter op een rijtje te krijgen. Je kunt door het bijhouden van een dagboek achteraf ook beter de psychologische ontwikkeling terugzien die je hebt doorgemaakt.

  1. Neem de tijd

Neem geen overhaaste beslissingen over jouw proces en hoe jij je leven wilt leven. Het is belangrijk om de tijd te nemen om jouw genderidentiteit uit te zoeken en de manier waarop je daar uiting aan wilt geven.

Heb jij nog tips of andere aanvullingen op basis van dit artikel? Laat het ons weten!

KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met een Verslaving (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. In Nederland zijn er ieder jaar 405.000 ouders die te maken hebben met een psychische stoornis en/of een verslaving. Eén op de drie kinderen heeft hiermee te maken. Voor kinderen kan dit heel moeilijk zijn en een deel van deze kinderen ontwikkelt later zelf problemen. Je kunt deze kinderen helpen door een beschermende factor te zijn.

KOPP/KOV-kinderen, hoe herken je ze?

Kinderen van ouders met psychiatrische- of verslavingsproblematiek hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken:

  • Ze hebben vaak meer taken en verantwoordelijkheden in het gezin – zowel praktisch als op emotioneel gebied – dan passend is voor de leeftijd. Hierdoor ontstaat parentificatie (rolomkering): het kind zorgt voor de ouder in plaats van andersom en komt hierdoor niet toe aan de normale ontwikkelingstaken. Ze verzuimen ook vaak van school.
  • Veel kinderen schamen zich voor hun thuissituatie doordat het thuis anders is dan bij andere kinderen. Als gevolg hiervan kunnen ze zich terugtrekken uit sociale contacten en geen vriendjes meenemen naar huis. Ze kunnen last hebben van schuldgevoelens of hebben weinig vertrouwen in zichzelf en anderen.
  • Deze kinderen zijn heel goed in het aanvoelen en lezen van andermans stemming en het oppikken van non-verbale signalen. Ze kunnen zich extreem aanpassen aan de wensen van de ouder maar kunnen ook juist een hele onverschillige houding aannemen.
  • Veel kinderen hebben moeite om met hun emoties om te gaan en herkennen eigen wensen en behoeften niet meer, omdat deze altijd onderdrukt zijn. Ze cijferen zichzelf helemaal weg of zijn juist agressief en hebben beperkte sociaal-emotionele vaardigheden.
  • Veel KOPP/KOV-kinderen hebben psychosomatische problemen, zoals terugkerende hoofdpijn- en buikpijnklachten, misselijkheid, slaapproblemen en eetproblemen. Ook kunnen ze last hebben van separatieangst.

Hoe kun je KOPP/KOV-kinderen helpen?

Uit onderzoek blijkt dat een derde van de kinderen met een psychisch zieke ouder zelf géén problemen krijgt. Helaas krijgt een derde tijdelijke (aanpassings)problemen en een derde ontwikkelt ernstige psychische klachten. Je kunt dan denken aan depressie, angst, schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen zoals borderline of een alcohol- en drugsverslaving. Over de factoren die dat risico vergroten of juist verkleinen raakt steeds meer bekend:  één van de beschermende factoren voor deze kinderen is het sociale netwerk. Misschien heb je als leerkracht deze kinderen in je klas, is jouw kind bevriend met een KOPP/KOV-kind of krijg je op een andere manier met ze te maken. Wat kun je dan doen om een kind te helpen?

Signalering

Kinderen kunnen zaken goed verbergen. Als leerkacht of andere naaste is het belangrijk om alert te zijn op signalen zoals plotselinge gedragsveranderingen, lage cijfers of spijbelen. Er kunnen moeilijkheden thuis zijn of een plotselinge psychiatrische opname van een ouder. Als je de signalen op tijd bespreekbaar maakt, kan het kind op tijd steun krijgen en kan het gezin zo nodig doorverwezen worden naar anderen die zich bezighouden met preventie van KOPP/KOV-problematiek.

