3. CD (Normoverschrijdend-gedragsstoornis)
CD staat voor Conduct Disorder en is een type gedragsstoornis. In het Nederlands noemen we het ook wel normoverschrijdend-gedragsstoornis. Kinderen en jongeren met CD vertonen gedrag waarbij anderen geweld wordt aangedaan. Hierbij kun je denken aan vechten, bedreigen of liegen. Ze houden zich niet aan regels of afspraken en worden vaak erg boos als ze gefrustreerd zijn. Voor de omgeving is het enorm lastig om met iemand om te gaan die last heeft van CD, aangezien er vaak ook agressief gedrag wordt vertoond. Therapie kan hier uitkomst bij bieden, voor zowel kinderen, jongeren als hun ouders.
Kenmerken van CD
Kenmerken van CD kun je verdelen in vier categorieën:
Agressie gericht op mensen en dieren
- vaak pesten, bedreigen of intimideren van anderen;
- vaak beginnen met vechten;
- gebruikmaken van een wapen dat bij anderen ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken (bijv. een knuppel, mes of vuurwapen);
- mishandelen van mensen;
- mishandelen van dieren
- bestelen van iemand tijdens een directe confrontatie;
- anderen dwingen tot seksuele handelingen.
Vernieling van eigendommen
- opzettelijk brand stichten met de intentie om ernstige schade te veroorzaken;
- opzettelijk eigendommen van anderen vernielen (los van brandstichting).
Bedrog of diefstal
- inbreken bij anderen thuis, in gebouwen of auto's van anderen;
- vaak liegen om goederen of gunsten te verkrijgen of verplichtingen te ontlopen;
- zonder directe confrontatie waardevolle spullen of geld stelen.
Ernstige overtredingen van regels
- 's avonds en 's nachts vaak niet op tijd thuis zijn, ondanks een verbod (vanaf 13 jaar);
- minstens twee keer weggelopen van huis en 's nachts weggebleven, of één keer voor lange periode weg zijn zonder terug te keren;
- vaak spijbelen van school (vanaf 13 jaar)
Behandeling
Individuele therapie en ouderbegeleiding spelen een belangrijke rol in de behandeling van CD-gedragsproblemen. Vaak wordt er eerst een psychologisch onderzoek uitgevoerd om de gedragsproblemen beter in kaart te brengen en na te gaan of er sprake is van een onderliggende ontwikkelingsstoornis. Bij gedragsstoornissen is de samenwerking met de ouders ook enorm belangrijk. Ook het inzetten van extra opvoedondersteuning kan hier een onderdeel van zijn.