Hoe help je een puber met een angststoornis?

Puberen betekent een overgang naar volwassenheid, het betreden van onbekend terrein. En nieuwe dingen brengen onzekerheden, en dus angsten, met zich mee. Hoe ga je hiermee om als ouder of verzorger?

Wat veroorzaakt angst bij pubers?

In de tienerjaren zijn er veel nieuwe dingen, zowel extern (strengere eisen op school, ingewikkelder sociaal leven) als intern (veranderingen in het lichaam). Dit kan overweldigend en eng zijn.

Wat kunt u doen?

  • Toon begrip en neem de zorgen serieus;
  • Stel voor om samen te gaan onderzoeken hoe groot de kans is dat een bepaalde angstige situatie daadwerkelijk gaat plaatsvinden;
  • Moedig uw kind aan om dingen te doen die hij/zij probeert te vermijden. Stimuleer dit en straal vertrouwen uit dat het hem/haar wel zal gaan lukken;
  • Leg niet teveel druk op prestaties, complimenteer ook de kleine stapjes of de kleine succesjes die gemaakt worden. Dit vergroot het zelfvertrouwen;
  • Raak zelf niet in paniek, angst en onzekerheden horen bij het puberen. Als u zelf geneigd bent om zich soms wat teveel zorgen te maken, probeer deze zorgen dan niet te veel te laten blijken;
  • Zorg voor structuur. Het aloude ‘rust, regelmaat en reinheid’ neemt in elk geval thuis veel onzekerheden weg. Goede regelgeving waarborgt veiligheid, en pubers moeten u kunnen beschouwen als een veilige haven;
  • Wees consequent. Het steeds veranderen van regels zorgt voor spanningen en verwarringen. Opstandige pubers zijn vaak (uw) grenzen aan het zoeken en testen, maar ze hebben wel baat bij afgebakende regels. Dit neemt niet weg dat het goed is om regels en hun redenen uit te leggen.

Wanneer is er hulp van buitenaf nodig?

Iedereen is wel eens bang. Angst heeft ook goede kanten, want het beschermt tegen gevaar. U schakelt een professional in als u denkt dat er sprake is van een angststoornis. Een angststoornis houdt in dat de puber in het dagelijks leven wordt gehinderd door angst. Er zijn verschillende soorten angststoornissen. Een psycholoog of psychiater kan bepalen om welke vorm het gaat.

Mogelijke aanwijzingen dat er sprake is van een angststoornis:

  • vermijdingsgedrag zoals spijbelen;
  • overmatig piekeren dat zich vaak uit in slecht of laat slapen, meer of minder eetlust, verminderde concentratie en lusteloosheid;
  • paniekaanvallen, uitbarstingen van intense angst. De lichamelijke symptomen zijn beven, trillen, zweten, blozen, hyperventileren, duizeligheid en zelfs flauwvallen.

Ook als u denkt dat er professionele hulp nodig is, is het belangrijk om hierover eerst te praten met uw puber.

Privé delen
Publiek delen