Je gedraagt je als een klein kind!

Voel je je regelmatig verdrietig, alleen of bang terwijl daar objectief gezien geen aanleiding voor is? Krop je je woede op, om daarna te ontploffen? Als je reactie niet in verhouding is tot de ernst van de gebeurtenis, heeft dat vaak te maken met gevoeligheden uit je jeugd. In dit artikel leer je ontdekken hoe het komt dat je dan als een kind reageert. Ook geven we oefeningen om het gekwetste en boze kind in jezelf beter te leren herkennen en begrijpen en het gelukkige kind in jezelf te versterken.

Stap 1. Onderzoek je innerlijke kind

Er hoeft maar een kleine aanleiding te zijn die ervoor zorgt dat je wordt overvallen door heftige emoties. Dat is een aanwijzing dat er ‘een gevoelige plek’ is geactiveerd die in je jeugd is ontstaan. Wanneer je bijvoorbeeld vroeger werd gepest op school, kun je ook als volwassene gevoelig blijven voor afwijzing. Een vriendin die een etentje afzegt kan dat afgewezen gevoel dan ineens naar boven halen. Je voelt je net zo verdrietig en machteloos als toen je klein was. Je smijt de telefoon in een hoek en gaat huilend onder je dekbed liggen. Als je zo reageert, vat je het gedrag van je vriendin eigenlijk op als een aanval op jouw basisbehoefte aan een veilige band met andere mensen.

Ervaringen uit je jeugd en vooral de manier waarop je opvoeders met je omgingen, kunnen een grote invloed hebben op je gevoelsleven als volwassene. Als je in je jeugd te weinig liefde kreeg of niet kreeg wat je nodig had, kunnen dat ‘gevoelige plekken’ worden. Volgens Young (2005) heeft ieder mens een aantal basisbehoeften. Voor een gezonde emotionele ontwikkeling moeten al die behoeften in je jeugd voldoende vervuld worden.

  • Een veilige band met andere mensen: je hebt behoefte aan stabiliteit en zekerheid, aandacht, liefde en acceptatie door anderen.
  • Onafhankelijkheid en zelfstandigheid: je hebt het gevoel dat je je eigen weg mag gaan en dat je dat kunt.
  • Vrijheid: je wilt jouw eigen behoeften en gevoelens uiten.
  • Spontaniteit, spel en plezier.
  • Realistische grenzen: als kind moet je leren wat grenzen zijn, doordat volwassenen je dat duidelijk maken.

Gekwetst of boos?

Wanneer je in een situatie terechtkomt die je ervaart als een bedreiging voor jouw basisbehoeften, kun je veel heftiger en emotioneler reageren dan je kunt verklaren vanuit de ernst van die situatie. Net als een kind word je volkomen overheerst door emoties, zonder ruimte voor relativering en zonder in staat te zijn om je te verplaatsen in de gevoelens van anderen. Je hebt je gevoelens en reacties op de omgeving niet meer onder controle. Als je reageert als een gekwetst kind spelen meestal de volgende thema’s een rol:

Verlating/instabiliteit

Het gevoel dat je in de steek gelaten bent of binnenkort in de steek gelaten zult worden staat voorop. Zelfs in gezelschap van bekenden voel je je eenzaam en alleen. Als dit thema bij jou speelt, ben je in je jeugd waarschijnlijk in de steek gelaten. Het kan zijn dat een van je ouders is overleden, je steeds van pleeggezin moest veranderen of dat je het contact met een van je ouders hebt verloren.

Sociaal isolement/vervreemding

Je hebt het gevoel dat je er nooit echt bijhoort en wordt buitengesloten door andere mensen. Als dit thema speelt, was je vroeger misschien een buitenstaander doordat je bijvoorbeeld als kind vaak bent verhuisd, je ouders lid waren van een bijzondere religieuze gemeenschap of je het zwarte schaap van de familie was.

Wantrouwen en je misbruikt voelen

Je hebt het gevoel dat er overal en altijd dreiging is, dat er misbruik van je gemaakt zal worden of dat je voortdurend op je hoede moet zijn om te voorkomen dat mensen je kwaad doen. Als dit thema speelt, ben je waarschijnlijk vroeger vaak gepest, misbruikt of mishandeld.

