Maaike is 45 jaar, getrouwd, moeder van twee studerende zoons en werkzaam als verzorgende. Sinds jonge leeftijd wordt zij in beslag genomen door zorgelijke gedachten over het hebben of krijgen van een ernstige ziekte. Dit terwijl zij over het algemeen geen lichamelijke klachten heeft. Zij controleert haar lichaam herhaaldelijk op tekenen van ziekte. Zij maakt zich snel bezorgd over haar eigen gezondheid en die van haar dierbaren en is iedere dag bang dat hen iets overkomt. Een aantal jaar geleden is Maaike in therapie gegaan en dit heeft haar destijds wel wat geholpen. Maar door de coronacrisis is haar angst voor ziekte en dood weer acuut geworden. Na bijna twee maanden ziek thuis te hebben gezeten, is zij inmiddels weer werk aan het opbouwen. In deze blog vertelt zij haar verhaal.

In de greep van mijn ziekteangststoornis

Wat is het allemaal ontzettend snel gegaan. Het ene moment genoot ik van de beginnende lente en was ik nog lekker aan het werk, twee weken later zat ik totaal overspannen thuis. Mijn man, die altijd een grote steun voor mij is geweest, wist het allemaal ook niet meer. Ik was voor mijn gevoel weer terug bij af en opnieuw in de greep van de angst. Ik sliep en at bijna niet meer, had huilbuien en kon de drang om alle nieuwsberichten en persconferenties over het coronavirus te volgen niet weerstaan. Ik moest voortdurend weten hoe ernstig de situatie was en wat de politiek hier aan zou gaan doen! Ik durfde niet meer naar de supermarkt uit angst voor besmetting en was de controle kwijt over mijn gedachten. Gedachten die mij bovendien niet erg veel hielpen.

Als ik besmet raak met het virus, word ik ernstig ziek en ga ik dood.

Ik voel mij machteloos tegen dit levensgevaarlijke virus.

Mijn man valt in de risicogroep vanwege zijn leeftijd, straks raak ik hem kwijt.

Ik wil niet dat mijn zoons alleen achterblijven.

Meer te weten komen over ziekteangststoornis?

Lees dan hier verder en kom alles te weten over de symptomen, gevolgen en behandeling.

Ik werd woedend omdat er geen mondkapjes werden geregeld

Op mijn werk raakte ik steeds vaker in conflict met collega’s en met mijn leidinggevende. Ik vind nog steeds dat er nonchalant en laks werd gereageerd op de dreiging van een levensgevaarlijk virus, waar geen passende beschermingsmaatregelen voor werden genomen. Zo werd de anderhalve meter regel niet consequent nageleefd, werd personeel met verkoudheidsklachten niet naar huis gestuurd en was ik de enige die mijn handen steeds waste. Ik was niet alleen totaal in paniek, maar ook woedend omdat er geen mondkapjes werden geregeld. Op deze manier kan en wil ik niet meer werken, dacht ik, terwijl ik altijd met zoveel plezier naar mijn werk ging en veel voldoening haalde uit contact met cliënten en collega’s.

Gelukkig ben ik niet lang zelf blijven aanmodderen met mijn klachten en heb ik mij via mijn huisarts laten doorverwijzen naar een psycholoog. Ik voelde direct een klik met haar en onze gesprekken verliepen al wandelend in de natuur met anderhalve meter afstand of via beeldbellen. De behandeling bevatte elementen uit de Cognitieve Gedragstherapie. De eerste paar weken lag de focus op het zoeken van rust, het stabiliseren van de slaap en goede zelfzorg. Ook kreeg ik het dringende advies om mijzelf te gaan begrenzen in mijn mediagebruik. We spraken af dat ik maximaal een half uur per dag het nieuws rondom corona zou volgen, bij voorkeur niet alleen maar samen met mijn man.

Van angst naar meer rust, grip en vertrouwen

Ik vond het die eerste maand nog erg moeilijk om mijn werk en alles daaromheen los te laten en te accepteren dat ik ziek was. Ik piekerde veel en was onrustig. Mijn psycholoog adviseerde mij om een app te gebruiken met meditatieoefeningen en ontspanningsoefeningen. Ook heb ik samen met de psycholoog mijn gedachten in kaart gebracht en die leren vervangen door helpende en geruststellende gedachten. Het lukte mij steeds vaker om mezelf te corrigeren als ik weer aan het doemdenken was. In plaats van ‘Ik voel mij machteloos tegen dit levensgevaarlijke virus’ dacht ik dan bijvoorbeeld ‘Ik zorg nu goed voor mezelf en bouw zo een sterke weerstand op’. In plaats van ‘Als ik besmet raak met het virus, word ik ernstig ziek en ga ik dood’ dacht ik dan: ‘De kans dat ik niets merk van een besmetting of dat ik gewoon een beetje verkouden word is statistisch gezien veel groter dan de kans eraan te overlijden’.

Ik kreeg van mijn psycholoog het advies om te gaan bewegen, afleiding te zoeken en dingen te gaan doen die ik leuk vond. Ik ging veel wandelen en fietsen en begon met klussen in ons nieuwe huis terwijl ik luisterde naar muziek. Ik las boeken en knutselde wat. Ook zocht ik weer contact met vriendinnen en collega’s en deelde ik met hen mijn verhaal. Ik nam korte pauzes op een dag voor een meditatieoefening of een ademhalingsoefening. Met name het klussen heeft mij ontzettend geholpen, ik had geen tijd om te piekeren en aan het einde van de dag voelde ik mij zo moe dat ik als een blok in slaap viel.

Stap voor stap

Zo ging het langzaamaan weer de goede kant op met mij en kon ik weer genieten van kleine dingen. Ik kreeg weer zin om bepaalde collega’s en cliënten te zien en lekker bezig te kunnen zijn op het werk. Samen met de psycholoog maakte ik een stappenplan en ook met de bedrijfsarts en mijn leidinggevende maakte ik concrete afspraken over re-integreren. Zo ging ik eerst een uurtje langs op het werk om koffie te drinken op de groep. Ik was verbaasd dat ik me zo rustig kon voelen! Inmiddels heb ik zelfs een halve dienst meegedraaid zonder angst of extreem piekeren. Het helpt me om te weten dat er goed wordt geventileerd in het gebouw en dat ik door gezond te leven werk aan een sterke weerstand.

Ik beheers nu de angst in plaats van dat de angst mij beheerst

Het liefst zou ik voor altijd van deze angsten verlost willen zijn, maar ik realiseer mij dat dat misschien niet kan. Wel heb ik een andere mindset gekregen: ik besef dat ziekte, tegenslag en dood onderdeel zijn van het leven. Hoe meer ik dat leer te accepteren, hoe minder de angst mij zal beheersen. Ik hoop dat ik door mijn angsten voor ziekte en dood ook juist intenser kan genieten, kan liefhebben en dankbaar kan zijn voor alles wat ik heb. Door de therapie bezit ik nu een gereedschapskistje met verschillende hulpmiddelen die ik kan inzetten wanneer dat nodig is. Voor nu ben ik heel erg blij dat ik de angst heb leren beheersen en dat de angst niet langer mij beheerst.

