Maakt onze cultuur ons depressief?

We zijn nog nooit eerder zo rijk, veilig en welvarend geweest als nu. Tegelijkertijd is depressie een van de grootste gezondheidsproblemen van deze tijd en de belangrijkste oorzaak van arbeidsongeschiktheid. Hoe kan het dat miljoenen mensen in deze welvaart leegte en ongelukkigheid ervaren? De opvattingen over wat een depressie precies is, lopen uiteen. De gangbare wetenschappelijke visie is dat een depressie het gevolg is van een complexe samenloop van biologische, psychologische en situationele factoren. Depressie wordt in onze westerse samenleving vooral gezien als een individueel probleem, als een (hersen)ziekte van het individu. Maar als zoveel mensen in amper één generatie dezelfde klachten ontwikkelen, kun je dan nog van individuele problemen spreken? Of heb je dan met iets anders te maken? In dit artikel wordt ingegaan op de rol die cultuur zou kunnen spelen bij depressie. Wat zegt depressie over onze cultuur en de manier waarop we vandaag in de wereld staan?

De rol van onze cultuur

Er is gelukkig steeds meer aandacht voor depressie en het onderwerp is beter bespreekbaar dan ooit. Toch hebben we nog amper grip op deze stoornis. En hoewel depressie veel voorkomt, tasten we wat betreft de aard en behandeling ervan nog altijd grotendeels in het duister. Volgens filosoof en psycholoog Bert van den Bergh komt dit omdat depressie vooral wordt benaderd als hersenziekte. Of als een cognitieve stoornis, waarbij men focust op de negatieve gedachtenspiraal bij mensen met depressieve klachten. De nadruk wordt daarbij gelegd op onze (neuro)biologische gevoeligheid, zonder dat we echt stilstaan bij de maatschappelijke factoren die op deze gevoeligheid inwerken. Nog minder wordt er volgens hem ingegaan op de culturele bronnen van deze impact. In zijn boek ‘De schaduw van de zwarte hond, depressie als symptoom van onze tijd’, verschenen in 2019, stelt Van den Bergh deze blinde vlek in de depressieduiding centraal. Hij geeft zo een andere blik op het gangbare begrip van deze ‘stemmingsstoornis’.

Depressie als afstemmingsstoornis

Volgens Van den Bergh is de zogeheten ‘depressie-epidemie’ het gevolg van een te grote kloof tussen hoe we werkelijk zijn en hoe we ons (moeten) laten zien. Er is te veel, er kan te veel en er moet te veel in onze ‘manische’ laatmoderne samenleving. Op sociale media zien we lachende gezichten en hoogtepunten, maar dat is lang niet altijd een reflectie van hoe we ons echt voelen. Er lijkt sprake van ‘verplicht optimisme’, waardoor er geen ruimte meer is voor de ‘melancholie’. Dit inzicht is cruciaal als we depressie beter willen begrijpen, behandelen of voorkomen. In de culturele context bezien is depressie geen stemmingsstoornis, maar een afstemmingsstoornis, zo zegt Van den Bergh.

Existentieel isolement

Van den Bergh vindt dat de DSM, het handboek van de psychiatrie, de plank nogal mis slaat als het gaat om de definitie van depressie. Als je goed luistert naar wat zich meldt in de ervaring van de depressie, dan gaat het niet om extreme somberheid, maar veel meer om existentieel isolement. Dit existentieel isolement ontbreekt in de DSM definitie van depressie. Volgens Van den Bergh is existentieel isolement de oorzaak van de huidige depressie-epidemie: het gevoel dat je anderen niet kunt bereiken, dat je eenzaam, geïsoleerd en opgesloten bent in je ervaring. Mensen die depressief zijn hebben het gevoel dat ze erbuiten staan, dat het ze niet meer raakt. Hun afstemming op anderen en op de wereld om hen heen is zwaar verstoord. De centrale stelling van Van den Bergh is: omdat wij in onze cultuur zo sterk focussen op het sterke, competitieve, op zichzelf staande individu als ideaal, komt deze cruciale afstemming in het gedrang.

Wil jij meer lezen over depressie?

Bekijk onze hulpvraag “Depressie” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

Het goede leven?

Volgens Van den Bergh nemen we allemaal deel aan een cultuur die depressogeen is, die ziek maakt. We kiezen in zekere zin voor een leven dat ons niet bevalt. Wat we tegenwoordig zien als het ‘goede leven’ is in feite een set etiketten en gedragsnormen die voorschrijven hoe je een succesvol mens moet zijn. We krijgen voortdurend de boodschap mee dat we onszelf moeten verwerkelijken, dat we moeten excelleren, dat we onze vrijheid moeten gebruiken en autonoom en succesvol moeten zijn. Die vrijheid is beknellend geworden. Bijna iedereen voelt de druk van die eisen, ze maken ons rijp voor depressie. ‘Wees succesvol, wees alleen en wees een winnaar’. We zijn ten diepste sociale wezens, al spiegelen we elkaar voortdurend voor dat ons leven een eigenhandig maakbaar project is.

Symptomen zoals slapeloosheid, concentratiestoornissen of niet meer kunnen genieten, kunnen we ook zien als signalen dat er iets in ons leven moet veranderen, dat we een andere koers moeten varen. Door de aandoening massaal te duiden als een hersenziekte, stelt Van den Bergh, brengen we tot zwijgen wat depressie ons echt wil vertellen.

Accepteer het lijden

Ook psychiater Dirk de Wachter, psychiater en filosoof Damiaan Denys en hoogleraar klinische psychologie Paul Verhaeghe wijzen naar de samenleving als verklaring voor de depressie-epidemie. Hoewel hun analyses op veel vlakken van elkaar verschillen, richten ze alle drie hun pijlen op de huidige tijdsgeest. Hun stelling is dat mensen tegenwoordig door het verdwijnen van religieuze verbanden niet meer in staat zijn om existentiële vragen te beantwoorden en lijden te verdragen. In een notendop: hun pleidooi is dat mensen maar beter kunnen accepteren dat ons bestaan nu eenmaal gepaard gaat met lijden.

Volgens De Wachter, Denys en Verhaeghe bestempelt de samenleving geluk tot bewijs van een goed en succesvol leven. Maar voortdurend gelukkig zijn is onhaalbaar. Door dat te ontkennen of nog erger, door je te behandelen alsof je een sukkel bent als het leven even niet meezit, creëert de samenleving juist psychisch lijden. Met dat lijden kunnen mensen in het dagelijks leven geen kant uit. Ze zoeken dan hun toevlucht bij een diagnose: hun ellende is het gevolg van een (psychische) ziekte. Je ongeluk is dan niet langer een teken van persoonlijk falen, maar van botte pech. En als zieke krijg je tenminste erkenning en hulp, steun of respijt.

Een zingevingscrisis?

De Wachter, Denys en Verhaeghe wijzen op hun eigen manier ook allemaal op het doorgeschoten individualisme in onze samenleving. Ondanks dat onze stralende buitenkant vaak anders doet vermoeden, ervaren veel mensen onderhuids een gevoel van eenzaamheid. De snelheid die we elkaar en onszelf opleggen, sluit ons af voor de ander en maakt dat we uiteindelijk de verbinding met onszelf verliezen. Daarmee beroven we uiteindelijk onszelf precies van wat ons gelukkig maakt: contact. Door de snelheid en vanzelfsprekendheid uit onze patronen en gewoonten te halen, kunnen we de aandacht voor de zaken die we daadwerkelijk van waarde vinden weer terugvinden.

Privé delen
Publiek delen