KOPP/KOV staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met een Verslaving (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. In Nederland zijn er ieder jaar 405.000 ouders die te maken hebben met een psychische stoornis en/of een verslaving. Eén op de drie kinderen heeft hiermee te maken. Voor kinderen kan dit heel moeilijk zijn en een deel van deze kinderen ontwikkelt later zelf problemen. Je kunt deze kinderen helpen door een beschermende factor te zijn.

KOPP/KOV-kinderen, hoe herken je ze?

Kinderen van ouders met psychiatrische- of verslavingsproblematiek hebben een aantal gemeenschappelijke kenmerken:

  • Ze hebben vaak meer taken en verantwoordelijkheden in het gezin – zowel praktisch als op emotioneel gebied – dan passend is voor de leeftijd. Hierdoor ontstaat parentificatie (rolomkering): het kind zorgt voor de ouder in plaats van andersom en komt hierdoor niet toe aan de normale ontwikkelingstaken. Ze verzuimen ook vaak van school.
  • Veel kinderen schamen zich voor hun thuissituatie doordat het thuis anders is dan bij andere kinderen. Als gevolg hiervan kunnen ze zich terugtrekken uit sociale contacten en geen vriendjes meenemen naar huis. Ze kunnen last hebben van schuldgevoelens of hebben weinig vertrouwen in zichzelf en anderen.
  • Deze kinderen zijn heel goed in het aanvoelen en lezen van andermans stemming en het oppikken van non-verbale signalen. Ze kunnen zich extreem aanpassen aan de wensen van de ouder maar kunnen ook juist een hele onverschillige houding aannemen.
  • Veel kinderen hebben moeite om met hun emoties om te gaan en herkennen eigen wensen en behoeften niet meer, omdat deze altijd onderdrukt zijn. Ze cijferen zichzelf helemaal weg of zijn juist agressief en hebben beperkte sociaal-emotionele vaardigheden.
  • Veel KOPP/KOV-kinderen hebben psychosomatische problemen, zoals terugkerende hoofdpijn- en buikpijnklachten, misselijkheid, slaapproblemen en eetproblemen. Ook kunnen ze last hebben van separatieangst.

Hoe kun je KOPP/KOV-kinderen helpen?

Uit onderzoek blijkt dat een derde van de kinderen met een psychisch zieke ouder zelf géén problemen krijgt. Helaas krijgt een derde tijdelijke (aanpassings)problemen en een derde ontwikkelt ernstige psychische klachten. Je kunt dan denken aan depressie, angst, schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen zoals borderline of een alcohol- en drugsverslaving. Over de factoren die dat risico vergroten of juist verkleinen raakt steeds meer bekend:  één van de beschermende factoren voor deze kinderen is het sociale netwerk. Misschien heb je als leerkracht deze kinderen in je klas, is jouw kind bevriend met een KOPP/KOV-kind of krijg je op een andere manier met ze te maken. Wat kun je dan doen om een kind te helpen?

Signalering

Kinderen kunnen zaken goed verbergen. Als leerkacht of andere naaste is het belangrijk om alert te zijn op signalen zoals plotselinge gedragsveranderingen, lage cijfers of spijbelen. Er kunnen moeilijkheden thuis zijn of een plotselinge psychiatrische opname van een ouder. Als je de signalen op tijd bespreekbaar maakt, kan het kind op tijd steun krijgen en kan het gezin zo nodig doorverwezen worden naar anderen die zich bezighouden met preventie van KOPP/KOV-problematiek.

Ga het gesprek aan

Als leerkracht of als persoon in de buurt heb je contact met het gezin. Als je denkt dat er iets aan de hand is, onderneem dan actie. Ga er niet van uit dat er al hulp is geregeld. Je kunt proberen om het gesprek met het kind zelf of met de ouders aan te gaan. Vraag eens hoe het thuis gaat en welke zorgen er zijn. Het is belangrijk om de situatie bespreekbaar te maken. Het is van belang dat kinderen begrijpen wat er met hun ouder aan de hand is en dat ze in kindertaal (liefst door de ouders) uitleg krijgen over de psychische problemen of de verslaving. Vraag hulp bij de buurtteams of Jeugdgezondheidszorg (JGZ) als je het moeilijk vindt dit gesprek aan te gaan of als dit niet mogelijk is.

Aandacht en gewone dingen doen

Veel kinderen van ouders met psychiatrische of verslavingsproblemen kunnen bij weinig mensen hun verhaal kwijt. Een KOPP/KOV-kind zal zelf niet snel om aandacht of hulp vragen. Als je van de gezinssituatie afweet kun je het kind wat extra aandacht geven. Net als ieder kind willen KOP/KOV-kinderen graag ‘normaal’ zijn en gewone kinderdingen doen. Nodig het kind uit voor een verjaardagsfeestje of een dagje uit of vraag het om te komen spelen.

Biedt ouders ondersteuning

Natuurlijk hebben niet alleen de kinderen maar ook de ouders zelf veel aan hun hoofd. Soms lukt het niet meer om het thuis allemaal op orde te houden. Het kan helpen als ouders af en toe hun hart kunnen luchten bij iemand of wat taken kunnen uitbesteden. Je kunt misschien bijspringen met praktische dingen zoals het huishouden, boodschappen doen of administratieve taken. Je kunt ook aanbieden om het kind na schooltijd op te vangen of uit te nodigen voor het eten. Voor KOPP/KOV-kinderen en hun ouders is zo’n sociaal vangnet heel belangrijk.

Preventieve activiteiten

Preventie-afdelingen van veel ggz-instellingen en van sommige verslavingszorginstellingen organiseren bijeenkomsten voor KOPP/KOV-kinderen. Deze activiteiten dringen het risico op het ontwikkelen van psychische problemen bij het kind terug met 40%. Daarnaast bieden preventie-afdelingen ook individuele gesprekken voor kinderen en ouders aan. Op www.kopstoring.nl en www.kopopouders.nl. kunnen kinderen en ouders online hulp en informatie vinden.

Verwijzing naar hulpverlening

Als je merkt dat een kind of ouder meer nodig heeft dan een preventief aanbod, kan je ook extra hulp organiseren. Dit kan in gang gezet worden met behulp van de huisarts, het lokale wijkteam of Centrum voor Jeugd en Gezin.

We maken allemaal wel eens ingrijpende gebeurtenissen mee waardoor ons leven op zijn kop wordt gezet of een onverwachte wending krijgt. Ingrijpende gebeurtenissen kunnen leiden tot psychische klachten zoals angst, depressie of een posttraumatische stress stoornis (PTSS). Maar wist je dat moeilijke tijden of ellende je levensloop uiteindelijk ook op een positieve manier compleet kunnen transformeren? In de wetenschap heet dat fenomeen PostTraumatische Groei (PTG), een andere benaming voor ‘what doesn’t kill you makes you stronger’. In dit artikel legt een psycholoog uit wat PTG is, en hoe je dit zelf kunt realiseren.

Wat is posttraumatische groei?

Posttraumatische groei is een relatief nieuw onderwerp binnen de psychologie. De Amerikaanse psychologen Richard Tedeschi en Lawrence Calhoun zijn de grondleggers van de posttraumatische groei theorie. Zij stellen dat trauma weliswaar kan leiden tot het welbekende posttraumatische stress syndroom (PTSS), maar dat het ook kan leiden tot ‘een positieve psychologische verandering als een gevolg van tegenslag’. Ofwel: we zijn in staat om na trauma niet alleen te herstellen en terug te veren, maar zelfs te floreren. Je kunt door een ingrijpende gebeurtenis een grote persoonlijke groei doormaken en uiteindelijk zelfs een hogere kwaliteit van leven ervaren dan vóór het trauma. Hoe ellendig een ingrijpende gebeurtenis ook is, zelfs de negatiefste oorzaak kan uiteindelijk ook een positief gevolg hebben. Dat is nog eens een hoopvolle boodschap!