Freelancer Meis (32) heeft twee ggz-etiketjes opgeplakt gekregen. En dat vond ze helemaal niet erg. Sterker nog: het was best een opluchting. Eindelijk heldere inzichten, handige tools én veel meer begrip. Sinds ze beter weet wat er speelt, heeft ze veel minder klachten. Ze schreef daarom het opiniestuk ‘Ode aan het ggz-etiket’.

Ode aan het ggz-etiket

‘Zal deze persoon zelf ook psychische klachten hebben?’, vraag ik me af als ik kritiek lees op de ggz-etiketjes. Nu denk ik dat iedereen tot op zekere hoogte mentale struggles heeft, maar er zijn ook mensen met heel specifieke klachten. Pijn en uitdagingen waarvoor met de juiste diagnose – en daarmee inzichten – verlichting kan worden geboden.

Waarom wordt er zo negatief aangekeken tegen ggz-etiketjes? Zijn het de diagnoses die ‘schaden’ of alle vooroordelen?

Niet zo in hokjes stoppen

‘Niet zo in hokjes stoppen’, een veelgehoord argument tegen de ggz-diagnoses. Maar doen die diagnoses dat wel? In mijn beleving zijn het niet de diagnoses zelf, maar de kritiek op de diagnoses die zorgen voor een slechte reputatie. Meningen en commentaar, veelal goed bedoeld. Het lijkt alsof er vaak gezegd wordt: ‘er is niks mis met je hoor, je mag zijn wie je bent’. Bedankt, maar daarmee zijn mijn klachten toch niet weg?

Het menselijk lichaam is complex, het brein misschien nog wel complexer. Het lijkt alsof velen er moeite mee hebben om te begrijpen dat iemand met specifieke psychische klachten ook gewoon op zoek is naar heldere inzichten en een oplossing. Net als wanneer iemand lichamelijk klachten ervaart.

Als iemand last heeft van zijn rug, dan zeggen we toch ook niet: ‘laat je geen etiketje opplakken’. Nee, dan erkennen we diegene in zijn of haar pijn, waarna we proberen de pijn te verlichten. Zou het ook niet zo met psychische klachten moeten zijn?

What you see is what you get

Misschien zijn we bang dat een ggz-diagnose de persoon te veel definieert? Of dat de diagnose iemand uit zijn of haar kracht haalt? Of komt het gewoon door een gebrek aan begrip en inlevingsvermogen?

Ik denk dat het niet de diagnoses de boosdoeners zijn, maar alle vooroordelen die hieraan worden gekoppeld. Wanneer ik over een bepaalde diagnose lees gaat het veelal over kenmerken zichtbaar voor een ander, niet direct kenmerken waar de persoon met de klachten zich in zal herkennen.

Zo wordt autisme beschreven als een stoornis die zich kenmerkt door o.a. beperkingen op communicatiegebied of een verminderd empathisch vermogen. Er wordt nauwelijks gesproken over wat er écht van binnen gebeurt bij iemand. Misschien dat iemand zo overprikkeld raakt door externe en interne prikkels dat ‘goed’ reageren soms een uitdaging kan zijn.

Een grote zichtbare wond aan het hoofd, daar heeft niemand een mening over. Maar ‘wonden’ van binnen – die we niet zien – daar wordt vrijuit over gediscussieerd. Er wordt soms zelfs aan getwijfeld.

Alles weten over Autisme?

Lees onze hulpvraag “Autisme Spectrum Stoornis” en kom alles te weten over de verschillende vormen, symptomen, oorzaken en gevolgen.

Laat mijn diagnose met rust

Ik wil niet zeggen dat iedereen met mentale klachten of bepaald gedrag een diagnose moet krijgen. In tegendeel. Maar ik denk dat veel mensen met psychische klachten vaak zelf al jaren op zoek zijn naar inzichten, hulp en erkenning. En dáár zijn die diagnoses voor bedoeld.

Zelf heb ik 9 jaar in therapie gezeten, voordat er een diagnose gesteld werd. Jaren stress, gegraaf in het verleden, verwarring, verkeerde behandelingen en een aantal extra klachten later, wat lees ik? ‘Wéér een nieuwe stoornis, belachelijk, misofonie, wat een onzin. Erger je niet zo’. Auw.

Mijn diagnose autisme, die ik een half jaar geleden kreeg, had ik ook niet zien aankomen – door mijn eigen vooroordelen. Na een uitgebreid diagnosetraject met een ggz-specialist viel alles op zijn plek. Inzichten heb ik met open armen ontvangen, de diagnose niet. Bang dat dit iets over mij zou zeggen. Niet door de diagnose zelf, maar door de ‘reputatie’ en andermans opmerkingen zoals: ‘met de diagnose autisme wordt royaal gestrooid’.

Een juiste diagnose kan hard nodig zijn

Mijn klachten bleken moeilijk te plaatsen. Want ik kwam toch prima mee? Toch stopte ik met studeren, ik kreeg last van hyperventilatie, dwang, eetproblemen, somberheid, waanideeën en huidproblemen. Mijn klachten gingen van kwaad tot erger. Allemaal gevolgen van een dieperliggende oorzaak. Wat mij betreft had die diagnose wel wat eerder gesteld mogen worden.

Iedereen is anders en het lijkt me dan ook belangrijk dat er per persoon wordt gekeken wat hij of zij nodig heeft. Maar een diagnose, wat in feite gewoon een verzamelnaam is voor een aantal klachten, kan heel veel houvast en richting bieden. Zoals inzichten in hoe het brein werkt, bewezen behandelingen en ervaringen van anderen. Zonder deze diagnose kan het een behoorlijk turbulente zoektocht worden.

Meer problemen of gewoon meer begrip?

Vanaf jongs af aan leren we al te doen wat hoort, wat verwacht wordt en wat moet. Iedereen is anders en heeft zijn of haar eigen vervelende ervaringen. Tel daar nog een veranderlijke wereld vol met prikkels en het internet – waardoor we continu ‘aan’ staan – bij op. Misschien logisch dat veel mensen psychische klachten krijgen.

Ik denk dat veel mensen zich in allerlei bochten wringen om maar zo ‘goed mogelijk’ mee te komen. Dat gaat een keer mis. En het is fijn dat dat nu vaker erkend wordt, met behulp van een diagnose. Want zonder worden mensen vaak toch niet op hun woord geloofd. Je ziet immers niks.

Misschien hebben mensen nu meer psychische klachten dan vroeger. Of wellicht zijn we nu zo begaan met elkaar dat we mensen en hun mentale leed steeds beter willen begrijpen en erkennen. Geen slechte ontwikkeling lijkt me, maar wél een wake-up call. Want wat nu?

In een ideale wereld….

In een ideale wereld zou iedereen zich volledig gewaardeerd voelen, vrij en gesteund. Talenten worden toegejuicht, net als falen. Er is volop troost, begrip. Niemand hoeft te doen wat niet goed voelt, wat niet past. Geen onrecht, geen ongelijkheid. Presteren mag, niks moet. Misschien zijn er in zo’n wereld heel wat minder etiketjes nodig. Maar zolang die ideale wereld er niet is?