Ga het gesprek aan

Als leerkracht of als persoon in de buurt heb je contact met het gezin. Als je denkt dat er iets aan de hand is, onderneem dan actie. Ga er niet van uit dat er al hulp is geregeld. Je kunt proberen om het gesprek met het kind zelf of met de ouders aan te gaan. Vraag eens hoe het thuis gaat en welke zorgen er zijn. Het is belangrijk om de situatie bespreekbaar te maken. Het is van belang dat kinderen begrijpen wat er met hun ouder aan de hand is en dat ze in kindertaal (liefst door de ouders) uitleg krijgen over de psychische problemen of de verslaving. Vraag hulp bij de buurtteams of Jeugdgezondheidszorg (JGZ) als je het moeilijk vindt dit gesprek aan te gaan of als dit niet mogelijk is.

Aandacht en gewone dingen doen

Veel kinderen van ouders met psychiatrische of verslavingsproblemen kunnen bij weinig mensen hun verhaal kwijt. Een KOPP/KOV-kind zal zelf niet snel om aandacht of hulp vragen. Als je van de gezinssituatie afweet kun je het kind wat extra aandacht geven. Net als ieder kind willen KOP/KOV-kinderen graag ‘normaal’ zijn en gewone kinderdingen doen. Nodig het kind uit voor een verjaardagsfeestje of een dagje uit of vraag het om te komen spelen.

Biedt ouders ondersteuning

Natuurlijk hebben niet alleen de kinderen maar ook de ouders zelf veel aan hun hoofd. Soms lukt het niet meer om het thuis allemaal op orde te houden. Het kan helpen als ouders af en toe hun hart kunnen luchten bij iemand of wat taken kunnen uitbesteden. Je kunt misschien bijspringen met praktische dingen zoals het huishouden, boodschappen doen of administratieve taken. Je kunt ook aanbieden om het kind na schooltijd op te vangen of uit te nodigen voor het eten. Voor KOPP/KOV-kinderen en hun ouders is zo’n sociaal vangnet heel belangrijk.

Preventieve activiteiten

Preventie-afdelingen van veel ggz-instellingen en van sommige verslavingszorginstellingen organiseren bijeenkomsten voor KOPP/KOV-kinderen. Deze activiteiten dringen het risico op het ontwikkelen van psychische problemen bij het kind terug met 40%. Daarnaast bieden preventie-afdelingen ook individuele gesprekken voor kinderen en ouders aan. Op www.kopstoring.nl en www.kopopouders.nl. kunnen kinderen en ouders online hulp en informatie vinden.

Verwijzing naar hulpverlening

Als je merkt dat een kind of ouder meer nodig heeft dan een preventief aanbod, kan je ook extra hulp organiseren. Dit kan in gang gezet worden met behulp van de huisarts, het lokale wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin.

We maken allemaal wel eens ingrijpende gebeurtenissen mee waardoor ons leven op zijn kop wordt gezet of een onverwachte wending krijgt. Ingrijpende gebeurtenissen kunnen leiden tot psychische klachten zoals angst, depressie of een posttraumatische stress stoornis (PTSS). Maar wist je dat moeilijke tijden of ellende je levensloop uiteindelijk ook op een positieve manier compleet kunnen transformeren? In de wetenschap heet dat fenomeen PostTraumatische Groei (PTG), een andere benaming voor ‘what doesn’t kill you makes you stronger’. In dit artikel legt een psycholoog uit wat PTG is, en hoe je dit zelf kunt realiseren.

Wat is posttraumatische groei?

Posttraumatische groei is een relatief nieuw onderwerp binnen de psychologie. De Amerikaanse psychologen Richard Tedeschi en Lawrence Calhoun zijn de grondleggers van de posttraumatische groei theorie. Zij stellen dat trauma weliswaar kan leiden tot het welbekende posttraumatische stress syndroom (PTSS), maar dat het ook kan leiden tot ‘een positieve psychologische verandering als een gevolg van tegenslag’. Ofwel: we zijn in staat om na trauma niet alleen te herstellen en terug te veren, maar zelfs te floreren. Je kunt door een ingrijpende gebeurtenis een grote persoonlijke groei doormaken en uiteindelijk zelfs een hogere kwaliteit van leven ervaren dan vóór het trauma. Hoe ellendig een ingrijpende gebeurtenis ook is, zelfs de negatiefste oorzaak kan uiteindelijk ook een positief gevolg hebben. Dat is nog eens een hoopvolle boodschap!