Posttraumatische groei versus veerkracht

Een nauw verwante term uit de traditionele psychologie is veerkracht. Dit is het vermogen om te gaan met crisissituaties door beroep te doen op persoonlijke en sociale hulpbronnen en deze te gebruiken voor de eigen ontwikkeling. Het verschil tussen posttraumatische groei en veerkracht is de omvang van het herstel. Veerkracht betekent dat je de eerdere levenskwaliteit terugvindt, posttraumatische groei gaat verder dan dat. In plaats van terug te keren naar wat normaal voor je is, bereik je een nog hoger niveau van wijsheid en mededogen dan voorheen.

Wat zijn de kenmerken van posttraumatische groei?

Maar over wat voor soort groei hebben we het dan precies? Uit onderzoek is gebleken dat mensen die posttraumatische groei hebben doorgemaakt op vijf gebieden een verandering of verbetering kunnen rapporteren:

Meer waardering voor het leven

Mensen die posttraumatische groei doormaken kunnen zich meer bewust worden van de waarde van hun eigen leven en van het leven in het algemeen. Het kan leiden tot een verandering in prioriteiten. Materiële dingen verliezen aan waarde en kleine, alledaagse dingen of persoonlijke relaties worden juist belangrijker. Ze besteden bijvoorbeeld meer tijd aan het waarderen van de natuur of aan activiteiten die hen gelukkig maken. Velen tonen ook hun waardering voor het leven door iets terug te doen voor hun lokale of wereldwijde gemeenschap. Het kan ook hun motivatie vergroten om van de wereld een betere plek te maken.

Betere en hechte persoonlijke relaties

Door het meemaken van een traumatische gebeurtenis verliezen mensen vaak een deel van hun relaties. Veel mensen die posttraumatische groei meemaken, bouwen juist intensere relaties op met de mensen die overblijven. Ze kunnen ook sociaal actiever en gezelliger worden en meer empathisch vermogen ontwikkelen. Ze waarderen hun relaties vaak meer, dus willen natuurlijk doen wat ze kunnen om die relaties te onderhouden en te verbeteren. De wijsheid die ze hebben opgedaan door de traumatische ervaring, geeft ze een groter vermogen om betere keuzes te maken in de omgang met anderen. Door trauma getroffen mensen voelen vaak een verhoogde compassie voor anderen, vooral voor mensen in nood.

Bewustwording van eigen kracht

Als mensen zich van de eigen kwetsbaarheid bewust worden, groeit vaak ook het gevoel van innerlijke kracht. Men heeft ervaren dat de veiligheid in het leven altijd kwetsbaar is, maar ook dat men de consequenties van verschrikkelijke gebeurtenissen te boven kan komen. Nietzsche’s bewering dat ‘dat wat ons niet doodt ons sterker maakt’ is alleen waar voor degenen die posttraumatische groei ervaren. Terwijl anderen emotioneel zwakker worden na een trauma kunnen degenen die na een trauma kunnen groeien, die groei ervaren als een winst in persoonlijke kracht.

Ontdekking van nieuwe kansen in het leven

Nadat oude doelen waardeloos of zinloos geworden zijn, gaan mensen vaak op zoek naar nieuwe doelen en taken. Dit kan gepaard gaan met een verandering van beroep of met intense maatschappelijke betrokkenheid. Mensen die posttraumatische groei hebben bereikt, worden zich vaak meer bewust van de kansen in elke nieuwe ervaring die ze later tegenkomen. Omdat ze iets vreselijks hebben meegemaakt en het hebben overleefd, zien ze gemakkelijker wat hen te wachten staat, zonder dat hun geest vertroebeld wordt door wanhoop. Daarna gaan ze door met het zoeken naar het hogere pad tussen die opties.

Intensivering van het spiritueel bewustzijn

Als mensen een traumatische gebeurtenis meemaken roept dit vaak allerlei existentiële vragen op. Veel mensen ‘vinden’ God of veranderen van de ene religie naar de andere na een persoonlijke crisis. Anderen worden actiever in hun huidige religieuze gemeenschap, beginnen aan een nieuwe spirituele zoektocht of verlaten hun religie juist helemaal om aan hun unieke spirituele reis te beginnen. Deze veranderingen komen meestal voort uit het diepe gevoel dat er iets goeds in de wereld is dat niet gemakkelijk kan worden verklaard. Dit is hun hogere macht, en ze willen er op een diepere manier dan voorheen mee in contact komen.

6 Tips voor het bereiken van posttraumatische groei

Wat kun je nu zelf doen om posttraumatische groei te bereiken? Hieronder zijn zes gouden tips waarmee ook jij kunt proberen een moeilijke gebeurtenis in iets positiefs om te zetten:

  1. Uit je emoties

Het uiten van je emoties is cruciaal om posttraumatische groei te kunnen bereiken. Wanneer je negatieve emoties ontkent of onderdrukt, gaat dit namelijk ook ten koste van plezierige dingen, zoals je gezondheid, ondernemendheid en levenslust. Dus huil, wordt boos of uit jezelf op een creatieve manier en wees betrokken bij jouw gevoel. Heb je moeite met het uiten van je emoties? Je kunt het leren. Leer welke emotie bij jou past en stimuleer jezelf om deze echt te uiten. Ga op zoek naar begeleiding of hulp als je er niet uit komt.

  1. Accepteer wat je voelt

Posttraumatische groei komt niet voort uit het minimaliseren van de ernst van het gebeuren of door dingen mooier te maken dan dat ze zijn. Posttraumatische groei kan alleen ontstaan als we alle moeilijke ervaringen en gevoelens zoals angst, verdriet, eenzaamheid, machteloosheid, of mogelijk betekenisverlies onder ogen durven zien en accepteren.

  1. Focus op krachten, talenten en groei

Naast het uiten van je emoties en accepteren van alle moeilijke gevoelens is het belangrijk om je eigen krachten, talenten en vaardigheden en de ontwikkeling die je daarin ziet te blijven benoemen.

  1. Mildheid naar jezelf

Probeer ook in moeilijke perioden mild naar jezelf te zijn en ervoor te zorgen dat de angst je niet overspoelt. Wees vriendelijk voor jezelf en geduldig en neem tijd voor wat in normale omstandigheden ook helpend is. Dit kan het nemen van een warm bad zijn, het luisteren naar muziek, of maken van een boswandeling. Zorg voor voldoende rust.

  1. Andere keuzes

Neem jouw eigen inzichten uit deze tijd serieus. Denk na hoe je jouw leven op een positieve manier zou kunnen veranderen door bepaalde keuzes te maken. Keuzes kunnen bestaan uit kleine stappen zoals het respecteren van je lichamelijke en persoonlijke grenzen, meer zorg besteden aan de mensen die je belangrijk vindt of het dieper waarderen van de alledaagse vrijheid die je nu mist.

  1. Probeer de kans te zien die in de tegenslag verscholen ligt

Door de tegenslag word je gedwongen stil te staan en te reflecteren op je werk en leven. Meer naar je lichaam te leren luisteren en daar activiteiten op afstemmen. Meer rustmomenten opzoeken en minder afleiding. Achteraf kun je het heel helder zien: de tegenslag zette jou tegen je zin stil, maar heeft je uiteindelijk juist helpen groeien.