Hopelijk blijven we mensen in de tussentijd erkennen in hun pijn en helpen we ze in ieder geval die ideale wereld voor zichzelf te creëren. Ik geloof dat een diagnose daarbij veel richting kan bieden – zolang iemand zich daar natuurlijk zelf ook in herkent.

En als die klachten dan minder worden of verdwijnen? Dat etiketje ook lekker laten gaan. Last van je rug of een hoofdwond heb je immers ook niet voor het leven.

Meis (32)

Tips van een 29-jarige optimist met depressieve- en angstklachten

Langdurige thuisisolatie kan nadelige gevolgen hebben voor je geestelijke gezondheid. En als je al last hebt van depressieve en/of angstklachten is het feest al helemaal compleet. Ik kan het weten. Enkele maanden geleden ben ik begonnen met een behandeling voor mijn depressieve- en angstklachten. Mijn psycholoog vind ik een zeer fijne vrouw die mij tot nu toe al goed op weg heeft geholpen om te leren omgaan met mijn klachten. En mag ik even kwijt dat ik heel trots ben op mijn vooruitgang: ik durf weer te hopen op en te wensen voor mooie dingen in het leven én ik durf het weer aan om af en toe af te spreken met vrienden om een drankje te doen in het openbaar. Wel met wat moeite, maar toch: vooruitgang!

En toen…

Toen besloot het coronavirus om het me allemaal nóg wat makkelijker te maken: hallo, thuisisolatie! Want ja, het huis vaak niet dúrven verlaten door depressieve- en angstklachten was al niet lastig genoeg, laat staan dat ik de deur nu eigenlijk niet mág verlaten tenzij noodzakelijk. Het zou namelijk zomaar kunnen gebeuren dat ikzelf het coronavirus oploop en m’n arme oma de dood in help tijdens een onschuldig bezoekje. Verre van ideaal dus. Dan maar thuis blijven.

Depressieve- en angstklachten die uit de hand lopen

Ik woon alleen. En dat vind ik vooral nu tijdens de #coronacrisis best zwaar. Die ‘verplichte’ thuisisolatie zorgt er namelijk wel een beetje voor dat mijn klachten weer erger worden. Moet ik nu écht zo lang mogelijk sociaal contact vermijden? Dat is juist iets waar ik zo hard aan heb moeten werken de afgelopen maanden: mezelf niet isoleren. Gaat dit dan wel goed komen? Zal ik weer in een neerwaartse spiraal terechtkomen? Wie weet. Ik hoop het niet natuurlijk. Gelukkig gaat mijn behandeling bij de psycholoog gewoon door, maar tijdelijk via de moderne technologie: beeldbellen. Maar ik ben natuurlijk wel mijn eigen verantwoordelijkheid. Vandaar dat ik ook mijn eigen plan heb opgesteld om deze thuisisolatie zo goed mogelijk aan te kunnen!

Zo pak ík thuisisolatie aan!

Mijn vangnet inschakelen
Het heeft me veel moeite gekost, maar inmiddels heb ik een fijn vangnet weten op te bouwen: zowel mijn familie als een handjevol vrienden weten dat ik in behandeling ben en steunen mij daarin. Op het moment dat ik dus bij mezelf merk dat ik minder goed in m’n vel zit, stuur ik één (of soms meerderen) van hen een berichtje. Binnen no-time krijg ik reactie in de vorm van een berichtje of een telefoontje en kan ik in vertrouwen kwijt waarvoor ik angstig ben. Inmiddels ben ik ook al een keer op de fiets gestapt om naar een vriendin in de buurt te gaan (best bizar op die lege wegen).

Maar gelukkig komen mijn vrienden en familie ook bij mij langs als ik het écht niet durf om zelf de deur uit te gaan. We praten en soms huil ik, maar voordat ik het weet, lachen we samen en hebben ze mij geholpen om zaken te relativeren. Uiteraard komt het ook voor dat mijn vangnet niet beschikbaar is. Maar ook dán heb ik een plan om mijn geestelijke gezondheid zo goed mogelijk te beschermen:

Niet te veel aandacht schenken aan het nieuws

Het is natuurlijk belangrijk om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen rondom het coronavirus en het beleid daaromheen. Maar gedurende de dag vermijd ik alle vormen van nieuwscommunicatie. In plaats daarvan kijk ik ’s avonds alleen naar het nieuws op tv om de laatste ontwikkelingen mee te krijgen. Ik heb daardoor minder last van spanning en angst overdag.

Telefoon in de andere kamer

Om mezelf zoveel mogelijk af te leiden met (nuttige) zaken waardoor ik kalm blijf, leg ik mijn telefoon in een andere kamer. Dat ding speelt namelijk toch wel een storende factor met betrekking tot mijn gemoedstoestand. Tevens heb ik er geen apps meer op staan die in wat voor mate dan ook bijdragen aan onrust (nieuwsapps) of aan vermindering van mijn zelfbeeld (#instafree). Wat ik trouwens wél graag gebruik op m’n telefoon is Pinterest: mezelf lekker afleiden met het zoeken van creatieve DIY ideeën en grappige plaatjes. Echt een aanrader!

Schrijf, schrijf, schrijf…

Inmiddels zijn de voordelen van het schrijven mij goed bekend. Ik probeer dan ook geregeld gebruik te maken van mijn dagboek om depressieve- en angstklachten van me af te schrijven. Daarnaast gebruik ik het ook vaak om mijn dromen en wensen voor de toekomst te noteren. Zodra jij weg bent, Corona, ga ik toch écht een keer parachutespringen!

Tot slot

We hebben allemaal geen idee wat er nu gaat gebeuren met deze #coronacrisis. Dat zorgt natuurlijk voor veel onrust en angst bij veel mensen. Maar iets waar mijn psycholoog mij vaak aan heeft herinnerd, is: een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest. Zelf vind ik het makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik geloof er volledig in. Dus zo meteen bel ik die ene vriend op die ik al langere tijd niet heb gesproken, zing ik even hardop mee met Whitney Houston’s ‘I Wanna Dance with Somebody’ en ga ik daarna lekker een comedy-film kijken op Netflix. Lekker optimistisch blijven!

Introductie Sanne

Onzekerheid, bang dat mensen mij niet mogen of mij niet aardig vinden, angst voor kritiek en falen. Het vermijden van feestjes, telefoongesprekken en zelfs alleen op de fiets zitten voelt verschrikkelijk.

Mijn naam is Sanne en drie jaar geleden waren dit de dingen die dagelijks continu in mijn hoofd omgingen. Ik had last van sociale angst en niet zo’n beetje ook. Ik durfde niks, vermeed alle sociale activiteiten en was ongelukkig. Het was duidelijk dat er iets moest veranderen en dus besloot ik hulp te zoeken. Hoewel het op zoek gaan naar hulp ook voor angst zorgde, liet ik mij hier uiteindelijk niet door leiden en kwam ik in contact met Mentaal Beter.