Minderwaardigheid/schaamte

Je hebt het gevoel dat je tekortschiet en slecht, minderwaardig of ongewenst bent. Je bent bang dat anderen je niet de moeite waard zullen vinden en dat je geen aandacht of respect verdient. Als dit thema bij jou speelt, is het mogelijk dat je vroeger vaak bekritiseerd, afgewezen of vernederd bent.

Emotionele verwaarlozing

Het gevoel dat je voor anderen niet de moeite waard bent staat voorop en je kunt je niet voorstellen dat anderen van je houden. Als dit thema speelt bij jou, heb je waarschijnlijk niet het idee dat er iets ernstigs aan de hand was in je jeugd. Maar je hebt ook niet het gevoel dat je veel liefde hebt gekregen en er voor je gezorgd werd. Je hebt je niet geborgen, gekoesterd of veilig gevoeld.

Afhankelijkheid

Je hebt het gevoel dat je niks alleen kunt of durft en legt de verantwoordelijkheid voor keuzes vaak bij je ouders of partner neer. Wat je zelf wilt of vindt, weet je misschien niet eens. Als dit thema bij jou speelt, ben je vroeger waarschijnlijk te weinig gestimuleerd om op eigen benen te staan en om zelf keuzes te maken.

Wanneer je reageert als een boos kind overheersen gevoelens van woede, ergernis, impulsiviteit en koppigheid, of soms ook verwend of ongedisciplineerd gedrag. Dit komt voort uit het gevoel dat er niet genoeg rekening wordt gehouden met jouw behoeften. Je reactie sluit niet aan bij de situatie en je houdt geen rekening met de gevoelens van anderen of de gevolgen van je gedrag. De volgende gevoelens kunnen een rol spelen:

Ergernis of boosheid

Je voelt irritatie of frustratie omdat er niet aan een emotionele behoefte zoals aandacht, liefde, begrip of erkenning wordt voldaan. Je reageert heftig in de vorm van eisen en verwijten of slikt de ergernis in en toont je gevoel indirect door bijvoorbeeld nukkig gedrag.

Woede

Als je woedend bent kun je de controle kwijtraken, er kunnen dingen sneuvelen of je kunt kwetsend of gewelddadig naar anderen toe worden.

Koppigheid

Je hebt het gevoel dat anderen je autonomie of zelfstandigheid niet respecteren: ze regelen dingen buiten je om of vragen je mening niet. Koppigheid kan zich ook uitten in een idee van onheus behandeld worden en boos worden. Je uit het niet direct en laat op een indirecte manier merken dat je kwaad bent door je bijvoorbeeld terug te trekken.

Impulsiviteit

Je doet waar je zin in hebt zonder rekening te houden met andere mensen of de gevolgen voor jezelf. Je wilt per se iets hebben of doen, ongeacht de consequenties. Als dit thema bij jou speelt, heb je vroeger weinig grenzen gekregen of stonden je ouders model voor dit gedrag.

Verwendheid

Als je verwend bent, heb je niet zozeer heftige gevoelens, maar ben je vooral beledigd als je je zin niet krijgt en anderen weigeren te doen wat jij wilt. Als dit thema bij jou speelt, heb je vroeger weinig grenzen gekregen of gedroegen je ouders zich zelf verwend.

Ongedisciplineerdheid

Je houdt saaie of vervelende dingen niet vol, maakt ze niet af of stelt dingen chronisch uit. Daardoor bereik je belangrijke doelen niet. Als dit thema bij jou speelt, dan heb je niet geleerd om de frustraties te verdragen die bij saaie en nuttige taken horen.

In het boek ‘Patronen doorbreken’ leer je (negatieve) gewoonten herkennen en veranderen.