Tot slot

Als je een traumatische gebeurtenis hebt meegemaakt, is het goed om over je ervaring te praten met je dierbaren. Schakel indien nodig professionele hulp in. En onthoud vooral dat groei tijd en geduld kost, en je soms je vooruitgang pas ziet als je een blik achterom werpt en ziet waar je vandaan gekomen bent.

Een obsessieve-compulsieve stoornis of dwangstoornis (OCS) kan je dagelijkse leven behoorlijk beperken. De dwanghandelingen en dwanggedachten kunnen veel tijd in beslag nemen, waardoor je niet of nauwelijks meer toekomt aan zaken die echt belangrijk voor je zijn. Veel mensen schamen zich voor hun klachten, waardoor ze contact met anderen uit de weg gaan. Ook voor gezinsleden is het vaak een zware belasting. Wat kun je nu zelf doen om van je dwanggedachten en dwanghandelingen af te komen? In dit artikel legt een psycholoog kort uit wat een obsessieve-compulsieve stoornis is en hoe je zelf kunt proberen om milde tot matige OCS klachten te verminderen.

Wat is een obsessieve-compulsieve stoornis?

Als je lijdt aan een obsessieve-compulsieve stoornis of dwangstoornis, kan je last hebben van dwanggedachten, dwanghandelingen of van allebei. Vaak vermijd je situaties die je erg angstig maken. Er zijn veel verschillende uitingsvormen van OCS, en geen dwangstoornis is dan ook hetzelfde.

Dwanggedachten zijn steeds terugkerende gedachten, neigingen of beelden die als vervelend en zelfs als opdringerig ervaren worden. Ze gaan vaak over onderwerpen als rampen, geweld, ziekte en seks en je wordt er gespannen, bang en onrustig van.

Je kunt dwanggedachten proberen te negeren of tegen te houden. Het is moeilijk om dwanggedachten te stoppen, want als je gedachten hebt die je uit alle macht probeert niet toe te laten, komen ze des te meer en des te intensiever in je op. Vaak stoppen dwanggedachten pas als je bepaalde dwanghandelingen uitvoert.

Dwanghandelingen zijn schijnbaar zinvolle handelingen of psychische activiteiten, die je steeds herhaalt om gevoelens van angst en onrust te voorkomen of te verminderen. Het kan ook zijn dat je met de dwanghandeling een bepaalde gevreesde situatie wilt voorkomen. De dwanghandeling zelf heeft meestal niets te maken met datgene waar je bang voor bent of is duidelijk overdreven.

Voorbeelden van dwanggedachten/obsessies zijn:

  • Je bent bang dat anderen jou iets willen aandoen.
  • Je bent bang dat je voortdurend besmet raakt door vuil.
  • Je denkt dat je grove fouten maakt met ernstige gevolgen.
  • Je hebt gedachten dat je iemand iets wilt aandoen.
  • Je hoort vloekwoorden in je hoofd terwijl je gelovig bent.
  • Je denkt voortdurend aan seks als je een nieuw iemand ontmoet.

Voorbeelden van dwanghandelingen zijn:

  • Steeds je handen wassen nadat je iets hebt aangeraakt.
  • Bij binnenkomst in huis de lampen 10 maal aan/uit moeten doen.
  • Voor je het huis verlaat steeds controleren of alle elektrische apparatuur uit is.
  • Dingen ordenen, volledig maken, kloppend maken.
  • Voortdurend bidden, tellen of in gedachten woorden herhalen.
  • Dingen symmetrisch doen, precies op een bepaalde manier of een bepaald aantal keren.

Dwanggedachten en dwanghandelingen aanpakken

Heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen, maar sta je (nog) niet open voor professionele begeleiding van een psycholoog? Dan kun je proberen om met de volgende stappen aan de gang te gaan om jouw klachten aan te pakken:

Stap 1 –  Houd een dagboekje bij

Een goede manier om te starten met het verminderen van je OCS klachten is door ze bij te houden in een dagboek. Hierdoor kun je zien hoeveel van deze dwanggedachten en dwanghandelingen je eigenlijk uitvoert op een dag. Het wordt dan ook duidelijk in welke categorieën jouw dwanggedachten en dwanghandelingen vallen en hoeveel tijd je eraan besteedt.

Stap 2 – Afbouwen van dwanghandelingen

Als je het aandurft kun je proberen om een paar dwanghandelingen langzaam te verminderen. Hoe pak je zoiets goed aan? Met behulp van je dagboek kun je een rangorde maken van situaties die voor jou het moeilijkst zijn naar situaties die het makkelijkst zijn. Oefen eerst een tijdje met relatief makkelijke situaties. De frequentie en tijdsduur van de dwanghandelingen kun je dan per situatie langzaam afbouwen.

Stel: een makkelijke situatie voor jou om mee te beginnen is ‘de dag afsluiten en naar bed gaan’. Dit roept dwanggedachten op zoals “Ik moet zeker weten dat de gaskraan goed dicht zit, anders ontploft vannacht het huis of ik stik en ga ik dood”. Je besteedt dagelijks een half uur aan je dwanghandelingen en in dit half uur draai je 60 keer de gaskraan open en dicht. Pas daarna durf je naar bed te gaan.

Een goede start is bijvoorbeeld om van 60 keer de gaskraan open- en dichtdraaien, naar 50 keer te gaan. Let dan goed op of jouw grootste angst uitkwam door de volgende morgen te kijken of de gaskraan nog steeds dicht is. Als dat het geval is, dan weet je dat 50 keer dus ook genoeg is om jouw grootste angst niet uit te laten komen. Zodra je er helemaal aan gewend geraakt bent om het bij 50 keer controleren te laten, kun je gaan kijken of je deze dwanghandeling verder kunt gaan afbouwen naar 40 keer. Zodra je hier helemaal aan gewend bent geraakt, kun je de dwanghandelingen verder afbouwen naar 30 keer, dan naar 20 en dan naar 10 keer.

Zo kun je de dwanghandelingen langzaam afbouwen tot een voor jou acceptabel minimum. Wees je ervan bewust dat deze gedragsverandering (minder vaak de gaskraan open- en dichtdraaien) in het begin juist voor meer angst en ongemak zorgt. Laat je hierdoor niet ontmoedigen en bedenk dat de angst na een paar keer oefenen weer op hetzelfde niveau zal uitkomen als voor de gedragsverandering. Je mag natuurlijk zelf het tempo van afbouwen bepalen en kunt ook grotere of juist kleinere stapjes nemen als je je daar prettiger bij voelt. Zodra je deze makkelijke situatie voldoende onder de knie hebt, kun je hetzelfde gaan proberen met een wat moeilijkere situatie.

Stap 3 – Van je dwanggedachten afkomen: stel jezelf bloot aan je angst

Als je ook van je dwanggedachten wilt afkomen, zul je jezelf moeten blootstellen aan je angsten. Maar hoe pak je zoiets nou goed aan? Aan de hand van je dagboek kun je eerst een lijstje maken van de angsten die de dwanggedachte oproepen, in volgorde van het minst naar het meest erg. Leg een ondoorzichtig stuk papier over de lijst en schuif het naar beneden. De blootstelling begint met de minst bedreigende angst en eindigt met de meest bedreigende angst. Stel jezelf een kwartier lang bloot aan de angst die bovenaan de lijst staat. Ga de confrontatie met je dwanggedachten aan en test ze. Probeer daarbij eens om de volgende vragen te beantwoorden:

  • Wat gebeurt er als ik niet de specifieke dwanghandeling uitvoer (bijvoorbeeld 40 keer controleren of alle ramen dicht zitten en deuren op slot zijn)?
  • Hoe groot is de kans dat mijn dwanghandeling daadwerkelijk kan voorkomen waar ik zo bang voor ben?
  • Heb ik ooit geprobeerd om de specifieke dwanghandeling niet uit te voeren? En wat gebeurde er toen?
  • In het geval ik toch toegaf aan mijn dwanggedachte: wat gebeurde er? Is er een andere verklaring voor wat er gebeurde?
  • Wat gebeurt er met de spanning en angst als ik niet toegeef aan de dwanggedachten?
  • Hoe lang duurt het voordat mijn angst en spanning niet meer toenemen?
  • Zal de spanning en angst altijd zo hevig aanwezig blijven?
  • Zou je willen ervaren wat er gebeurt met je gevoelens van angst en spanning als je niet de specifieke dwanghandeling uitvoert?