Bij Mentaal Beter heb ik twee en een half jaar lang hard gewerkt aan mezelf, met als gevolg dat ik nu om weet te gaan met mijn sociale angst. Ja, je leest het goed: ‘om weet te gaan’. Want sociale angst zal altijd een onderdeel blijven van mij. Iets in mijn hersenen zorgt ervoor dat ik zo denk, maar godzijdank kun je hiermee leren omgaan en kun je gelukkig zijn!

Voordat ik je meer over mijn verhaal vertel, zal ik eerst mezelf verder voorstellen. Ik ben 23 jaar en ben opgegroeid in een dorpje in de buurt van Nijmegen. Dat dorpje heb ik in februari 2017 ingeruild voor een nieuwe locatie: Spanje. Daar woon ik niet in een klein hutje op de hei waar niemand voorbijkomt, maar gewoon midden in het mega drukke centrum van de hoofdstad, Madrid. Met 3,2 miljoen inwoners in deze stad kun je je wel voorstellen dat ik inmiddels niet meer bang ben voor mensen. Ik ben juist van ze gaan houden!

In januari 2017 ben ik afgestudeerd aan de opleiding Communicatie aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Vanaf dat moment ben ik direct mijn eigen bedrijf in Communicatie gestart. Tijdens mijn afstuderen werkte ik al voor een aantal bedrijven. En met Spanje in het vooruitzicht, was het aan de slag gaan als ZZP’er een slimme stap. Ook dat was doodeng, maar ik was inmiddels al zo gegroeid dat ik deze stap aandurfde. Nu werk ik dus vanuit Madrid voor Nederlandse bedrijven en ga ik zelfs werken voor Spaanse bedrijven.

Gelukkig in Madrid
Mijn leven in Madrid is geweldig. Ik ben hier gelukkig, ongelofelijk gelukkig! En dat allemaal doordat ik 3 jaar geleden ‘ja’ zei tegen hulp. Dankzij de geweldig lieve en goede psychologen/psychotherapeuten bij Mentaal Beter heb ik dit bereikt. Zonder hun hulp was ik nooit op dit punt gekomen. Ondanks dat de sociale angst nu ver weg is en ik juist houd van sociale activiteiten, zijn er in mijn dagelijkse leven nog altijd momenten dat die angst even naar bovenkomt. Sommige dagen overheerst dat gevoel meer dan andere dagen. Maar het allerbelangrijkste is dat ik nu handvatten heb en ik weet hoe hier mee om te gaan.

Eindelijk een sociaal leven!
Mijn leven nu staat in groot contrast met hoe ik drie jaar geleden mijn leven leidde. Tegenwoordig houd ik me bezig met talrijke sociale activiteiten en het buitenleven. Niet langer laat ik me leiden door angst en geniet ik volop van het maken van wandelingetjes door een stad waarvan de taal, de cultuur en de mensen niet mijn eigen zijn. Ook woon ik zelfstandig en ga ik graag op avontuur met mijn camera, bezoek ik bepaalde activiteiten alleen, werk ik graag in cafeetjes, ga ik hardlopen op de meeste drukke locaties en geniet ik van Yoga en Pilates in het Spaans (ook al heb ik nul ervaring met Yoga en versta ik de helft niet van wat de lerares zegt).

Online training: Van angst naar lef

Heb jij last van angst en houdt het je dagelijks bezig? In samenwerking met Psychologie Magazine bieden wij een online basistraining aan waarin je leert hoe je dagelijkse angsten kunt overwinnen en meer lef ontwikkelt. Niet alleen zal je jouw angst(en) beter gaan begrijpen, ook krijg je praktische tips die jou dagelijks kunnen ondersteunen.

Hoe heb ik mijn sociale fobie overwonnen?

De komende maanden zal ik gaan bloggen over mijn sociale angst. Van hoe ik was, wat ik allemaal gedaan heb om er bovenop te komen, mijn behandeling bij Mentaal Beter tot aan mijn leven nu in Madrid. Hoe ik van ongelukkig naar gelukkig werd, van een binnenmens naar een buitenmens en van een hater van sociale activiteiten naar een liefhebber van sociale activiteiten met juist heel veel nieuwe mensen!
Ik hoop dat ik met mijn blogs (het beschrijven van mijn afgelopen drie jaar), mensen met sociale angst of mensen die deze gedachtes herkennen, kan overtuigen dat je gelukkig kunt worden en dat je sociale angst de baas kunt zijn! In mijn volgende blog zal ik vertellen hoe mijn leven was voordat ik hulp zocht en hoe erg de sociale angst mijn leven overheerste.

Oeps. En toen liet ik mijn ‘cafe con leche’ vallen. Midden. In. Dit. Cafeetje. En ja hoor, iedereen kijkt. Uiteraard baal ik, tot het tot me doordringt dat het iedereen kan overkomen. Het belangrijkste is dat ik gewoon met volle zelfvertrouwen heb geholpen met schoonmaken, terwijl iedereen om mij heen bleef kijken. En ik voel me nog steeds goed en gelukkig!

Liefs. Sanne.

Op het schoolplein of online: pesten is nog altijd een groot probleem onder kinderen en pubers. Heel vervelend en verdrietig voor het kind, maar ook de ouders van een gepest kind lijden onder de pesterijen. Zo ook Marianne, moeder van Jules (9). Zij vertelt wat het pesten met haar doet. “Je voelt je zó machteloos. Je wil iets doen, maar kan heel weinig.”

Anders dan anders
“Jules is altijd anders geweest. Als kind zong hij de hele dag, ook op momenten dat het helemaal niet gepast was. Hij was altijd vrolijk. En heel speels. In zijn jongere jaren was dit geen probleem, maar naarmate Jules ouder werd, merkten we dat er anders op hem werd gereageerd. Mensen vonden hem niet meer die leuke, vrolijke jongen. Nu werd hij als irritant beschouwd. Ook door de kinderen in de buurt, en op school. Vanaf groep 3 zag ik hem veranderen van een opgewekt kereltje in een teruggetrokken jongen die niets meer durfde. Mijn moederhart brak.”

Geen feestjes, geen speelafspraakjes
“Het was voor mij en mijn man gelijk duidelijk: Jules wordt gepest. Hij heeft het in het begin niet met zoveel woorden gezegd, maar als moeder heb je daar gewoon een sensor voor. Ik merkte op het schoolplein ook wel dat hij niet gelijk op vriendjes afstormde. En zijn gezicht sprak boekdelen. Hij was nog zelden vrolijk, zong niet meer en had nergens zin in. Hij speelde af en toe met twee meisjes uit zijn klas; de jongens moesten allang niks meer van hem hebben. Heel pijnlijk, want hij werd daardoor ook niet uitgenodigd voor feestjes. Spelen op woensdagmiddag was er ook niet bij. Hij ging steevast met mij mee naar huis, terwijl zijn jongere zusje elke week wel ergens ging spelen.”

