2. Kenmerken van SOLK
Het herkennen van SOLK of een somatisch-symptoomstoornis is niet zo simpel als het vaststellen van een gebroken been. De lichamelijke klachten waarvan je last hebt, kunnen een oorzaak hebben op lichamelijk vlak, maar kunnen ook te maken hebben met andere psychische klachten. Er moet dus grondig onderzoek worden gedaan door zowel een (huis)arts als een psycholoog, voordat duidelijk is of er inderdaad sprake is van een somatisch-symptoomstoornis. Toch zijn er kenmerken die in de meeste gevallen de kop opsteken bij deze stoornis.
In plaats van kenmerken of symptomen wordt er bij een somatisch-symptoomstoornis vaak over functionele kenmerken gesproken. Hiermee wordt aangegeven dat een bepaald deel van je lichaam niet naar behoren functioneert. Veel voorkomende lichamelijke klachten of kenmerken van SOLK zijn:
- Continu moe zijn;
- Rugpijn;
- Pijn aan je borst;
- Pijn aan je gewrichten;
- (Chronische) hoofdpijn of migraine;
- (Chronische) buikpijn of misselijkheid;
- Duizeligheid;
- Uitvalsverschijnselen.
Daarnaast zijn er vaak ook enkele kenmerken die te maken hebben met gedachten en gedrag:
- Een sterke focus hebben op lichamelijke klachten;
- Normale lichamelijke sensaties zien als een gevolg van een (catastrofale) ziekte;
- Je zorgen maken over ziekte;
- Bang zijn dat alle vormen van fysieke activiteit schadelijk zijn voor je lichaam;
- Regelmatig je lichaam controleren op afwijkingen;
- Herhaaldelijk hulp en geruststelling zoeken bij artsen;
- Fysieke activiteit vermijden.
Het kan ook zijn dat een klacht hoort bij een verklaarbare lichamelijke aandoening, maar ernstiger is dan medisch kan worden verklaard. Een voorbeeld is wanneer je na een lichte kneuzing pijn blijft ervaren, terwijl medisch gezien die kneuzing genezen is. Daarnaast ontstaan door aanhoudende klachten vaak ook psychische problemen. Je belandt dan in een vicieuze cirkel waarin de gevolgen de klachten in stand houden.
SOLK kenmerken bij kinderen
Ook kinderen ervaren weleens lichamelijke klachten als hoofdpijn of buikpijn. Maar zodra ze hier vaker en langdurig last van hebben, kan er meer aan de hand zijn. Jonge kinderen maken zich echter zelden zorgen over ‘ziekte’ totdat ze de adolescentie bereiken. Het is dan ook van belang hoe je als ouder omgaat met de klacht(en), aangezien dit van grote invloed kan zijn op hoe ongerust een kind wordt over de klacht(en). Als ouder speel je een rol in hoe jouw kind de klachten interpreteert, hoeveel het thuisblijft van school en hoe vaak het naar de dokter gaat.
Indien een kind al langer dan zes weken last heeft van eerder genoemde symptomen, deze problemen in het dagelijkse leven veroorzaken en herhaaldelijk medisch onderzoek geen lichamelijke oorzaak kan aanwijzen, dan kan een psychische behandeling een uitkomst bieden.