Een oefening om niet toe te geven aan dwanghandelingen die opkomen door een dwanggedachte

  • Ga in een comfortabele stoel zitten.
  • Sta jezelf toe om te voelen wat je voelt en oncomfortabele gevoelens zoals angst, spanning, woede of schuld te ervaren.
  • Reageer niet op je gevoelens of neigingen van dwang.
  • Merk op of je gevoelens erger worden of niet. Als ze erger worden, blijf dan rustig observeren.
  • Wacht ongeveer 10 minuten. Observeer je gevoelens en probeer niets anders te doen.
  • Zeg tegen jezelf: “Er kan mij niets gebeuren zolang ik in deze stoel zit”. Of: “Dit zijn gewoon gevoelens en die zijn maar tijdelijk”.
  • Vraag jezelf na 10-12 minuten af: hoe voel ik mij nu vergeleken met 8 minuten geleden?
  • Je zal nu gaan merken dat de angst en spanning afnemen.

Herhaal dit proces iedere keer dat je deze dwanghandeling op voelt komen. Je zult merken dat gevoelens van angst en spanning komen en gaan, zelfs als je niet toegeeft aan deze gevoelens door een dwanghandeling uit te voeren. Door te blijven oefenen, zal de intensiteit van deze gevoelens steeds meer afnemen. Herhaal de oefeningen iedere dag en voer per week de periode van blootstelling met een kwartier op tot een uur. Heel belangrijk: pas als je de minst bedreigende angst onder de knie hebt, begin je te oefenen met de volgende angst op je lijstje.

Gun jezelf de tijd, wees mild voor jezelf en laat je niet ontmoedigen als je tijdelijk toch weer wat meer last krijgt van je dwangklachten. Wees ook realistisch en bedenk dat je waarschijnlijk altijd wel een beetje dwangmatig zult blijven. En dat is helemaal niet erg!

Tot slot

Mensen die last hebben van ernstige dwanggedachten en dwanghandelingen zullen wellicht niet genoeg hebben aan de tips die in dit artikel worden beschreven. Hen wordt aangeraden contact op te nemen met de huisarts voor een doorverwijzing naar een psycholoog. Een dwangstoornis is in de meeste gevallen goed te behandelen. Afhankelijk van de klachten en de ernst ervan krijg je een behandeling met cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide.

 

Ieder van ons krijgt te maken met verlies. Hoe graag je het ook zou willen, het is iets wat je helaas niet kunt vermijden. Wat je wél kunt vermijden, is het slecht verwerken van een verlies; door niet goed genoeg te rouwen en daarbij te lang je gevoelens te onderdrukken, kun je namelijk psychische of lichamelijke klachten ontwikkelen. Maar hoe weet je of je (goed) rouwt en hoe kun je dit proces zelf positief beïnvloeden?

Rouw en rouwverwerking

Rouw is een normale reactie op een verlieservaring. Rouwen doen we niet alleen bij het overlijden van een dierbare; je kunt ook rouwen om het verlies van je gezondheid, relatie, baan of huisdier. Rouw kan zelfs gaan over iets dat er nooit geweest is, zoals gebrek aan liefde, het niet kunnen krijgen van kinderen of geen carrièrekansen hebben.

Rouwverwerking is de manier van omgaan met verdriet en verlies. Het is een proces van overleven, aan het werk gaan met de rouw en het langzaam maar zeker een plaats geven in je leven. Hoe snel je jouw verlies verwerkt en hoe sterk de emoties in het rouwproces zijn, hangen af van verschillende persoonlijke factoren.

Symptomen van rouw

Ondanks dat iedereen anders rouwt, zijn er wel een aantal veelvoorkomende symptomen die je kunt herkennen. De symptomen zijn onder te verdelen in twee categorieën: psychische symptomen en lichamelijke symptomen.

Psychische symptomen
Na een verlies kun je je ontzettend somber voelen. Ook kun je last hebben van schuldgevoelens, omdat je het gevoel hebt dat je meer had kunnen doen om het verlies te voorkomen. Als je iemand hebt verloren kun je ook juist opluchting voelen, omdat jouw dierbare nu niet meer hoeft te lijden. Misschien praat je met of ‘zie’ je de overledene nog regelmatig – ongeveer de helft van mensen die rouwen hebben hiermee te maken.

Vaak merken mensen ook dat ze sneller geïrriteerd raken en minder aankunnen. Andere psychische symptomen die je kunt ervaren zijn ontkenning, boosheid, angst, identiteitscrisis, eenzaamheid, concentratieproblemen, piekeren, rusteloosheid, nachtmerries, schrikreacties, stress, depressieve gedachten en gedachten aan zelfdoding. Vooral bij een plotseling overlijden is de schok vaak nog groter dan bij een verwacht overlijden. Dit effect van de schok met als gevolg deze gevoelens of symptomen kunnen maanden of zelfs jaren aanhouden.

Lichamelijke symptomen
Naast die verschillende psychische symptomen kun je ook te maken krijgen met verschillende lichamelijke symptomen van rouw. Als je rouwt kun je je geruime tijd erg moe, futloos of passief voelen. Ook kun je symptomen ervaren zoals slaapproblemen, hoofdpijn, buikpijn, spierpijn, hartkloppingen of druk op de borst en gebrek aan eetlust. Het kan ook zijn dat je juist overactief bent om maar niet met het verlies bezig te hoeven zijn.

Welke fasen bij rouw zijn er?

Binnen een rouwproces zul je verschillende fases doorlopen. Ze hoeven niet in de genoemde vaste volgorde voor te komen, maar vaak komen ze wel alle vier voorbij in het rouwproces:

  1. Het verlies onder ogen zien.
  2. Het verlies en de pijn ervaren.
  3. Aanpassen aan het leven zonder hetgeen of degene die gemist wordt.
  4. Het bewaren van de herinneringen en opnieuw gaan houden van het leven.

Maar wat als je de rouwfasen niet allemaal (voldoende) hebt doorlopen en je slecht blijft functioneren in het dagelijks leven? Dan spreken we van onverwerkte rouw.

Een verstoord rouwproces: onverwerkte rouw

Er bestaan verschillende soorten onverwerkte of gecompliceerde rouw:

  1. Rouwontkenning

De gedachten en emoties rondom het verlies worden zoveel mogelijk genegeerd of ontkend. Dit kan gestimuleerd worden door een omgeving waar geen of weinig begrip is voor rouw, omdat ze vinden dat je maar zo snel mogelijk weer verder moet gaan met je leven of omdat er geen ruimte is voor het verdriet.

  1. Uitgestelde rouw

Bij uitgestelde rouw lijken de emoties gewoon afwezig. Er wordt weken tot maanden lang niet gereageerd op het verlies.

  1. Chronische rouw

Hoewel er geen tijdsduur staat voor rouw, kan het wel chronisch worden als de intensiteit van de gevoelens na verloop van tijd niet minder wordt. Als deze gevoelens bijna onafgebroken zijn en ze niet langzaamaan minder worden, kan er sprake zijn van chronische rouw.