Een muur gebouwd
“Vlak voordat hij naar groep vier ging, kwam het hoge woord eruit. Wat bleek? Hij was al zeker twee jaar het doelwit van vele pesterijen. Twee jongetjes uit zijn klas waren ermee begonnen en de rest volgde. Zo werkt dat met kinderen. Wat me nog het meest is bijgebleven, is de kalmte waarmee Jules vertelde over de pesterijen. Hij vond het wel erg, maar kon er eigenlijk heel goed over praten. Alsof hij al een muur om zich heen had gebouwd. We hebben op hem ingepraat dat er vooral niks mis is met hem. En dat hij best van zich af mag bijten.”

Machteloos
“We zijn nu bijna drie jaar verder en Jules wordt nog steeds gepest. Als moeder doet me dat ontzettend pijn. Je voelt je zó machteloos. Je wil iets doen, maar kan eigenlijk heel weinig. Ik zou weleens op die pestkoppen af willen stappen en ze door elkaar willen schudden. Maar ik weet dat het niets oplevert. Jules’ juf weet van de pesterijen. In de klas wordt er wel gesproken over het onderwerp, maar op het schoolplein wordt Jules vervolgens weer genegeerd en buitengesloten. Op internetfora heb ik contact met moeders wier kind gepest wordt. Hier haal ik steun uit. Mijn hoop is gevestigd op de overgang naar de middelbare school. Ik heb voor Jules een school op het oog waarvan ik weet dat weinig ouders – vanwege de afstand – voor deze school kiezen. Voor Jules hoop ik dat de middelbare school een nieuwe start betekent. Nog even volhouden…”

Somberheid, slaapproblemen en verminderde schoolprestaties. Carola (52) kan erover meepraten: haar dochter Iris (14) werd met de dag lustelozer. Een depressie, zo bleek later. Ze doet haar verhaal én deelt enkele tips.

Vrolijk en sociaal

Iris is altijd een vrolijke, sociale meid geweest. Op de basisschool had ze veel vriendjes en vriendinnetjes, en ook met de overgang naar de middelbare school leek er weinig aan de hand. Ze had het naar haar zin, was erg goed in geschiedenis en aardrijkskunde en sportte in haar vrije tijd veel. Handbal was haar lust en haar leven. Die passie deelde ze met een vriendinnetje dat ze al kent sinds de kleuterschool. Niks aan de hand, zou je zeggen.

Direct naar boven

Maar in de tweede klas van de middelbare school veranderde er iets. Ik kan de vinger er niet op leggen wanneer het exact is omgeslagen, maar ineens verdween Iris na school direct naar haar kamer, waar ze pas weer uitkwam als het avondeten op tafel stond. Het voelde alsof ik het contact met mijn dochter verloor. De blik in haar ogen was ook anders: somberder, verdrietig. Als ik vroeg hoe het ging, antwoordde ze onverschillig dat het oké was. Maar het voelde niet oké. Dit was mijn vrolijke Iris niet.

Alles weten over depressie?

Bekijk onze hulpvraag “depressie” en kom alles te weten over de kenmerken, oorzaken, gevolgen en behandelmogelijkheden.

Niet naar handbal

Omdat ik weinig contact met Iris kreeg, besloot ik één van haar beste vriendinnen een berichtje te sturen. Misschien wist zij hoe het nou echt met Iris ging en wat er aan de hand was? Ik schrok toen ze me vertelde dat Iris al weken droevig was, er niet meer echt ‘bij’ was en soms zelfs niet naar handbaltraining ging. Ook zij maakte zich zorgen. Tijd voor actie, besloot ik. Ik ben met Iris rond de tafel gaan zitten en stond erop dat ze me vertelde wat er loos was. Wát ze precies voelde, kon ze moeilijk verwoorden, maar al snel viel het woord ‘depressief’. Toen wist ik genoeg. Samen zijn we naar de huisarts gestapt, die haar doorverwees naar een psycholoog. Ze heeft er nu drie gesprekken op zitten. Beetje bij beetje zie ik haar opkrabbelen.

Tips van Carola

Volgens Carola is het belangrijk om je kind te allen tijde het gevoel te geven dat je er voor hem of haar bent. Interesse tonen, vragen stellen, complimenten geven. Ik wilde dat Iris voelde dat ik betrokken ben. Tegelijkertijd stimuleerde ik haar leuke dingen te gaan doen en om het handballen weer op te pakken. Dat heeft haar erg geholpen. Daarnaast raadt Carola iedere ouder professionele hulp aan. Vaak kan je het gewoon niet zelf. En ook vriendinnen kunnen maar tot op zekere hoogte helpen. Een professional die gespecialiseerd is in depressies bij jongeren heeft ons goed geholpen, en daar ben ik nog elke dag blij mee. Aarzel niet, maar zet gewoon die stap.

Daphne kreeg op 25-jarige leeftijd te maken met een depressie die haar ruim anderhalf jaar gevangen heeft gehouden. In deze blog vertelt ze haar verhaal:

Jij bent echt ontzettend waardeloos!

Je bent echt een ongelooflijke nietsnut, wist je dat? Een ontzettend grote loser. Je kan niks, je bent niks en je gaat niks worden ook. Je wilde de wereld toch graag mooier maken? Wat doe je hier dan nog? Hup! Maak er maar een eind aan. Daar wordt de wereld zeker mooier van! Niemand die jou zal missen.

Als je depressief bent, heb je geen controle over je gedachten, maar hebben je gedachten controle over jou. Dagelijks hielden mijn eigen gedachten mij gevangen en deden ze hun best om mij niet te laten vergeten hoe waardeloos ik nou eigenlijk was. En dat lukte:

Ik weet dat ik dom ben.
Ik weet dat ik lelijk ben.
Ik weet dat ik waardeloos ben.
Ik weet dat ik walgelijk ben.
Ik weet dat ik onbelangrijk ben.
Daar hoeven jullie me niet steeds aan te herinneren.

Het maakte niet uit waar ik naartoe ging of hoe hard ik probeerde weg te rennen. Proberen te ontsnappen van iets wat in je hoofd zit, is haast een onmogelijke taak. Als een verstikkende, donkere schaduw achtervolgden die duistere gedachten mij overal. Ik wilde er zo graag over praten met anderen. Verdomme, ik wilde het uitschreeuwen! Maar het enige wat ik kon, was fluisteren dat het goed ging.

Zo vaak wanneer ik zei dat het wel goed met me ging, wilde ik dolgraag dat iemand me diep in mijn ogen zou aankijken, me stevig zou knuffelen en zou zeggen “ik weet dat het niet goed gaat met je, maar ik vang je wel.” Op de dagen dat ik in de spiegel durfde te kijken – en dat waren er maar enkele in die ellendig lange strijd die bijna anderhalf jaar duurde – rolde de tranen als watervallen over mijn wangen terwijl ik mezelf smeekte om vol te houden en sterk te blijven.

“Jij een depressie? Stel je toch niet zo aan! Je hebt een geweldige baan, een leuke relatie, veel vrienden. Waar zou jij in hemelsnaam depressief over moeten zijn? En trouwens, ben je daar niet een beetje te jong voor?” werd mij vaak gevraagd.