Lees meer

Stap 2. Je innerlijke kind opsporen, dat doe je zo

Het is niet makkelijk om contact te krijgen met je innerlijke kind. Misschien heb je weinig herinneringen aan je jeugd of vind je het lastig er aan terug te denken. Het kan ook zijn dat je het kind in jezelf en de gevoelens die erbij horen afwijst of haat. Het is belangrijk om te begrijpen wat je innerlijke kind nodig heeft, zodat je beter voor jezelf kunt zorgen. Je kunt op verschillende manieren met het gekwetste kind contact maken. Als je je vaak eenzaam of verdrietig voelt, dan kan je die gevoelens beter begrijpen met de volgende verbeeldingsoefeningen.

Oefening 1. Zoek een rustige plek waar je ontspannen kunt zitten of liggen. Sluit je ogen en ontspan je door bijvoorbeeld op je ademhaling te concentreren. Ga in gedachten terug naar iets wat kortgeleden is gebeurd, waarbij je je verdrietig of eenzaam voelde. Probeer de situatie opnieuw te beleven en je gevoelens zo goed mogelijk terug te halen. Als dit gelukt is mag je het beeld van de situatie loslaten, maar het gevoel blijf je vasthouden. Ga dan terug in de tijd en probeer te ontdekken of er in je jeugd momenten waren waarop je je ook zo voelde. Het kan even duren voor er beelden of herinneringen bij je opkomen. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten met de gevoelens die je laatst had?

Oefening 2. Om inzicht te krijgen in je innerlijke kind hebben we de volgende vragen voor je op een rijtje gezet. Tip: geef deze kant van jezelf een naam, bijvoorbeeld kleine Susan, boze Mike of verwende Prinses.

  • Wat zijn aanleidingen om in een gekwetst of boos kind te veranderen?
  • Hoe voel je je dan?
  • Wat denk je dan?
  • Welke herinneringen of beelden worden opgeroepen?
  • Wat voel je in je lichaam?
  • Wat doe je en hoe reageer je op andere mensen?
  • Waar heb je dan eigenlijk behoefte aan?
  • Zorgt je huidige gedrag ervoor dat je krijgt wat je nodig hebt?
  • Wat zijn de voordelen en nadelen van dit gedrag?

Stap 3. Zorg voor je innerlijke kind

Om oude patronen te kunnen doorbreken moet je je innerlijke kind gaan begrijpen en verzorgen. Daardoor leer je om te gaan met je behoeften en gevoelens. Het is belangrijk om de gevoelens die je als kind had, te accepteren en toe te laten. Om erachter te komen wat de behoeften van jouw innerlijke kind zijn, kun je de volgende oefeningen doen.

Oefening 3. Sluit je ogen en word je bewust van je gevoel. Ga na wat je op dit moment nodig hebt of wat je zou willen. Is dat bijvoorbeeld troost of aandacht of autonomie? Welke behoeften worden er niet bevredigd in de huidige situatie en aan welke situatie uit je jeugd doet dat je denken? Zijn er behoeften waarin je nu zelf kunt voorzien? Welke behoeften zijn dat?

Oefening 4. Bij de verwerking van moeilijke ervaringen uit je kindertijd kan het helpen om je voor te stellen hoe jij als ‘volwassen ik’ je ‘kleine ik’ helpt. Je kunt een brief schrijven aan ‘kleine ik’, waarin je beschrijft wat je zou willen zeggen en wat je hebt gemist. Wat zou je nu kunnen doen om beter voor ‘kleine ik’ te zorgen?

Wat is schemagerichte therapie?

Durf jij op je werk nooit te laten zien wat je hebt bereikt? Durf jij geen intieme relatie aan te gaan of voelt een klein puntje van kritiek als een mislukking? Dit zijn voorbeelden van negatieve gedragspatronen. Lees wat schemagerichte groepstherapie voor jou kan betekenen.

Stap 4. Houdt je boze innerlijke kind onder controle

Als je regelmatig boos, koppig, impulsief of verwend reageert wil je vast leren hoe je dit gedrag onder controle kunt krijgen. Hoe doe je dat?

Probeer in kaart te brengen in welke situaties dit gedrag voorkomt en welke behoeften centraal staan. Je kunt hiervoor oefening 2 gebruiken. De volgende adviezen kunnen je helpen om meer controle over je gedrag te krijgen.