‘Wanneer je verdrietig bent, kijk dan opnieuw in je hart en zie dat je huilt om wat je vreugde schonk.’

Kahlil Gibran

 

6 Tips voor rouwverwerking

Dus hoe kun je het beste omgaan met rouw? Het is belangrijk om te weten dat rouwverwerking geen lineair proces is. Je kunt je de ene dag redelijk goed voelen, en de dag erna weer een dip hebben. Hieronder geven we je zes tips:

  1. Zorg goed voor jezelf

Hoe cliché het ook klinkt, goed voor jezelf zorgen is noodzakelijk en vaak lastiger dan je denkt. Onthoud dat rouwen een intensief proces is wat veel energie kost. Het is daarom belangrijk dat je veel rust neemt, dingen doet die je leuk vindt en zorgt voor ontspanning. Probeer een regelmatig dag-nacht ritme aan te houden. Zorg ook voor voldoende slaap, eet gezond en beweeg regelmatig.

  1. Neem de tijd

Eén ding is zeker: rouwverwerking kost tijd. De omgeving verwacht vaak dat de rouwperiode na een half jaar wel voorbij is, maar dat is niet bij iedereen het geval. Het rouwproces kost over het algemeen enkele jaren waarin je door rouwverwerking fases gaat en heen en weer slingert tussen verlies en herstel. Door de tijd te nemen om stil te staan bij het gemis, kun je voorkomen dat je vroeg of laat vastloopt in het rouwproces.

  1. Uit je gevoelens

Onderdruk je gevoelens niet maar praat met je partner, vrienden, familie of collega’s wat je is overkomen. Huilen kan erg opluchten. Je kunt ook uiting geven aan je gevoelens door met muziek of kunst bezig te zijn of door te schrijven. En wat dacht je ervan om steun te zoeken bij een lotgenotengroep?

  1. Blijf in contact 

Een bekende valkuil als je een verlies hebt geleden, is om je te isoleren, de telefoon niet meer op te nemen en in bed te blijven liggen. Het helpt je veel meer als je probeert om dagelijks even contact te hebben met een vriend of vriendin, familielid, kennis of collega.

  1. Ga de deur uit 

Het kan verleidelijk zijn om jezelf op te sluiten in huis. Probeer toch iedere dag even de deur uit te gaan voor een boodschap, maak een (lange) wandeling of ga een stukje fietsen of hardlopen.

  1. Zoek informatie

Als je iemand bent die meer cognitief is ingesteld, kan het je misschien helpen om blogs of artikelen over rouwen te lezen, informatieve websites en boeken te lezen of ervaringsverhalen van anderen op te zoeken.

Professionele hulp inschakelen

Wanneer je veel moeite hebt met het rouwproces en het gevoel hebt dat je er toch zelf niet uitkomt, dan kan psychische behandeling of begeleiding helpen. Bespreek jouw klachten met de huisarts, die kan ervoor zorgen dat je wordt doorverwezen voor passende hulp.

 

Eenzaamheid is een probleem dat altijd heeft bestaan. Het is van alle leeftijden en komt voor onder alle lagen van de bevolking. Meer dan een miljoen Nederlanders voelt zich sterk eenzaam. Nog eens één op de drie Nederlanders voelt zich matig eenzaam. De ene persoon loopt meer risico om zich eenzaam te voelen dan de ander, maar iedereen kan ermee te maken krijgen. Eenzaamheid kan in lichte of sterke mate voorkomen, af en toe gevoeld worden of langdurig aanhouden. Eenzaamheid kan veel impact hebben op jouw leven en de kwaliteit ervan. Dan is het belangrijk er iets aan te doen. Wij geven je graag een aantal tips om beter om te gaan met eenzame gevoelens.

Wat is eenzaamheid?

Eenzaamheid is een gevoel. Je bent pas eenzaam als jij dat zo ervaart. Eenzaamheid is iets anders dan alleen zijn, maar kan er wel mee samenvallen. Je kunt alleen zijn en je daar helemaal prima bij voelen.

‘Eenzaamheid is het fysiek ervaren van een tekort in patronen van verbinding met andere mensen‘

Door neuropsychologisch onderzoek van de laatste twintig jaar weten we inmiddels dat het gevoel van eenzaamheid een directe fysieke ervaring is, net zoals honger of dorst. Het gevoel buitengesloten te zijn, het gevoel van eenzaamheid, prikkelt exact hetzelfde hersengebied als wanneer iemand fysieke pijn heeft. Daaruit volgt dat eenzaamheid een fysiek verschijnsel is. We hebben verbinding met anderen nodig om ons gezond te ontwikkelen. Als kind, maar net zo goed in ons volwassen leven. Eenzaamheid is eigenlijk een signaal dat er iets ontbreekt aan onze verbinding met andere mensen. Als je je eenzaam voelt, is een menselijke basisbehoefte niet vervuld.

Verschillende soorten eenzaamheid

Er bestaan verschillende soorten eenzaamheid. Bij emotionele eenzaamheid mis je verbondenheid met anderen, je mist een hechte, intieme band. Emotionele eenzaamheid komt vaak voort uit de kwaliteit van het contact: je ervaart dit contact bijvoorbeeld als moeizaam of oppervlakkig.

Bij sociale eenzaamheid ervaar je een tekort aan betekenisvolle relaties met anderen. Je hebt dan minder sociaal contact dan je wenst.

De laatste jaren is er ook veel aandacht voor een andere vorm van eenzaamheid, namelijk existentiële eenzaamheid. Dit wordt omschreven als een verloren en zwervend gevoel, geen eigen plek of rol in het leven kennen, een gevoel van zinloosheid. Bij existentiële eenzaamheid gaat het meer over een gemis aan zingeving dan over je sociale contacten.

Wanneer iemand weinig of geen betekenisvolle ondersteunende contacten heeft spreken we van sociaal isolement. Sociaal isolement is niet hetzelfde als eenzaamheid, maar kan er wel mee samenvallen. Sociaal isolement is een situatie; eenzaamheid is een gevoel.

Feiten, cijfers en oorzaken

Eenzaamheid kan allerlei oorzaken hebben. Groepen die een hoger risico hebben op eenzaamheid zijn ouderen (75+), mensen in armoede, mensen met een chronische aandoening, mantelzorgers, mensen met een migratie-achtergrond, laaggeletterden en LHBTI’ers.

Eenzaamheid komt vaker voor onder alleenstaanden dan onder mensen met een partner. Maar je kunt je ook eenzaam voelen wanneer je een relatie hebt, bijvoorbeeld doordat jij je niet begrepen voelt door jouw partner, of omdat je (bijna) geen connectie met hem of haar voelt.

Iemand verliezen die dichtbij je staat kan een grote impact hebben en je kunt je er eenzaam door voelen. Verlies hoeft niet te betekenen dat iemand is overleden. Ook als een dierbare ver weg verhuist, of als je elkaar niet meer spreekt door een ruzie of een echtscheiding, is er sprake van een verlieservaring.

Ook de omstandigheden kunnen zorgen voor eenzaamheid. Misschien heb je niet de financiële middelen om mee te doen aan sociale activiteiten, of zorg jij als mantelzorger voor een ziek familielid en houd je daarnaast weinig tijd voor jezelf over. Misschien ben jij jouw baan verloren door ontslag of pensioen en mis je daardoor de contacten met jouw collega’s. Gepest worden kan een grote impact op iemand hebben. Vooral wanneer je niemand hebt om over het pesten te praten kun jij je eenzaam voelen.

Daarnaast kunnen persoonlijke eigenschappen ervoor zorgen dat jij moeilijker contact maakt. Denk bijvoorbeeld aan een gebrek aan zelfvertrouwen, onvermogen anderen te vertrouwen, sterke verlegenheid, of emotionele instabiliteit.