Zelfs ikzelf vroeg het me af. Waar haalde ik in hemelsnaam het lef vandaan om depressief te zijn? Wat was ik toch ongelooflijk ondankbaar voor alles wat ik had! Maar de realiteit is dat depressie iedereen te pakken kan krijgen, ongeacht leeftijd, geslacht, status, ras of geloof.

“Ja, maar ach, iedereen heeft wel eens last van somberheid. Je moet gewoon positief blijven denken! Leuke dingen doen enzo en misschien wat meer slapen. Dan gaat het vanzelf wel over.”

Maar depressie is niet alleen somberheid.
Het is ook een gevoel van leegte, van verdoofd zijn.
Het voelen van walging voor jezelf.
Een gevoel van schaamte,
van waardeloos te zijn.
Het hebben van enorme schuldgevoelens, angst en wanhoop.
Constant zo ontzettend moe zijn dat zelfs opstaan een te grote uitdaging is.
En soms ook het gevoel om maar een einde aan je leven te willen maken om geen last meer te zijn voor anderen.

Doodgaan is iets waar ook ik aan dacht. Meerdere keren was ik begonnen met het schrijven van een brief aan mijn familie:

Het spijt me dat ik niet de dochter ben die jullie wilden hebben.
Het spijt me dat ik zo’n slechte zus ben.
Het spijt me dat ik depressief ben
en jullie levens zo verpest.
Het spijt me dat ik zoveel huil en me veel verstop.
Het spijt me dat ik altijd zo moe ben en niet sociaal.
Het spijt me dat ik besta.
Het spijt me zo ongelooflijk veel.
Ik gun jullie beter.
Ik hou van jullie.

Maar eigenlijk wilde ik niet dood. Ik wilde juist ontsnappen uit die donkere put en leven. Maar hoe?

Alles weten over depressie?

Bekijk onze hulpvraag “depressie” en lees meer over de kenmerken, oorzaken, gevolgen en behandelmogelijkheden.

Eindelijk licht aan het einde van de tunnel

Niemand blijft graag depressief. Maar het inschakelen van hulp kan voor iemand met een depressie één van de grootste uitdagingen zijn om aan te gaan. Na een lange tijd maar steeds te hebben gedacht dat je het meest waardeloze hoopje sneuheid op aarde bent, moet je jezelf ervan proberen te overtuigen dat je het wél waard bent om er te zijn. Dat jij, net als iedereen, geluk verdient. Maar de kans op het winnen van de staatsloterij lijkt op dat moment door de ogen van iemand met een depressie realistischer.

Toch slaagde ik erin om die stap te zetten. Ik durfde erover te praten met anderen. Dat was ook nodig als ik uit die donkere put wilde komen. Ik was vroeger inderdaad ook iemand die de wereld mooier wilde maken en zag nu in dat ik daar een kans voor kreeg. Ik kon mijn steentje bijdragen juist dóór mijn depressie. Ik wilde een voorbeeld zijn dat depressie te verslaan is, dat je je er niet voor hoeft te schamen. Ik wilde dat mensen zoals ik beter begrepen zouden worden en meer steun zouden ontvangen. Ik had een nieuwe persoonlijke missie ontdekt en het gaf me energie!

Ik kwam uiteindelijk terecht bij een cognitief gedragstherapeut die mij in meerdere sessies begeleide in het anders leren denken. Zij gaf aan dat het zoeken naar hulp al een grote stap in de goede richting was. Het gaf namelijk aan dat ikzelf had besloten dat ik het waard ben om voor te gaan, een 180 graden ommezwaai van al die negatieve gedachten die mij zo lang in de ban hadden gehouden.

Mijn therapeut gaf me opdrachten mee om mijzelf te observeren: in wat voor situaties liep ik tegen mezelf aan? Wat voor situaties, gevoelens, gedachten en gedrag maakte ik mee? Door dit bij te houden in een dagboek, werd ik mij meer bewust van wat er gebeurde en kon ik ook gaan nadenken over oplossingen om uit mijn negatieve spiraal te stappen. Ik leerde uiteindelijk valkuilen te herkennen en omdat ik al had nagedacht over positiever denken en overige oplossingen, lukte het me steeds vaker en beter om uit die negatieve spiraal te stappen. Het kostte me veel moeite, omdat veranderingen aanbrengen in je eigen automatische reacties en gedachten simpelweg lang duurt. Zeker als je al jaren in dezelfde gewoonten bent vastgelopen.

Naast het volgen van cognitieve gedragstherapie werd mij aangeraden om ook lichamelijk actief te zijn. Hardlopen, zwemmen, wandelen, het maakte niet uit, zolang ik maar in beweging kwam. Uiteindelijk heeft yoga voor mij een grote rol gespeeld in mijn herstel en houd ik mij daar nog wekelijks graag mee bezig.

Tot slot

Mocht jij nu lijden aan een depressie, dan wil ik je dit graag meegeven: de meeste depressies zijn goed te behandelen. Hoe ongelooflijk rot je je nu ook voelt, geloof dat ook jij het dubbel en dwars waard bent om voor te gaan! Je bent niet waardeloos of onbelangrijk. Ja, ook jij verdient het om gelukkig te zijn! Wacht niet te lang met het zoeken van hulp, zoals ik dat heb gedaan. Het leven is daarvoor te kort! Ga ervoor, ook jij kunt jezelf hier doorheen slepen.

Voor degenen die geen ervaringsdeskundigen zijn op het gebied van depressie: hoe afgesloten iemand met een depressie ook kan overkomen, weet dat die persoon diep van binnen het uitschreeuwt om geholpen te worden. Neem hun teruggetrokkenheid niet persoonlijk en negeer ze alsjeblieft niet. Een dikke knuffel, een luisterend oor en laten weten dat je er voor die persoon bent, kunnen in de meeste gevallen een wereld van verschil maken voor een depressief persoon. Niemand houdt ervan om zich volledig alleen te voelen.

Heel veel sterkte en liefs,

Daphne

Anouk is 35 jaar, getrouwd en de trotse moeder van dochter Floor. Anouk worstelt echter al een aantal jaar met een depressie. Via een brief probeert zij haar dochter uit te leggen wat ze voelt.

Mijn allerliefste Floortje,

Elke dag doe ik mijn best om een goede mama voor je te zijn. Ik doe mijn best om altijd te onthouden waar je enthousiast van wordt en waar jouw wildste dromen over gaan. Ik doe mijn best om je te beschermen van al het kwade en je zo goed mogelijk te troosten wanneer je verdrietig bent. Ik laat je zo vaak mogelijk weten hoe ontzettend trots ik op je ben. En omdat niets voor mij belangrijker is dan jouw geluk, probeer ik elke dag om gelukkig voor je te zijn.

Maar, liefje, dat lukt me gewoon niet. Mama’s hersenen zijn namelijk ziek. Het is een beetje ingewikkeld om uit te leggen, maar ik zal mijn best voor je doen:

Stel je eens voor dat er toverstofjes zijn voor je hersenen. Die toverstofjes helpen je om gelukkig te zijn. De meeste mensen hebben die toverstofjes. Daardoor kunnen ze veel lachen en leuke dingen doen. Maar mama’s toverstofjes zijn op. Mama kan dus niet meer veel lachen en leuke dingen doen. Dit noemen ze een depressie. Als je last hebt van een depressie, dan is het heel moeilijk om gelukkig te zijn.