  1. Leer de vroege signalen herkennen. Als je goed oplet, kun je de eerste voortekenen van je boze innerlijke kind ontdekken. Welke lichamelijke reacties merk je op? Welke gedachten gaan er door je hoofd?
  2. Leer je kwaadheid stapsgewijs te uiten. Uit je gevoel rustig en wordt pas kwader als de ander niet luistert.
  3. Neem een korte time out. Ga bijvoorbeeld een rondje lopen als je de boosheid voelt aankomen, of adem een paar keer diep in en uit.
  4. Alternatief gedrag oefenen in je verbeelding. Je kunt je voorbereiden op toekomstige lastige situaties door je voor te stellen dat je in die situatie anders zult reageren dan je gewend bent.
  5. Met een gedragsexperiment kun je ontdekken welke nieuwe manieren er zijn om met moeilijke situaties om te gaan. Zoek de situaties op die je normaal gesproken boos maken en bedenk vooraf wat je deze keer anders gaat doen.

Naast deze oefeningen en algemene tips is het belangrijk dat je behoefte aan contact, aandacht en plezier voldoende wordt vervuld in je dagelijkse leven. Als dat je lukt en je hebt een aantal mensen om je heen die van je houden en een aantal behoeften vervullen, kan je innerlijke kind uiteindelijk blijvend herstellen!

Stap 5. Versterk je gelukkige innerlijke kind

Als jouw gekwetste of boze innerlijke kind in het dagelijks leven vaak de overhand heeft, is jouw gelukkige innerlijke kind waarschijnlijk minder sterk ontwikkeld. Het gelukkige kind heeft plezier en is nieuwsgierig, enthousiast en onbezorgd en voelt zich vertrouwd en verbonden met andere mensen. Het wil leuke, ontspannende dingen doen en zoveel mogelijk genieten. Misschien weet je niet door welke situaties je gelukkige innerlijke kind wordt opgeroepen, omdat die nauwelijks een rol heeft gespeeld in je leven. Daarom geven we je hieronder een paar suggesties om uit te proberen en een verbeeldingsoefening om positieve gevoelens op te roepen.

  • met jonge dieren spelen en knuffelen
  • een hut bouwen van dekens
  • een kussengevecht houden
  • de muziek heel hard zetten
  • je in een hoop herfstbladeren laten vallen
  • verstoppertje of tikkertje spelen
  • de handstand doen of een serie koprollen
  • veel te veel badschuim in het bad doen
  • kleuren, kleien of schilderen

Oefening 5. Zoek een rustige plek waar je ontspannen kunt zitten of liggen. Sluit je ogen en ontspan je door je bijvoorbeeld op je ademhaling te concentreren. Ga in je verbeelding terug naar een situatie waarin je gelukkig was. Dat kan een situatie uit je jeugd zijn, of van korter geleden. Probeer met al je zintuigen de gebeurtenis opnieuw te beleven. Hierdoor zul je ook de positieve gevoelens in die situatie makkelijker kunnen terughalen. Je zult merken dat je, nadat je deze fijne herinnering hebt opgeroepen, makkelijker nieuwe activiteiten kunt bedenken voor het gelukkige kind.

Zelfs als je denkt dat jouw gelukkige innerlijke kind niet bestaat, zijn er vast kleine dingen die je een beetje gelukkig maken. Het gaat erom dat je die momenten leert herkennen en gebruikmaakt van de mogelijkheden die je wel hebt. Probeer die momenten stap voor stap uit te breiden en een plaats te geven in je leven.

 

Dit artikel is onderdeel van de serie ‘Patronen doorbreken’. Wil je verder lezen? Bekijk dan hier ‘Liefde moet je verdienen’ en hier ‘Hoe overleef ik mijn overlevingsstrategie?’. In deze serie leren wij je om de oorsprong van je gedragspatronen te doorgronden, hun invloed op je dagelijkse leven te onderzoeken en jezelf zodanig te veranderen dat je je beter gaat voelen en beter voor jezelf kunt zorgen en opkomen. Verandering heeft tijd nodig dus laat je niet ontmoedigen door tegenslag, maar ga door op jouw ingeslagen weg naar meer liefde en compassie voor jezelf!

 

 

Privé delen
Publiek delen