Eenzaamheid komt relatief vaak voor bij mensen met psychische klachten, zoals een angststoornis, depressie of autisme. Als je hierdoor weinig buiten komt of minder makkelijk contact maakt, kan dat eenzaamheid veroorzaken. Maar ook de angst voor of het ervaren van onbegrip kan ervoor zorgen dat jij je niet durft te verbinden met anderen. Je durft bijvoorbeeld niet met anderen te delen hoe het echt met jou gaat of waar jij je mee bezighoudt. Je houdt een deel voor de buitenwereld verscholen, omdat je bang bent dat je niet begrepen wordt.

Gevolgen van eenzaamheid

Eenzaamheid kan op zichzelf staan, maar gaat relatief vaak samen met psychische klachten. Uit een onderzoek van het Trimbos Instituut blijkt dat wanneer jij je eenzaam voelt, je een hoger risico hebt op het ontwikkelen van een ernstige stemmings-, angst- of middelenstoornis dan mensen die niet eenzaam zijn. Andersom voelen mensen die psychische klachten hebben zich vaker eenzaam dan mensen zonder psychische klachten. Eenzaamheid kan een negatieve uitwerking hebben op je immuunsysteem, waardoor je vatbaarder bent voor infecties. Ook veroorzaakt eenzaamheid vaak ongezonde gedragingen, zoals het gebruiken van middelen, meer eten en weinig bewegen.

Hoe kun je beter omgaan met eenzaamheid?

Je soms eenzaam voelen hoeft helemaal niet erg te zijn. Pas als eenzaamheid je gaat belemmeren in jouw functioneren en jij je er ongelukkig door voelt, gaat het een groter probleem vormen. Welke stappen kun je nu zelf zetten zetten? Hieronder lees je een aantal tips:

Tip 1. Probeer de oorzaak te achterhalen

Waardoor voel jij je eenzaam? Zijn er bijvoorbeeld bepaalde situaties waarin het gevoel van eenzaamheid sterker is dan normaal? Wat mis je op die momenten in de contacten die je hebt? Het achterhalen van de kern van jouw eenzaamheid kan jou helpen om een oplossing te vinden.

Tip 2. Realiseer je dat eenzaamheid een gevoel is dat je kunt veranderen

Het is goed om je te beseffen dat eenzaamheid een gevoel is; je bent niet eenzaam, je voelt je eenzaam. In plaats van te blijven hangen in dit vervelende gevoel, kun je beter kijken waar je invloed op kunt uitoefenen zodat je stappen kunt ondernemen om het eenzame gevoel te verminderen.

Tip 3. Blijf dingen ondernemen

Misschien zijn er bepaalde dingen die je nu niet doet, omdat je niet weet met wie je het moet ondernemen. Maar het is belangrijk dat jij de dingen blijft ondernemen die belangrijk voor jou zijn! Dat is misschien makkelijker gezegd dan gedaan. Begin daarom met kleine stapjes en breid dit steeds verder uit. Ga bijvoorbeeld eens in je eentje ergens een kop koffie drinken of een biertje, maak een wandeling of ga naar een concert. Juist wanneer je dingen blijft ondernemen, creëer je kansen om nieuwe contacten op te doen.

Tip 4. Investeer in zelfliefde

Lief zijn voor jezelf is één van de eerste stappen die je kunt maken om het eenzame gevoel te verminderen. Wanneer je niet tevreden bent met jezelf, kan dit bijdragen aan een eenzaam gevoel en jou belemmeren bij het maken van contact. Leer jezelf waarderen. Richt je meer op jouw goede eigenschappen dan te focussen op wat je anders zou willen zien. Vergelijk jezelf niet steeds met anderen, jij bent zoals je bent en dat is goed zo! Vind je het spannend om contact met iemand te leggen of jezelf te zijn, omdat je bang bent voor afwijzing? Onderzoek waar dit gevoel vandaan komt.

Tip 5. Investeer in het opbouwen van relaties

Het kost nu eenmaal tijd om waardevolle relaties op te bouwen met anderen. Je zult daar dan ook zelf tijd in moeten investeren. Grijp alle momenten aan om sociale contacten op te doen. Zoek bijvoorbeeld plekken op waar je mensen tegenkomt die dezelfde interesses hebben als jij. Je kunt via verschillende kanalen contacten opdoen, bijvoorbeeld via de sportschool, internet of een buurthuis.

Tip 6. Praat erover en stel jezelf kwetsbaar op

Het kan helpen om je te realiseren dat eenzaamheid er vaak bij hoort in het leven. Je bent niet alleen: ruim drie miljoen Nederlanders voelen zich regelmatig eenzaam. Hoewel er bij (jong)volwassenen nog altijd een taboe op dit onderwerp heerst, is het goed om je gevoelens bespreekbaar te maken. Is er een vriend, collega, familielid of buurvrouw aan wie je kwijt kunt hoe je je voelt? Grote kans dat je te horen krijgt dat diegene zich ook wel eens eenzaam voelt, wat jou weer kan sterken in je eigen emoties.

Eenzaamheid kan veel impact hebben op jouw mentale en fysieke gezondheid. Heb je het idee dat je er ondanks onze tips toch zelf niet uitkomt en wil je actief aan de slag met het verminderen van jouw eenzaamheid? Samen met een psycholoog kun je op zoek naar de oorzaak van jouw eenzaamheid en werken aan een oplossing. Want zoals eerder gezegd: eenzaamheid is een gevoel waar je (vaak) wat aan kunt veranderen.

 

Dit is wat de wetenschap zegt over waarom we ontvangen van kritiek zo lastig vinden.

De meeste mensen vinden het lastig om negatieve feedback of kritiek te krijgen. In het omgaan met kritiek speelt onzekerheid vaak een rol. We interpreteren kritische kanttekeningen als een aanval op onze persoon en voelen ons afgewezen. Een veelvoorkomende en natuurlijke reactie is dat je in de verdediging of ontkenning schiet, of kwaad wordt. Gelukkig kun je oefenen met reageren op kritiek, zodat het minder als een aanval zal voelen. In dit artikel leggen we uit waarom kritiek ontvangen zo lastig is en hoe je op een gezonde en assertieve manier met kritiek kunt omgaan.

Waarom is kritiek ontvangen zo lastig?

De afgelopen jaren zijn er tientallen studies verricht naar de vraag waarom het zo lastig is om kritiek te ontvangen. Hieronder vatten we de belangrijkste conclusies samen:

  1. Kritiek is een bedreiging (voor je overleving)

Je hebt vast wel eens gehoord van het ‘fight, flight or freeze’-mechanisme. Vanuit de oertijd zijn we gewend om gevaar uit de weg te gaan, ertegen te vechten of te bevriezen en niets te doen. Dat zijn nog steeds de drie primaire reacties wanneer we iets als een bedreiging zien. Dit mechanisme wordt in gang gezet door de amygdala. Het blokkeert de mogelijkheid om nog rationeel te denken en redelijk te reageren, en het zorgt ervoor dat er razendsnel stresshormonen vrijkomen. Dat gebeurt ook als we kritiek krijgen.

  • Fight (vechten):  in de tegenaanval gaan, proberen de kritiek te weerleggen of de ander in twijfel trekken
  • Flight (vluchten):  kritiek of kritiekgevers vermijden
  • Freeze (bevriezen):  terugtrekgedrag, zelfvertrouwen en zelfwaardering neemt af door de kritiek

Ons brein is er dus eigenlijk nog steeds van overtuigd dat we in de oertijd leven. Als je in de oertijd bij de groep hoorde, had je een betere overlevingskans. Je had jouw stam nodig om te kunnen overleven, voedsel te vergaren en je voort te planten. Afwijzing en sociale uitsluiting was het ergste wat je kon overkomen. Een kritische reactie heeft tegenwoordig natuurlijk niet meer zulke negatieve gevolgen als toen, maar toch ziet je brein kritiek nog steeds als een bedreiging. Afkeuring of afwijzing – zoals kritiek voor ons voelt – kan volgens je primitieve brein namelijk leiden tot sociale uitsluiting.