Soms wil ik alleen maar huilen. Ik doe mijn best om dat niet te doen waar jij bij bent. Maar ik weet dat je het soms ziet. Ik vind het heel lief van je dat je me dan probeert te troosten. Sorry daarvoor, liefje, dat zou je niet moeten hoeven doen. Dat is niet jouw taak.

Soms kan ik erg boos zijn en niet lief reageren wanneer je me iets vraagt. Soms schreeuw ik dan. Dat is niet mijn bedoeling. Maar door de depressie vind ik het soms moeilijk om kalm te blijven en lief te reageren. Soms wordt het me gewoon te veel. Ik vind dat heel vervelend, want ik ben soms bang dat jij je daardoor ongewild voelt. Ik voel me dan erg schuldig, want er is niets anders in deze wereld waar ik meer van hou dan van jou.

Maar gelukkig kunnen we heel soms ook momenten hebben waarop we wél leuke dingen kunnen doen en samen kunnen lachen. Samen cakejes bakken, puzzelen en verhalen lezen. Ik zal altijd mijn best voor je blijven doen.

Het spijt me dat je moet lijden door mij. Door die depressie. Maar weet dat ik nu hulp krijg van speciale mensen die mij zullen helpen om van die depressie af te komen. Uiteindelijk zal dat gebeuren. En wanneer dat zover is, liefje, dan zullen we die wildste dromen van je laten uitkomen!

Tot die tijd hoop ik dat je één ding altijd goed zult onthouden: er is niets in deze wereld wat ervoor kan zorgen dat ik minder van je zal houden. Zelfs een depressie niet! Ik hou van je met heel mijn hart en ziel. En ik beloof je…er komt een dag dat alles beter zal zijn.

Heel veel liefs en kusjes,

Mama

Mijn naam is Petra en in dit deel van mijn verhaal vertel ik jullie over de behandeling die ik kreeg bij Mentaal Beter om eindelijk mijn depressieve klachten de baas te zijn.

De start van mijn behandeling

Bij Mentaal Beter kreeg ik eerst twee intakegesprekken. Ik kan me nog herinneren dat ik dacht: ‘Zij kunnen mij vast niet helpen’. Ik was in die periode moe van het denken en het piekeren. Na de intakes kreeg ik het plan van aanpak te horen, voor mij al een kleine opluchting. De psycholoog leek aardig en voor het eerst had ik echt het gevoel dat iemand mij begreep! Eindelijk zou ik zelf aan de slag kunnen om wat te doen aan mijn ellendige gedachten. Zoals mijn psycholoog het noemde mijn ‘automatische negatieve gedachten’. Ik herinner mij nog goed dat ze zei: ‘We gaan die omzetten in automatische positieve gedachten!’ en ik haar aankeek en dacht: ‘Eerst zien dan geloven!’

Van overleven naar gewoon, leven!

Ze gaf mij als advies om weer dingen te gaan doen die ik vroeger leuk vond. Ik las altijd graag, maar zelfs dat lukte niet; ik had te weinig concentratie om bij een verhaal te blijven. Ik moest iets anders bedenken. Ze gaf mij vervolgens een lijst met allemaal andere dingen die leuk konden zijn. Daarop stonden twee dingen die ik leuk vond, maar waarvan ik was vergeten dat ik ze ooit leuk vond. Al een langere tijd bestond mijn leven namelijk puur uit overleven. Nu moest ik omschakelen en hield ik mij bezig met creatieve dingen, zoals tekenen en schilderen.

Het werkte ontspannend voor mij. Ook heb ik geleerd om eens bewust naar buiten te gaan. Bewust wil zeggen: voelen dat je loopt, met aandacht kijkt naar wat je ziet en stilstaat bij wat je ruikt. Soms is dat even nodig om uit mijn hoofd te gaan en het werkt voor mij!

Die roze olifant

Ik weet nog dat mijn psycholoog tegen me zei dat ik te veel bezig was met het proberen weg te duwen van mijn negatieve gedachten. Het is net is als die roze olifant: als iemand tegen je zegt dat je niet aan een roze olifant mag denken en je er dan toch plots aan denkt. Ze vertelde mij dat ik in plaats daarvan beter mijn zintuigen moest gebruiken: betrap je jezelf op piekeren? Dan zeg je ‘Stop!’, sta je op en ga je wat doen. Het zal misschien niet gelijk werken, maar op den duur wel.

Mijn eigen gedachten onder de loep

Ook heb ik geleerd om mijn gedachten te onderzoeken. Klopt alles wel wat ik denk? Kan ik weten wat een ander denkt? Kan ik de toekomst voorspellen? Geloof me, ik heb veel gedachten opgeschreven, een schrift vol. Steeds kwam ik op dezelfde conclusie uit: die negatieve gedachten klopten negen van de tien keer niet! Thuis heb ik heel hard gewerkt en geoefend. Uiteindelijk moest ik het zelf doen, niet de psycholoog. Maar zij had mij de belangrijke handvatten gegeven om mee aan de gang te gaan. Des te vaker ik mij bewust was van mijn negatieve gedachten, hoe vaker ik aan de slag moest. Soms had ik geen pen en papier nodig, dan was de vraag aan mijzelf: klopt het wel wat ik denk? Ik kon het dan in elk geval parkeren.

De rode kaart

Overigens vond ik ook dat ik van mijzelf geen hulp mocht of kon vragen uit mijn omgeving. Dit vond ik gewoon heel moeilijk als ik in een negatieve spiraal zat. Mijn psycholoog en ik hadden hier een middel voor: de zogenaamde ‘rode kaart’. Aan mijn man had ik uitgelegd wat het betekende als ik deze kaart zou inzetten: zo zou hij weten dat ik niet het vermogen of de energie had om STOP te zeggen. Gelukkig heeft mijn man dit goed opgepakt. Op slechte dagen waarop ik de rode kaart trok, nam mijn man me bijvoorbeeld mee naar buiten om te wandelen en de honden uit te laten. Juist die momenten had ik nodig. Na een wandeling ging het vaak ook wat beter met mij.

De laatste stappen

Na de sessies met mijn psycholoog heb ik ook een stukje geleerd over assertiviteit: opkomen voor jezelf op de juiste manier. Als je in een depressie zit, overkomt je van alles. Terwijl als je assertief bent en zelf de regie houdt, dan kom je al een heel stuk verder. Ondertussen zitten mijn sessies met mijn psycholoog erop en heb ik praktische handvatten gekregen om zelfstandig met mijn depressieve gevoelens om te gaan. Het zal altijd een zwakke plek voor mij blijven, maar samen met mijn psycholoog heb ik een terugvalplan gemaakt. Daarin staat beschreven wat ik eerst deed als ik mij minder voelde en wat ik nu ga doen als het even wat minder gaat. Het zorgt voor een heel fijn gevoel dat ik dit alles heb opgeschreven, zodat ik het er altijd bij kan pakken op de moeilijke momenten.