Posttraumatische groei versus veerkracht

Een nauw verwante term uit de traditionele psychologie is veerkracht. Dit is het vermogen om te gaan met crisissituaties door beroep te doen op persoonlijke en sociale hulpbronnen en deze te gebruiken voor de eigen ontwikkeling. Het verschil tussen posttraumatische groei en veerkracht is de omvang van het herstel. Veerkracht betekent dat je de eerdere levenskwaliteit terugvindt, posttraumatische groei gaat verder dan dat. In plaats van terug te keren naar wat normaal voor je is, bereik je een nog hoger niveau van wijsheid en mededogen dan voorheen.

Wat zijn de kenmerken van posttraumatische groei?

Maar over wat voor soort groei hebben we het dan precies? Uit onderzoek is gebleken dat mensen die posttraumatische groei hebben doorgemaakt op vijf gebieden een verandering of verbetering kunnen rapporteren:

Meer waardering voor het leven

Mensen die posttraumatische groei doormaken kunnen zich meer bewust worden van de waarde van hun eigen leven en van het leven in het algemeen. Het kan leiden tot een verandering in prioriteiten. Materiële dingen verliezen aan waarde en kleine, alledaagse dingen of persoonlijke relaties worden juist belangrijker. Ze besteden bijvoorbeeld meer tijd aan het waarderen van de natuur of aan activiteiten die hen gelukkig maken. Velen tonen ook hun waardering voor het leven door iets terug te doen voor hun lokale of wereldwijde gemeenschap. Het kan ook hun motivatie vergroten om van de wereld een betere plek te maken.

Betere en hechte persoonlijke relaties

Door het meemaken van een traumatische gebeurtenis verliezen mensen vaak een deel van hun relaties. Veel mensen die posttraumatische groei meemaken, bouwen juist intensere relaties op met de mensen die overblijven. Ze kunnen ook sociaal actiever en gezelliger worden en meer empathisch vermogen ontwikkelen. Ze waarderen hun relaties vaak meer, dus willen natuurlijk doen wat ze kunnen om die relaties te onderhouden en te verbeteren. De wijsheid die ze hebben opgedaan door de traumatische ervaring, geeft ze een groter vermogen om betere keuzes te maken in de omgang met anderen. Door trauma getroffen mensen voelen vaak een verhoogde compassie voor anderen, vooral voor mensen in nood.

Bewustwording van eigen kracht

Als mensen zich van de eigen kwetsbaarheid bewust worden, groeit vaak ook het gevoel van innerlijke kracht. Men heeft ervaren dat de veiligheid in het leven altijd kwetsbaar is, maar ook dat men de consequenties van verschrikkelijke gebeurtenissen te boven kan komen. Nietzsche’s bewering dat ‘dat wat ons niet doodt ons sterker maakt’ is alleen waar voor degenen die posttraumatische groei ervaren. Terwijl anderen emotioneel zwakker worden na een trauma kunnen degenen die na een trauma kunnen groeien, die groei ervaren als een winst in persoonlijke kracht.

Ontdekking van nieuwe kansen in het leven

Nadat oude doelen waardeloos of zinloos geworden zijn, gaan mensen vaak op zoek naar nieuwe doelen en taken. Dit kan gepaard gaan met een verandering van beroep of met intense maatschappelijke betrokkenheid. Mensen die posttraumatische groei hebben bereikt, worden zich vaak meer bewust van de kansen in elke nieuwe ervaring die ze later tegenkomen. Omdat ze iets vreselijks hebben meegemaakt en het hebben overleefd, zien ze gemakkelijker wat hen te wachten staat, zonder dat hun geest vertroebeld wordt door wanhoop. Daarna gaan ze door met het zoeken naar het hogere pad tussen die opties.

