Opinie: De mentale gezondheid van jongeren staat op het spel

De mentale gezondheid van jongeren staat op het spel bij het gebruik van sociale media. Net als de VS zou Nederland zich bewuster moeten zijn van negatieve gevolgen en deze moeten aanpakken, meent Hedda van ‘t Land, directeur Behandelzaken bij ggz-instelling Mentaal Beter.

Dit opiniestuk is geschreven door Hedda van ’t Land, directeur Behandelzaken Kind & Jeugd bij Mentaal Beter Jong en Opdidakt.
Gepubliceerd in Trouw, 12 juli 2023.

Als het gaat om de mentale gezondheid van onze jongeren, zitten we midden in een crisis. En een belangrijke aanjager zijn de sociale media, waarschuwde onlangs dé woordvoerder op het gebied van de volksgezondheid in de Verenigde Staten. “Het is een crisis die we dringend moeten aanpakken”, zei vice-admiraal en algemeen chirurg Vivek H. Murthy.

Tegelijkertijd deed Murthy een dringende oproep aan beleidsmakers, technologiebedrijven, onderzoekers, gezinnen en jongeren om in actie te komen. Voor de Amerikanen is hij een belangrijk ankerpunt in de gezondheidszorg. Al in 1964 waarschuwde hij voor de kwalijke gevolgen van roken. In de daaropvolgende 40 jaar verschenen meerdere rapporten van zijn hand. Dat had grote invloed op het gedrag; Amerikanen gingen steeds minder roken.

Maar een oorzakelijk verband leggen tussen de negatieve gevolgen van sociale media en de mentale gezondheid van jongeren is een stuk lastiger dan bij roken en alcohol. Vandaar dat hij het in dit geval omdraaide: er is onvoldoende bewijs dat sociale media veilig genoeg zijn voor jongeren.

Amerika gaat verder

Het is opmerkelijk dat men het in de VS noodzakelijk vindt burgers nu actief te waarschuwen voor de negatieve gevolgen op de mentale gezondheid van jongeren. Hiermee gaan de VS aanzienlijk verder dan ons land.

In Nederland heerst vooral twijfel. Enerzijds blijkt uit internationaal vergelijkend onderzoek, de zogeheten HBSC-studie, dat in Nederland het percentage jongeren dat intensief gebruikmaakt van sociale media tussen 2021 en 2022 fors is toegenomen (Trouw, 28 juni). Anderzijds is nog onduidelijk of er wel een eenduidige relatie is tussen gebruik van de mobiele telefoon en stress, negatief zelfbeeld en slaaptekort.

De algemene opvatting in Nederland lijkt de dooddoener te zijn dat meer onderzoek nodig is. Maar is die tijd er wel? Ik denk van niet. Ook in Nederland staan – net als in Amerika – alle seinen op rood.

Slaapproblemen

Zo blijkt uit onderzoek van het RIVM dat kinderen en jongeren slaapproblemen hebben doordat ze ’s avonds op hun smartphones en tablets zitten. Daardoor slapen ze gemiddeld 40 minuten korter. Vooral het blauwe licht dat schermen afgeven beïnvloedt hun biologische klok. Minder slaap leidt weer tot verminderde concentratie en aandacht overdag.

Dat zien wij terug in onze behandelpraktijk waar relatief veel jongeren met aandacht- en concentratieproblemen binnenkomen. Bovendien blijken leerlingen die veel op hun telefoon zitten, op school gemiddeld 1 tot 1,5 punt lager te scoren op toetsen, waardoor de kans op blijven zitten toeneemt.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat deskundigen in diverse rapporten waarschuwen over de schadelijke gevolgen van het smartphone-gebruik in de klas. En toch: een verbod op de mobiele telefoon in de klas – zoals in Frankrijk en Zweden – is er in Nederland niet. Het ministerie van onderwijs kwam onlangs (4 juli) alleen met een dringend advies voor scholen om leerlingen geen mobiele telefoon de klas in mee te laten nemen.

Relevant is de vraag welke juridische middelen we hebben om gebruik van sociale media in te dammen. Het antwoord is: bar weinig. Vrijheid van meningsuiting geldt net zo goed op TikTok, Snapchat, Twitter, Facebook, Youtube en Instagram. Iedereen mag online in principe (bijna) alles zeggen of laten zien.

Geen juridische bescherming

Bij gebrek aan juridische middelen, spelen beleidsmakers, technologiebedrijven, onderzoekers, gezinnen en jongeren zelf een uitermate belangrijke rol om de mentale gezondheid van jongeren beter te beschermen. Essentieel daarbij is wel een onderscheid te maken tussen positieve en negatieve effecten van sociale media. Want sociale netwerken kunnen voor jongeren uit minderheidsgroepen (zoals lhbti+) wel degelijk een belangrijke meerwaarde hebben. Ze verminderen hun isolement en zijn een krachtig hulpmiddel voor verbinding, blijkt uit onderzoek.

Juist waar het gebruik van sociale media leidt tot gevoelens van depressie en angst of negatief zelfbeeld, komen ouders en leerkrachten in beeld. Zij kunnen een belangrijke rol spelen als het gaat om psycho-educatie aan jongeren om zichzelf beter te leren begrijpen en leefstijl. Ook door zelf het goede voorbeeld te geven en het belang te bespreken van het verminderen van schermtijd, hebben ze een positieve invloed.

Maar ook techbedrijven dragen verantwoordelijkheid. Zij hielden geen rekening met de impact van hun platforms op de mentale ontwikkeling van jongeren. Daarmee zijn jongeren in feite verworden tot onwetende deelnemers in een mondiaal experiment. Wat te denken van TikTok, dat zijn platform heeft uitgebreid met handvatten en richtlijnen voor mentale problemen zoals ADHD en eetstoornissen? Het heeft ertoe geleid dat jongeren zichzelf gaan diagnosticeren en vervolgens een route uitgestippeld krijgen voor het verkrijgen van (ADHD-)medicatie bij een psychiater in de ggz.

Concrete oplossingen

Voor iedereen zou het topprioriteit moeten zijn dat ieder kind gelukkig, gezond en veilig opgroeit. Ik doe daarom een oproep. Gemeenten, onderwijs en ggz- aanbieders: laten we de handen ineenslaan en met concrete oplossingen komen.

Wij als een van de grootste ggz-instellingen in Nederland zijn de twijfel voorbij. Mentaal Beter Jong schenkt aandacht aan het gebruik van sociale media bij alle jonge cliënten die bij ons in behandeling zijn. Ook gaan we in gesprek met onderwijsinstellingen over verantwoord gebruik van sociale media onder jongeren. Laten we onze jongeren serieus nemen.

Privé delen
Publiek delen