  1. Cognitieve bias: je brein vindt kritiek onterecht

Een tweede reden waarom het lastig is om kritiek te ontvangen, is dat je brein de neiging heeft om te denken dat het altijd gelijk heeft. Zo’n denkfout wordt in de psychologie een ‘cognitieve bias’ genoemd. Letterlijk vertaald is het ‘een afwijking van rationaliteit in oordelen, wat resulteert in het trekken van onlogische of irrationele conclusies over andere mensen en situaties’. In dit geval betekent dat dus: jij hebt gelijk, en de kritiek is onterecht.

  1. Negatieve informatie wordt uitvergroot

Een andere reden dat we kritiek liever uit de weg gaan, is dat negatieve informatie door het brein wordt uitvergroot en langer blijft hangen. Dit wordt de ‘negativity bias’ genoemd en maakt dat kritiek zo’n grote impact op ons heeft in vergelijking met complimenten. Het zorgt ervoor dat je sneller (je amygdala activeert stress in seconden) en heftiger (overlevingsmechanisme ‘aan’) reageert op kritiek. Dat verklaart waarom een negatieve opmerking een week lang in je hoofd blijft hangen, maar je een compliment zo vergeten kan zijn.

Maar hoe moet je dan wel omgaan met kritiek?

Wil je goed met kritiek kunnen omgaan, dan is het nodig dat je voor de kritiek openstaat en niet direct wegvlucht, vecht of bevriest. Probeer kritiek niet te zien als een nare opmerking naar jou toe gericht, maar als een advies waar je van kunt leren! Hieronder geven we een aantal tips om op een positieve manier met kritiek om te gaan en er zelfs je voordeel mee te doen!

Let op je ademhaling

De eerste stap om die primitieve reacties uit te schakelen, is door het te herkennen.  Let hiervoor op de signalen die je lichaam geeft. Adem je sneller dan normaal? Klopt je hart sneller? Voel je druk op de borst? Heb je een naar gevoel in je buik? Voel je je opgejaagd? Voel je een algemeen ongemak? Dit zijn aanwijzingen dat je midden in de stressreactie van je amygdala zit. Door vier seconden diep in te ademen (en rustig weer uit) schakel je dit stresssysteem direct uit. Hierdoor kalmeert het gedeelte in de hersenen dat de ‘vecht-of-vlucht’-respons aanstuurt. Laat de ander ondertussen rustig uitpraten en luister naar wat hij of zij zegt. Sluit je niet af voor wat de ander zegt. Elke vorm van kritiek, maar vooral een overload aan kritiek kan het lastig maken om je primitieve systeem in bedwang te houden.

Vraag om tijd

Als je voelt dat jouw grens bereikt is, kun je om tijd vragen zodat jij:

  • de amygdala kan kalmeren en de stressreactie kan uitschakelen;
  • negatieve feedback realistisch kan bekijken en plaatsen, in plaats van je gevoel (en reactie) te laten overheersen volgens de ‘negativity bias’;
  • opmerkingen kan evalueren in plaats van direct te verwerpen volgens de ‘cognitive bias’;
  • bewuste keuzes kan maken over je reactie en vervolgstappen en vragen kan formuleren.

Neem zelf het initiatief

Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar juist door zelf om feedback te vragen leer je beter om te gaan met kritiek. Zo oefen je het niet alleen, maar ben je er beter op voorbereid en houd je vooral zelf de controle. Je hebt dan namelijk zelf in de hand van wie, op welk moment, op welke plaats en wat voor soort feedback je krijgt.

  • Vraag de juiste persoon om feedback, iemand die jou eerlijke en constructieve antwoorden kan geven.
  • Stel zelf een plaats en tijdstip voor, waar jij je prettig bij voelt.
  • Stel een aantal (specifieke) vragen, waar wil je dat de ander je feedback op geeft?

Bekijk wat je met de kritiek kunt

Misschien wel de belangrijkste stap om met kritiek om te gaan, is voor jezelf helder krijgen wat je ermee kunt. Juist op deze manier kun je het omzetten naar iets positiefs. Soms is je fout toegeven en daar je excuses voor aanbieden het beste wat je kunt doen, maar meestal is het vooral belangrijk om te kijken naar oplossingen. Hoe kun je het een volgende keer anders doen, welke stappen kun je zetten om te groeien en wie kan jou daarbij helpen?

  • Analyseer de situatie en de kritiek. Wat heeft de ander gezegd en welke tips heb je gekregen?
  • Maak een concreet plan of afspraken waarmee je jezelf op dit punt kunt verbeteren.
  • Vraag eventueel de kritiekgever om advies of leg hem/haar je plan voor.
  • Vraag eventueel om een second opinion van iemand die jou verder kan helpen.

Tot slot: je hoeft niet altijd iets te doen met kritiek, zeker niet als de kritiek niet opbouwend is. Maak altijd voor jezelf de afweging of jij het nodig vindt dat je er iets mee doet en of de kritiek gegrond is.

Is bij jou het glas altijd halfleeg in plaats van halfvol? Zonde, want door positief te denken, maak je het leven een stuk fijner. Positief denken geeft energie, kracht en maakt alles gewoon een stuk leuker. Maar hoe doe je dat, die negatieve gedachten van je af zetten?

Positiviteit én negativiteit werken aanstekelijk

Grote kans dat je je liever met positieve mensen omringt dan met mensen die continu klagen en zeuren. Niet zo gek: positiviteit werkt aanstekelijk en zorgt ervoor dat je de dag doorkomt met een lach. Voor negativiteit geldt dit precies zo. Je wordt al snel meegenomen in een negatieve spiraal als de mensen om je heen doemdenken en geen plezier hebben. Sterker nog: zelfs één persoon (denk aan die negatieve collega, of een zeurderig familielid) kan ervoor zorgen dat je wordt meegenomen in een flow van negatieve gedachten en emoties.

Uit volle borst meezingen

Of je positief of negatief op iets reageert, is heel persoonlijk. Maar het is goed om te beseffen dat je zélf verantwoordelijk bent voor de lijn die je volgt. Kies je ervoor dingen van de zonnige kant te bekijken? Of zie je beren op de weg? Het kost wat oefening – negatief denken is nou eenmaal makkelijk – maar je zult zien dat positief denken je veel meer oplevert. Voorbeeld: probeer de voordelen in te zien van alwéér een middag aansluiten in de file op die drukke snelweg die je elke dag neemt om van het werk naar huis te komen. In de file kun je rustig je gedachten van je laten afglijden, je hebt meer tijd om uit volle borst mee te zingen met je favoriete nummers en je kunt dat telefoontje plegen dat je al zolang uitstelt. Je zult zien dat je een stuk opgewekter thuiskomt dan wanneer je de file zuchtend en steunend hebt doorstaan. Kort gezegd: positief denken is een keuze.

Online training: Vergroot je zelfvertrouwen

Twijfel je vaak aan jezelf? En zit dat je geregeld in de weg om het beste uit jezelf en het leven te halen? Dan is deze training wat voor jou! In samenwerking met Psychologie Magazine leren we je graag hoe je steviger in je schoenen kunt staan en je jouw zelfvertrouwen kunt vergroten. Tijdens deze online training komt het volgende aan bod: 

Hoe doe je dat dan, positief denken?