Intensivering van het spiritueel bewustzijn

Als mensen een traumatische gebeurtenis meemaken roept dit vaak allerlei existentiële vragen op. Veel mensen ‘vinden’ God of veranderen van de ene religie naar de andere na een persoonlijke crisis. Anderen worden actiever in hun huidige religieuze gemeenschap, beginnen aan een nieuwe spirituele zoektocht of verlaten hun religie juist helemaal om aan hun unieke spirituele reis te beginnen. Deze veranderingen komen meestal voort uit het diepe gevoel dat er iets goeds in de wereld is dat niet gemakkelijk kan worden verklaard. Dit is hun hogere macht, en ze willen er op een diepere manier dan voorheen mee in contact komen.

6 Tips voor het bereiken van posttraumatische groei

Wat kun je nu zelf doen om posttraumatische groei te bereiken? Hieronder zijn zes gouden tips waarmee ook jij kunt proberen een moeilijke gebeurtenis in iets positiefs om te zetten:

  1. Uit je emoties

Het uiten van je emoties is cruciaal om posttraumatische groei te kunnen bereiken. Wanneer je negatieve emoties ontkent of onderdrukt, gaat dit namelijk ook ten koste van plezierige dingen, zoals je gezondheid, ondernemendheid en levenslust. Dus huil, wordt boos of uit jezelf op een creatieve manier en wees betrokken bij jouw gevoel. Heb je moeite met het uiten van je emoties? Je kunt het leren. Leer welke emotie bij jou past en stimuleer jezelf om deze echt te uiten. Ga op zoek naar begeleiding of hulp als je er niet uit komt.

  1. Accepteer wat je voelt

Posttraumatische groei komt niet voort uit het minimaliseren van de ernst van het gebeuren of door dingen mooier te maken dan dat ze zijn. Posttraumatische groei kan alleen ontstaan als we alle moeilijke ervaringen en gevoelens zoals angst, verdriet, eenzaamheid, machteloosheid, of mogelijk betekenisverlies onder ogen durven zien en accepteren.

  1. Focus op krachten, talenten en groei

Naast het uiten van je emoties en accepteren van alle moeilijke gevoelens is het belangrijk om je eigen krachten, talenten en vaardigheden en de ontwikkeling die je daarin ziet te blijven benoemen.

  1. Mildheid naar jezelf

Probeer ook in moeilijke perioden mild naar jezelf te zijn en ervoor te zorgen dat de angst je niet overspoelt. Wees vriendelijk voor jezelf en geduldig en neem tijd voor wat in normale omstandigheden ook helpend is. Dit kan het nemen van een warm bad zijn, het luisteren naar muziek, of maken van een boswandeling. Zorg voor voldoende rust.

  1. Andere keuzes

Neem jouw eigen inzichten uit deze tijd serieus. Denk na hoe je jouw leven op een positieve manier zou kunnen veranderen door bepaalde keuzes te maken. Keuzes kunnen bestaan uit kleine stappen zoals het respecteren van je lichamelijke en persoonlijke grenzen, meer zorg besteden aan de mensen die je belangrijk vindt of het dieper waarderen van de alledaagse vrijheid die je nu mist.

  1. Probeer de kans te zien die in de tegenslag verscholen ligt

Door de tegenslag word je gedwongen stil te staan en te reflecteren op je werk en leven. Meer naar je lichaam te leren luisteren en daar activiteiten op afstemmen. Meer rustmomenten opzoeken en minder afleiding. Achteraf kun je het heel helder zien: de tegenslag zette jou tegen je zin stil, maar heeft je uiteindelijk juist helpen groeien.

Tot slot

Als je een traumatische gebeurtenis hebt meegemaakt, is het goed om over je ervaring te praten met je dierbaren. Schakel indien nodig professionele hulp in. En onthoud vooral dat groei tijd en geduld kost, en je soms je vooruitgang pas ziet als je een blik achterom werpt en ziet waar je vandaan gekomen bent.