Opinie: Hoe hou je je als jongere staande? Alvast niet door rilatine te slikken als je geen ADHD hebt

Er zijn vandaag meer jongeren met aandachts- en concentratieproblemen, zegt Hedda van ’t Land. Tegelijk ziet de directeur Behandelzaken Kind & Jeugd bij Mentaal Beter Jong & Opdidakt in Nederland meer jongeren zonder ADHD naar rilatine grijpen. En dat is niet zonder gevaar.

Dit opiniestuk is geschreven door Hedda van ’t Land, directeur Behandelzaken Kind & Jeugd bij Mentaal Beter Jong en Opdidakt.
Gepubliceerd op DeMorgen.be, 26 september 2023.

ADHD is wereldwijd een groot probleem. Tegenwoordig is het een van de meest voorkomende en snelst groeiende psychische aandoeningen waar tientallen miljoenen mensen mee kampen. Ook in onze ggz-praktijk (geestelijke gezondheidszorg, red.) zien wij verhoudingsgewijs veel jongeren met aandachts- en concentratieproblemen in onderzoek en behandeling.

Maar er is veel meer aan de hand. Ook jongeren zonder ADHD volgens de formele DSM-5-classificatie hebben vaak grote moeite zich te concentreren. Verder is een potentieel gevaarlijke ontwikkeling in Nederland en België het toenemend medicatiegebruik onder jongeren. De Morgen berichtte vorige week dat het gebruik van antipsychotica en antidepressiva bij 12- tot 24-jarigen fors steeg tussen 2018 en 2022. Mogelijk dat huisartsen sneller antidepressiva voorschrijven aan tieners dan wenselijk is (DM 18/9). Maar ook misbruik van ADHD-medicatie onder jongeren is zorgelijk – om wakker en meer gefocust te zijn. De NOS luidde hierover vorige week in Nederland de noodklok. Vooral onder studenten is het slikken van stimulantia – zoals rilatine – zonder voorschrift tegenwoordig zeer populair. Op scholen en universiteiten is een heuse zwarte handel in pillen ontstaan. En dat is gevaarlijk. ADHD-medicatie kan namelijk ernstige bijwerkingen hebben zoals slapeloosheid, misselijkheid, verminderde eetlust, hartkloppingen en nervositeit. Niet voor niets is ADHD-medicatie opgenomen in de Nederlandse Opiumwet; het is daarom onverantwoord deze zonder begeleiding van een arts te nemen.

Als oplossing pleiten deskundigen voor betere controles onder patiënten, om zo meer grip op de uitgifte van ADHD-medicatie te hebben. Maar deze aanpak zal niet afdoende zijn. Vraag is namelijk waarom veel jongeren grote moeite hebben zich te concentreren. Wat maakt dat zij zelfs hun toevlucht nemen tot misbruik van medicatie?

Wat ik opvang in onze ggz-behandelpraktijk is dat de huidige prestatiedruk een cruciale rol speelt. Jongeren zeggen dat ze het gevoel hebben dat ze continu in competitie zijn, voelen de druk van hoge studieleningen, en zeggen dat ze zich alleen verantwoordelijk voelen voor hun succes. Blijft dit succes uit, dan voelt dit als falen. Maar ook andere factoren spelen een rol: soms wordt een pilletje gezien als een gemakkelijk panacee naar verhoogde concentratie. Dat prestatiedruk een rol speelt, bevestigt ook onderzoek van het Trimbos-instituut. Maar liefst de helft van de studenten zegt psychische klachten als somberheid en angst te ervaren.

Sociale media en de impact hiervan op het brein spelen eveneens een belangrijke rol. Jongeren staan tegenwoordig op met sociale media en gaan ermee naar bed. Maar ons brein is helemaal niet gemaakt om aan één stuk door prikkels – YouTube-filmpjes, TikTok, SnapChat, pop-ups, appjes – te verwerken. Een overprikkeld brein resulteert in disbalans tussen hersengebieden. De tijd die vroeger genomen werd om uit te rusten, gaat nu vaak op aan swipen op Instagram en TikTok, series kijken op Netflix of korte intense filmpjes op YouTube.

Pauze nemen tijdens het huiswerk is tegenwoordig geen pauze voor het brein. En deze disbalans tussen hersengebieden is merkbaar. Jongeren zijn tegenwoordig sneller afgeleid en hebben meer moeite zich te focussen op één onderwerp. Dit hebben jongeren zelf ook in de gaten. Ze gaan daarom online op zoek en krijgen op TikTok – via zelfdiagnose – binnen de kortste keren een label (“Ik heb ADHD!”). Ook krijgen ze daar informatie aangereikt hoe ze via de huisarts met een verwijsbrief naar de ggz kunnen gaan, inclusief advies hoe ze klachten die bij ADHD horen het beste kunnen formuleren. En dit merken wij weer in onze behandelpraktijk.

Prestatiedruk

In die extreem uitdagende context – prestatiedruk in combinatie met verminderde concentratie – zijn jongeren bereid alles uit de kast te trekken. Dan ontstaat al snel ruimte voor de gedachte ‘Dan maar een pilletje rilatine!’. Maar de verwachting dat zo’n pilletje tot betere prestaties leidt, is volstrekt onjuist. Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat mensen zonder ADHD weliswaar harder werkten, maar het slechter deden op cognitieve tests als ze ADHD-medicatie namen dan mensen die een placebopilletje kregen. Met andere woorden: leerprestaties gaan er niet op vooruit als je rilatine neemt. Het gebruik van ADHD-medicatie is gewoon aantoonbaar slecht als je geen ADHD hebt.

Het is de hoogste tijd om onze jongeren te hulp schieten. Laten we allereerst onjuiste verwachtingen over het effect van ADHD-medicatie bij mensen zonder ADHD temperen en dit beter voor het voetlicht brengen. En laten we als praktijkinstellingen in de ggz nauw optrekken met scholen en universiteiten bij het versterken van de mentale gezondheid van jongeren. Denk aan het delen van inzichten over het herkennen van stress, weten welke gezonde leefstijl stress aantoonbaar vermindert en het aanreiken van tools die jongeren leren omgaan met ervaren prestatiedruk. Verantwoord en gedoseerd gebruik van sociale media maakt beslist onderdeel uit van deze mentale bijstand, evenals de ontwikkeling van inzicht en vaardigheden in het managen van je aandacht.

Onze jongeren moeten weer toekomst krijgen.

Privé delen
Publiek delen