Het klinkt heel simpel om van de één op de andere dag met het positieve been uit bed te stappen, maar dat is het allerminst. Positief denken vergt oefening en tijd. Een aantal tips om het positief denken te integreren in je leven:

  • Waardeer wat je hebt en sta daar regelmatig bij stil.
  • Wees niet te streng voor jezelf. Goed is goed en hoeft niet nóg beter.
  • Lach zo vaak je kan. Het helpt je de dag positiever door te komen.
  • Vermijd pessimisten het liefst zoveel mogelijk. Negatieve mensen leveren geen energie op.
  • Relativeer de negatieve kanten van een situatie of gebeurtenis en probeer altijd te zoeken naar de positieve kanten.
  • Vertrouw op jezelf. Handel niet vanuit angst, maar zie de mogelijkheden en kansen.

Volg ons ook op Facebook voor leuke feitjes, ideetjes, handige apps, boeken, tips & tricks.

Lijkt iedere dag op de vorige? Is je super comfortabele pyjama je dagelijkse outfit geworden? Voelt het uitje naar de supermarkt soms als een hele onderneming? Al twaalf maanden ziet ons leven er anders uit door het coronavirus. Het is dan ook niet gek dat je daardoor wat minder lekker in je vel zit. 

Gelukkig is daar wat aan te doen en helpen wij je graag om er verandering in aan te brengen! Daarom starten we 22 maart met de 21 dagen challenge #GRIPOPJEDIP. Tijdens de challenge krijg je elke ochtend, via het Instagram profiel van Mentaal Beter, een uitdaging die je aan je dagelijkse routine kunt toevoegen. Je wordt uitgedaagd om iedere dag iets nieuws te proberen. 

Instagram Mentaal Beter

Check onze insta

Maak kennis met de challengers 

De uitdagingen en tips komen van vier jonge vrouwen, die weten hoe het is om in een dikke dip te zitten. Zij weten als geen ander welke dingen je zou kunnen doen om je beter te voelen. Benieuwd naar hun profielen? Klik op de afbeelding om naar hun instagrampage te gaan. 

 

Doe jij mee?

Dus ben jij klaar voor een frisse start deze lente? Wil je grip op je dip? Doe mee en volg vanaf 22 maart elke dag het Instagram profiel van Mentaal Beter. Je kunt jouw ervaringen delen met #gripopjedip.

Download hier de checklist

Iets toevoegen aan je dagelijkse routine blijft lastig. Deze checklist is er om jou te helpen! Voeg de routine uitdagingen die jij wil oppakken toe aan de checklist en houdt bij hoe vaak en wanneer je deze doet.

 

Heb je last van heftige klachten die gerelateerd zijn aan je stemming, angst, overmatige stress, slaap, piekeren, eenzaamheid of zelfwaardering? Aarzel dan niet om hierover te praten met anderen of vraag om hulp bij je huisarts.

 

Durf te vragen! Psycholoog Elvira antwoord op vragen die te maken hebben met psychische klachten. Heb jij een vraag? Laat het ons weten (eventueel in een privébericht) via onze social media kanalen. Wie weet zie je jouw vraag hier binnenkort verschijnen!

Ik werk op de spoedeisende hulp en heb de laatste maanden mensen zien sterven door het coronavirus. Ik heb hier veel last van. Hoe weet ik of ik PTSS heb en wat kan ik hieraan doen?

Posttraumatische stressstoornis of PTSS is een psychische aandoening die ontstaat wanneer iemand geconfronteerd wordt met een onverwachte, stressvolle, ingrijpende gebeurtenis. Hoewel de coronacrisis ons inmiddels al langere tijd bezighoudt, is het ook van zodanig grote schaal dat het bij velen voor angst en onzekerheid zorgt. Het is dan ook niet raar dat als je in de frontlinie werkt, je veel last krijgt van de ervaringen die je daar meemaakt.

Als je na een paar maanden nog steeds last hebt van angstklachten, stemmingsklachten, herbelevingen, nachtmerries, een sterk verhoogde alertheid of gevoelsarmoede door wat je op de spoedeisende hulp hebt meegemaakt, dan heb je mogelijk PTSS ontwikkeld. PTSS zelf behandelen is moeilijk. Een psycholoog kan je helpen om de schokkende gebeurtenis te verwerken. Maar er zijn enkele dingen die je zelf kunt doen.

Alles weten over PTSS?

Lees over onze hulpvraag “PTSS” en kom alles te weten over de symptomen, oorzaken en gevolgen.

Vlak na een schokkende gebeurtenis is het belangrijk dat je rust vindt en steun krijgt in je eigen vertrouwde omgeving. Het kan helpen om je gevoelens te delen. Probeer wat er gebeurd is te bespreken met lotgenoten of collega’s. Door gesprekken te voeren over de traumatische ervaring slijt het gevoel wat die ervaring nog oproept en voel je je minder alleen. Voor veel mensen lucht het op als ze hun verhaal opschrijven en delen. Als je piekert, probeer dat dan steeds weer zo snel mogelijk te stoppen en jezelf af te leiden. Sporten kan je helpen ontladen. Wandelen in de natuur kan helpen ontspannen, net als yoga, ontspanningsoefeningen, meditatie en mindfulness.

 

Durf te vragen! Psycholoog Elvira antwoord op vragen die te maken hebben met psychische klachten. Heb jij een vraag? Laat het ons weten (eventueel in een privébericht) via onze social media kanalen. Wie weet zie je jouw vraag hier binnenkort verschijnen!

Al bijna m’n hele leven heb ik een grote angst om alleen te blijven (dus geen relatie te hebben). Single oud worden (ik ben nu 35) is mijn grootste nachtmerrie. Zo erg zelfs dat het m’n leven beheerst. Waar komt deze enorme obsessie vandaan en wat valt er aan te doen? 

Het is heel normaal om niet alleen over te willen blijven, maar zodra die angst jouw leven volledig beheerst, dan kan er sprake zijn van anuptafobie. Deze angststoornis komt vaak voort uit irrationele opvattingen over alleen blijven of gebeurtenissen in het verleden, die als traumatisch ervaren zijn. Misschien heb jij een situatie meegemaakt waarin je je kwetsbaar en alleen voelde en was er niemand die jou kwam helpen. Een vervelende ervaring met een partner of een zoveelste afwijzing kan bijdragen aan de ontwikkeling van jouw angst. Ook kan het een onderdeel zijn van een grotere angststoornis of persoonlijkheidsstoornis.

Hoe te handelen? Allereerst is het belangrijk om je te realiseren dat het oké is om veel waarde te hechten aan relaties, maar dat het hebben van een relatie geen garantie is voor geluk. Daarnaast is een relatie die je aangaat uit angst gedoemd te mislukken. De kans is namelijk groot dat je kiest voor iemand die niet bij je past, met als gevolg dat je later opnieuw in deze situatie zit.

Meer lezen over angststoornissen?

Wil jij meer informatie over angststoornissen? Lees dan hier verder over de kenmerken, oorzaken en gevolgen.

Dus daag jezelf uit! Werk aan je zelfcompassie en zelfvertrouwen. Leer meer van jezelf te houden en je comfortabel te voelen als je alleen bent door in je eentje activiteiten te ondernemen. Bijt je stevig vast in een leuke hobby of sport. Investeer in jezelf en andere betekenisvolle relaties en vriendschappen. Hoe meer je gaande hebt voor jezelf in je leven, hoe gelukkiger je je zult voelen. Zo straal je ook nog eens de energie uit die je wilt aantrekken en is de kans op het krijgen van een relatie die echt bij je past een stuk groter.