Wist ik het maar eerder

Persoonlijk vind ik het erg jammer dat ik nooit eerder ben doorgestuurd naar een professional. Tijdens mijn behandeling heb ik namelijk zoveel geleerd. Ik denk ook dat als ik eerder al deze kennis en handvatten zou hebben gehad, dat ik mij in ieder geval al die jaren minder eenzaam zou hebben gevoeld. Ondanks dit alles, voel ik me dankbaar dat ik nu in ieder geval wel in staat ben om zelfstandig mijn depressieve klachten de baas te zijn.

Tot zover mijn persoonlijke verhaal. Ik hoop van harte dat ik mensen ermee kan helpen en mensen op tijd hulp gaan zoeken! Bedankt voor het lezen.

Lief, Petra

Mijn naam is Petra en dit is het eerste deel van mijn verhaal over hoe ik na jarenlange wisselende periodes eindelijk de nodige hulp kreeg voor mijn depressieve klachten.

Al klachten op jonge leeftijd

Van kinds af aan kreeg ik van mijn moeder te horen dat ik ‘zwaar op de hand was’. In die tijd had ik werkelijk geen idee wat dit precies betekende. Wel voelde ik mij altijd verantwoordelijk voor alles en iedereen. Soms ging het een tijd beter, maar regelmatig was er ook ellende. In die tijden dacht ik dat iedereen tegen mij was. Het maakte mij onzeker en in mijn beleving mocht niemand mij. Mijn zelfbeeld was dan ook negatief: ik voelde mij dom en nutteloos, dacht dat ik niks goed kon doen en vond mezelf er niet leuk uitzien. Het voelde alsof ik er niet mocht zijn. Pas na 50 jaar ben ik erachter gekomen: ik was depressief.

Ik dacht dat het normaal was

Ik ben niet mijn hele leven depressief geweest. Er waren gelukkig genoeg periodes waarin ik mij goed voelde. Maar de slechte periodes kwamen regelmatig terug en ik had geen idee wat mij overkwam. Sterker nog, ik dacht dat het ‘normaal’ was dat ik mij zo voelde. In mijn depressieve periode heb ik het eens besproken met mijn huisarts. Hij schreef mij antidepressiva voor en dat was het dan. Het ging toen wat beter, de periodes waren minder diep. Uiteindelijk met veel vallen en opstaan kwam ik er uit. Tot ongeveer een jaar geleden.

Alleen maar piekeren

Er waren periodes waarin ik ontzettend moe was. Ik weet nog dat we op werk een cursus kregen waarbij we elkaars kwaliteiten gingen benoemen. Weken voorafgaand kon ik niet stoppen met piekeren. Ik piekerde over wat ik allemaal slecht deed op werk en dat collega’s mij onderuit zouden halen. Na de cursus viel het gelukkig allemaal mee. In mijn gedachten had iedereen het over mij en kreeg ik het gevoel dat ze slecht over mij spraken. Daarnaast gebeurde er veel om me heen: collega’s die niet op één lijn zaten en mijn dochter en man die een woordenwisseling hadden. Alles leek mijn schuld en ik moest het maar zien op te lossen voor iedereen. In die tijd had ik veel negatieve gedachten: onderweg met de fiets hoopte ik aangereden te worden met een slechte afloop. Of dat ik ernstig gewond zou raken, zodat ik rust had. Het is te erg voor woorden, dat besef ik mij. Maar dit was voor mij toen de werkelijkheid.

Ontzettend beroerd, maar geen lichamelijke oorzaken gevonden

Natuurlijk had ik zelf al bedacht dat dit misschien een depressie zou kunnen zijn. Maar ik hield mijzelf voor dat het niet kon vanwege mijn medicatie. Ik probeerde deze negatieve gedachten weg te duwen. Achteraf gezien moet ik vaak terug denken aan wat mijn psycholoog dan zei: ‘Zie het als een bal die je onder water probeert te duwen, die komt dan tien keer harder terug.’ In die tijd ben ik meerdere malen naar mijn huisarts geweest voor verschillende lichamelijke klachten. Maar er werden geen lichamelijke oorzaken gevonden. Ondanks dat ik veel last had van moeheid, hoofdpijn en buikpijn. Ondertussen sukkelde ik door en begon mij te ergeren aan de meest kleine dingen. Zelfs bij mensen bij wie ik mij het meest veilig en vertrouwd voelde. Het ging nergens over, maar ik kon het niet stoppen. Ik kreeg steeds minder zin in dingen, vond niks meer leuk en ging naar werk omdat het moest. Uiteindelijk kon ik niet wachten om naar bed te gaan, want dan was de dag om.

Het komt vanzelf wel goed. Toch?

Steeds dacht ik: ‘Als het maar eens mooi weer wordt, dan zal ik mij wel beter voelen’ of ‘als ik vakantie heb, dan gaat het beter’. Maar het werd mooi weer en zelfs tijdens mijn vakantie vond ik mijn leven niet leuk. Na mijn vakantie werd het ook niet veel beter. Ik ging daarom terug naar mijn huisarts. Hij stelde voor om een afspraak te maken met de huisartsenpraktijkondersteuner (POH-GGZ) om mijn klachten te bespreken. Vanuit het niets had ik zo’n enorm verdriet. Ik kon alleen maar voor me uit staren of huilen. Gek genoeg had ik niks om te huilen: mijn relatie was goed en ik had een leuke baan, dus waarom zou ik huilen? Maar in mijn gedachten was iedereen nog steeds tegen mij en kon ik niks goed doen.

Ingestort

Op een maandag tijdens werk stortte ik in. Het was klaar. Ik belde de huisartsenpraktijk om tegen de assistente te zeggen dat ik mijzelf zo beu was. Gelukkig mocht ik diezelfde middag nog langskomen. Ondertussen bleef ik gewoon op werk. Voor de buitenwereld was er toch niks aan de hand met mij? Stel je voor wat ze op werk zouden denken? Na mijn eerste bezoek vertelde ze mij wat ik eigenlijk al wist: mogelijk had ik een depressie. In mijn ogen was ik een zwakkeling en had ik het weer laten gebeuren. Op advies ben ik gewisseld van antidepressiva. De dagen daarna meldde ik mij halve dagen ziek. Na een halve week had ik een goed gesprek met één van mijn collega’s: ze vertelde dat ze mijn inzet zeer waardeerde, maar ik nu écht voor mijzelf moest kiezen en zorgen. En dus besloot ik mezelf volledig ziek te melden.

Hield alles maar op

Ik wilde zo graag stoppen met mij zo slecht voelen, wilde positiever in het leven staan. Ik probeerde negatieve gedachten weg te stoppen, maar tevergeefs. Ook had ik vaak gedachten dat als ik niet meer zou leven, het een opluchting zou zijn. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen. Ondertussen had ik gesprekken met de POH-GGZ’er, maar helaas schoot ik niet veel met haar op. Uiteindelijk stuurde ze mij door naar Mentaal Beter.

In deel 2 neem ik jullie mee naar deze periode waarin ik eindelijk de zorg ontving die ik nodig had.

Lees hier het vervolg!